Klein buitje zorgt voor afkoeling
De afgelopen maand moesten de meeste beurzen in eerste instantie terrein prijsgeven ten opzichte van de eerder bereikte recordstanden. Oorzaak van de daling van de beurs is terug te voeren naar winstnemingen in de chipsector naar aanleiding van de eerste resultaten van een aantal toonaangevende bedrijven over het tweede kwartaal.
Veel van deze bedrijven hadden al aangeven dat 2024 een transitie jaar zal worden maar beleggers hadden de koersen opgestuwd naar nieuwe records. Voorbeeld is ASML. Dit bedrijf liet redelijke cijfers zien over het tweede kwartaal maar kwam toch onder druk te staan. Hier speelt de geopolitieke context waar de leveringen van ASML technologie aan China steeds meer onder druk van Amerika komt te staan. In dit krachtenveld gingen de meeste chip bedrijven in koers naar beneden.
Het cijferseizoen laat sowieso een wisselend beeld zien. De bedrijven actief in de energietransitie hadden wederom een teleurstellende maand. De onduidelijkheid van de politiek waarbij met name gekeken wordt naar de VS maakt dat investeringen worden uitgesteld. De uiteindelijke keuze voor de nieuwe President in de VS zal bepalend zijn voor de koerspotentie van de in de sector actieve bedrijven.
Naast teleurstellende cijfers van specifieke bedrijven zien we ook positieve uitzonderingen. Opvallend is echter dat de uitslagen van individuele aandelen extreem zijn. In een tijd dat veel beleggingsgeld via index trackers wordt belegd past dit beeld niet bij normale koerscorrecties van individuele aandelen. Blijkbaar zijn sommige beleggers of beleggingssystemen bereid na een daling van 40% op een dag nog aandelen te verkopen. Het goed spreiden van een beleggingsportefeuille blijft derhalve van groot belang.
Op economisch gebied zien we dat de economische dynamiek verschilt per regio. We zien nog steeds sterke cijfers uit de VS en economische groeiproblemen in Europa. Deze verschillen in combinatie met aanhoudende relatief hoge inflatiecijfers, geeft de centrale banken een beleidsprobleem. Aan de ene kant dient de inflatie te worden bestreden maar aan de ander kant dient de economie met name in Europa gestimuleerd te worden. Ook het herfinancieren van de overheidsschulden dient op een lager renteniveau plaats te vinden. We blijven van mening dat de druk om de renteverlaging groter is dan de noodzaak om inflatie te bestrijden.
In deze context hadden obligatiemarkten een goede maand. In juli is de rente op 10jaars Nederlands staatspapier per saldo gedaald van 2,83% naar 2,60%. Ondanks de teleurstellende inflatiecijfers rekent de obligatiemarkt op een eerste rentedaling in de VS in september. Hiervan profiteert ook de Europese obligatiemarkt.
We blijven positief voor aandelen en continueren onze overweging. De goud positie is niet aangepast en we blijven dit zien als hedge tegen geopolitieke onrust. De verlengde rentegevoeligheid zal nog verder worden opgehoogd om te profiteren van de dalende renteniveaus.
Frits Vogel
Directeur Wealth Management