In het eerste artikel over ons Today’s MAMM model (dat zit wel geRAMMd), hebben we iets verteld over de hoofdpunten van deze unieke beleggingsmethode:
- Wereldwijd beleggen in aandelen, obligaties, grondstoffen, vastgoed en cash;
- Actief en dynamisch beheer, met eventuele wekelijkse aanpassing van uw portefeuille aan de marktomstandigheden;
- Lage- en transparante kostenstructuur;
- Uitstekende rendementen, ook in 2008 een positief resultaat.
Zoals in het voorgaande stuk aangegeven is onze collega Stefan de Maar de architect van ons MAMM model. U moet hem zien als een soort kok die met ingrediënten een geweldig gerecht maakt. Stefan gebruikt de volgende ingrediënten om een driesterren MAMM gerecht te maken: ETF’s, Momentum, Volatiliteit, Correlatie, Dynamische Allocatie, Sentiment, Risico en Diversificatie.
Net als op tv lopen we deze bestanddelen langs om u meer inzicht te geven in ons MAMM model. We zullen in dit artikel de eerste vier ingrediënten bespreken. In het volgende stukje komen dan de laatste vier onderdelen aan bod. Tevens is het goed te vermelden dat er binnen de vier nu te bespreken onderdelen vele variaties mogelijk zijn. Wij zullen ons dus concentreren op de hoofdlijnen, waarbij binnen MAMM niet alleen naar de hoofdlijnen wordt gekeken, maar ook naar de variaties hierop.
We beginnen met ETF. Wat is een ETF? Een ETF is een beursgenoteerd fonds dat een index volgt. Met een ETF koopt u in één keer alle aandelen uit een index, zoals de AEX of de Amerikaanse Dow Jones index. In MAMM werken we met 10 internationale ETF’s, variërend van aandelen tot obligaties, vastgoed, grondstoffen en cash. Voordelen zijn de lage kosten en u kunt met een klein bedrag alle aandelen van een index verkrijgen; bijvoorbeeld een mandje van alle grondstoffen. Tevens kent een ETF vrijwel hetzelfde verloop als de koers van de desbetreffende index zelf. In de volgende tabel zijn de ETF’s opgenomen waar in ons MAMM model mee wordt gewerkt:
MAMM ETF’s:
Dan Momentum. Momentum geeft de snelheid aan waarmee koersen (in dit geval van ETF’s) in een bepaalde periode stijgen of dalen. Ziet u het als een stuiterbal die, nadat de grond is geraakt, eerst veel opwaartse snelheid heeft. Echter, er komt een moment dat de zwaartekracht gaat werken en de bal naar beneden komt.
Hierboven ziet u een mooi voorbeeld van Momentum. De zwarte lijn (ROC 12) is een 12-weeks Momentum van de AEX index en u ziet duidelijk de snelheid waarmee de koersen van deze ETF stijgen en dalen. De waarde van dit ingrediënt zal u duidelijk zijn; als het Momentum of ROC (rate of change) onder nul komt, is het verstandig om voorzichtig te zijn met de aankoop van de AEX.
Dan Volatiliteit. Volatiliteit geeft de mate aan waarin koersen bewegen. Deposito’s kennen bijvoorbeeld een hele lage Volatiliteit, maar aandelen een hogere Volatiliteit. De Volatiliteit zegt iets over het risico van een ETF. Hoe hoger de Volatiliteit, hoe groter het risico. De kans op een koersdaling is dan namelijk groter.
De mate van Volatiliteit wordt o.a. weergegeven in de VIX-index, die de Volatiliteit of bewegelijkheid meet van de 500 grootste aandelen van Amerika (SP500). De VIX-index is dus een graadmeter van de gemiddelde bewegelijkheid van Amerika’s 500 grootste aandelen.
Hoe lager de VIX-index, hoe stabieler de markt zich ontwikkelt. Een hoge VIX-stand is een teken van onrust op de financiële markten. Deze index wordt daarom ook wel een ‘angstmeter’ genoemd. Maar wat is een hoge VIX-stand. In het algemeen kan men zeggen dat een VIX stand kleiner dan 20 een rustige, stabiele beurs met zich meebrengt. Komt de VIX boven de 20 uit, dan is het oppassen geblazen:
U kunt zien dat als VIX (de rode lijn) boven de 20 uitkomt, het vaak een voorbode is van dalende aandelenkoersen. De zwarte lijn is de SP500, wederom in 2008, het jaar van de kredietcrisis. En als we naar afgelopen jaar kijken, kunnen we constateren dat de VIX, met enkele korte onderbrekingen na, kleiner dan 20 is geweest:
Dan het laatste MAMM ingrediënt voor dit artikel: Correlatie. Wat is dat? Met correlatie bedoelen we de samenhang tussen twee data reeksen. De relatie tussen twee ETF’s kan dus in een cijfer worden uitgedrukt. Dit cijfer, de correlatiecoëfficiënt, varieert van -1 tot +1. En met -1 bedoelen we perfect negatief gecorreleerd; de koersen van twee ETF’s bewegen in precies tegenovergestelde richting. Met +1 is er een perfect positieve correlatie; de twee ETF’s bewegen samen in dezelfde richting. Bij 0 is er geen correlatie. De beweging van de ene ETF heeft geen relatie tot de beweging van de andere ETF.
In ons MAMM model wordt correlatie onder andere gebruikt om de risico’s te beheersen. In veel gevallen hebben obligaties een negatieve correlatie met aandelen. Dus als aandelen stijgen, dan dalen obligaties. Hieronder kunt u dit duidelijk zien. U ziet de SP500 index (500 grootste Amerikaanse aandelen; de rode lijn) en TLT (Amerikaanse langlopende staatsleningen, zwarte lijn). In 2008, het jaar van de kredietcrisis, zien we dat aandelen worden gedecimeerd terwijl de obligaties stijgen. De correlatie (CORR) komt een aantal keer richting nul, wat betekent dat er geen correlatie is tussen aandelen en obligaties.
Maar wat heeft u hier nu aan? Beleggen in zowel de 500 grootste Amerikaanse bedrijven als langlopende obligaties (20 jaar plus) in perioden met een negatieve correlatie, vermindert dus in principe het risico omdat de daling van de ene markt kan worden gecompenseerd door de stijging van de andere. In de volgende tabel ziet u wat dit voor een portefeuille had kunnen betekenen in 2008:
Weging | Opbrengst | |
SPY | 50% | -36% |
TLT | 50% | 32% |
In deze portefeuille zou men slechts 2% overall hebben verloren, bij een aandelenverlies van -36%. Het is derhalve belangrijk om naar correlaties te kijken. En dan niet alleen tussen aandelen en obligaties, maar tussen alle portefeuille componenten. En dan krijgt u zoiets als dit:
Bron: Bespoke Investment Group
In dit voorbeeld van een correlatiematrix uit 2012 zien we bijvoorbeeld dat de relatie tussen de SP500 en de Amerikaanse dollar negatief is (-0.53).
In dit artikel hebben we u op hoofdlijnen wat meer uitleg gegeven over de eerste 4 onderdelen van ons MAMM model: ETF’s, Momentum, Volatiliteit en Correlatie. De volgende keer zullen we u bijpraten over de andere ingrediënten; Dynamische Allocatie, Sentiment, Risico en Diversificatie.
Mocht u ondertussen persoonlijk worden geïnformeerd over deze unieke beleggingsmethode, dan horen we graag van u.
Resultaten MAMM: