De Technische belegger, Nieuwsbrief voor de actieve belegger. Jaargang 30 – nr 7 8juli 2024
Door Gijsbrecht van Dommelen.
Het lijkt wel alsof markten doelbewust bezig zijn de spot te drijven met analisten en hun economische theorieën. Uit allerhande hoeken blijkt, dat de industrie in met name Europa, maar ook in de VS, het moeilijk heeft. De investeringscyclus is in de eerste zes maanden van dit jaar door een dal gegaan. Logischerwijze betekent dat voor Centrale Banken een accomoderend beleid, hetgeen wil zeggen dat Centrale Banken in een fase van renteverlagingen zouden moeten verkeren. In Europa is dat ook zo, in de VS nog altijd niet. In Europa daalt de inflatie dan ook harder dan in de VS, dus tot zover geen discussie wat ons betreft. Maar wat dan wel erg vreemd is, is het feit dat de lange rente in Europa in de voorbije weken weer wat is gestegen, terwijl de lange rente in de VS juist is gedaald. Dat is volkomen tegenstrijdig.
Nu is de zomerperiode begonnen en markten verkeren dan in een fase van relatieve rust. Omzetten zijn laag en er gebeurt dus niet zoveel op de beurs. Het politieke gekrakeel in Europa en in de VS krijgt dan gemakkelijk de overhand, maar heeft op markten weinig invloed. Waarschijnlijk is de eerstvolgende belangrijke politieke gebeurtenis de verkiezing van een nieuwe Amerikaanse president en dat duurt nog wel even.
Ondertussen is er onderhuids wel wat aan de hand. Aandelenkoersen stijgen nog steeds en dat gaat zelfs in een gestaag tempo. Van echte topvorming is nergens sprake. Het enige zorgelijke op de aandelenmarkten is het feit dat de koersstijgingen van grote indices zoals de S&P 500 en de MSCI Wereld Index door steeds minder aandelen gedragen wordt. Zo is er in de VS niet meer sprake van de Magnificent 7, maar van de Magnificent 3. 4 van de 7 aandelen die de kar dit voorjaar trokken zijn al afgehaakt. Alleen, de trend verslapt maar weinig. Dat kan alleen als er aan de zwakke kant van het spectrum sprake is van bodemvorming. Andere sectoren moeten de kar gaan trekken als de grote tech-aandelen het af laten weten. En dat lijkt precies aan de gang te zijn. Normaal gesproken gaat zo’n transitie met geweld gepaard. Beleggers verkopen eerst en kopen dan pas later terug met grote schokken tot gevolg. Maar dat hoeft natuurlijk niet altijd zo te gaan.
Nu nog Nvidia kopen is vragen om ongelukken. En het seizoen voor aandelen is niet goed. Voeg daarbij de vreemde bewegingen op de obligatiemarkten en u zult zich wellicht kunnen voorstellen, dat wij niet staan te springen om op dit moment meer aandelen te kopen. Posities wisselen kan dan wel. Zwakke broeders eruit en dan niet direct opnieuw andere aandelen aankopen, maar wachten op de volgende correctie. Want dat die er gaat komen is zeker, al was het maar omdat veel indices inmiddels erg ver van hun 200-daags gemiddelde af zijn geweken. Het is wat dit betreft tijd voor “Mean Reversion”, een adempauze, die de koersen weer dichter bij hun meerjarige gemiddelden brengt.
AEX Index op dagbasis (fig. 1)
In de daggrafiek van de AEX Index in figuur 1 is goed te zien dat er van topvorming nog geen sprake is. De AEX Index is een van de leidende indices van dit jaar dankzij het grote aantal chipfondsen en financials in de index. Afgelopen week werd zelfs een correctie weer met een sprongetje omhoog afgesloten waarmee de opwaartse trend wederom is bevestigd. Wel tekent zich langzaam maar zeker een opgaande wedge af, een beweging waarbij de onder en bovenkant van het kanaal steeds dichter bij elkaar komen. De wedge is omhoog gericht maar wordt doorgaans met geweld in tegenovergestelde richting, hier dus omlaag, gebroken. En het MA200 ligt met een waarde van 828 wel erg ver onder de huidige koers, terwijl indicatoren (overigens logisch in een wedge-patroon) negatief divergeren. Daarmee is het beeld duidelijk “overbought” te noemen, maar is er nog geen acute reden tot zorg. “Mean reversion” kan wel leiden tot stevige correcties richting 895, en daarna zelfs tot ergens tussen 829 en 859. Dat zou heel gezond zijn en mag niet als overdreven negatief gezien worden.
De AMX Index op weekbasis (fig. 2)
Dat de markt erg smal aan het worden is, moge uit figuur 2 blijken. Daar ziet u een weekgrafiek van de AMX Index, zeg maar het tweede garnituur in Amsterdam. Dit beeld is veel minder sterk dan dat van de AEX Index om niet te zeggen ronduit negatief. Er was sprake van een kopschouderbodem, maar toen de uitbraak niet doorzette zakte de index met geweld terug tot onder het niveau van de rechter schouder. En dat is technisch gezien erg gevaarlijk, een daling tot zelfs onder de bodem rond 750 (waar de kop van de kopschouder haar bodem vond) is nu heel goed mogelijk. En hier wijst juist niets erop, dat aan de daling een vroegtijdig einde gaat komen. De AMX Index is een short-kandidaat, waar een hervatting van de lange termijn opgaande trend voorlopig nog niet in beeld is.
DAX Index, weekbasis (fig. 3)
Nog een beeld dat aanzienlijk zwakker is dan dat van de AEX Index, maar wel beter dan dat van de AMX Index, vindt u in figuur 3. De DAX Index beweegt al enkele weken in een min of meer zijwaartse richting en hier zou zelfs sprake kunnen zijn van een top in wording. Maar het is nog te vroeg om het beeld te kunnen duiden, want voor hetzelfde geld is de DAX met een correctie bezig waarbij toch steeds een net iets hogere koers ten opzichte van de vorige top wordt bereikt en elke bodem ook weer net iets hoger dan de vorige bodem komt te liggen. Dat zou dan een “running correction” zijn, een sterk patroon dat daarna een versnelling van de opwaartse trend inluidt. Waarschijnlijk is dit scenario niet, maar zolang er geen duidelijkheid is, is het gevaarlijk om daarop vooruit te gaan lopen. De DAX geeft momenteel geen uitsluitsel maar blijft al wel achter. Als de koers nu gaat dalen, dan is het koersdoel 16.300.
De Nasdaq 100 Index op weekbasis (fig. 4)
De S&P 500 Index en de in figuur 4 getoonde Nasdaq 100 Index zijn de sterkste twee van de grotere indices. Vrijdag werd opnieuw een flinke stap omhoog gezet resulterend in weer een mooie grote witte candle. Hier is in het geheel geen sprake van topvorming. Echte dalingen moeten dus op korte termijn niet verwacht worden, maar het beeld begint wel trekjes te krijgen van blow-off-achtige patronen. In zo’n fase zal de spoeling voortdurend dunner worden maar worden de koersstijgingen van de paar winnaars wel steeds extremer. Dat eindigt altijd in een tranendal, maar vooraf valt niet te zeggen hoe groot de stijging in de laatste fase zal zijn. Of je nu 80 keer of 100 keer de winst voor Nvidia betaalt, dat maakt in zo’n fase niet meer uit. En aangezien deze onderneming (en met Nvidia nog een paar andere tech-bedrijven) inmiddels enorm zwaar in de Nasdaq 100 en de S&P 500 wegen, kunnen zij in hun eentje de opwaartse trend nog zelfs doen versnellen. Ook hier kan in feite slechts één negatief punt benoemd worden en dat is de afstand tot het MA40-weken (dat overeenkomt met het MA 200-dagen). Een correctie vanaf het huidige niveau tot circa 18.400 zou slechts normaal zijn en brengt de trend zelf niet in gevaar. Maar als een reactie daarheen snel verloopt en die steun het vervolgens niet houdt, dan kan het heel erg snel verder omlaag gaan.
De rente in de VS en in Europa (fig. 5)
In figuur 5 is goed te zien waar onze zorg in de inleiding vandaan komt. De bovenste koersgrafiek, die van de Bund Index, toont een daling hetgeen betekent dat de lange termijn rente in Europa afgelopen weken is gestegen. De onderste grafiek vertoonde aanvankelijk ook een daling, maar die werd in de eerste week van juli ongedaan gemaakt. Dat beeld ziet er per saldo veel positiever uit en kondigt in feite een daling van de lange rente in de VS aan. En dat lijkt haaks te staan op de economische realiteit. Toch zijn wij voorstander van het verlengen van de gemiddelde looptijd van obligatieportefeuilles ook in €. En daarom hebben wij eind juni een volgende stap gezet met de aankoop van aandelen in het Blue Bay Investment Grade Bond fund, een obligatiefonds van een gerenommeerd obligatiehuis met een prima track record. Als de rente inderdaad gaat dalen verwachten wij daar met dit fonds van te kunnen profiteren. Wij blijven bij onze koersdoelen voor de Bund Future richting 141 en voor de Amerikaanse 10Jaars Treasury Index richting 117.
US$ en de € op weekbasis (fig. 6)
De rentedaling in de VS afgelopen week zorgde opnieuw voor een ommekeer in de $-koers. Op de weekgrafiek in figuur 6 is dat nog niet in een doorbraak omlaag geresulteerd, maar tekenend is wel, dat de reactie omlaag heftiger was dan de reactie omhoog toen de ECB haar rentetarief voor het eerst sinds lang weer verlaagde, enkele weken geleden. Onderin de figuur hebben wij een oplopende blauwe trendlijn getekend. Als die gebroken wordt, dan is het alle hens aan dek met een eerste koersdoel rond 0,89, maar daarna al snel 0,86. De $ is geen goede plek om als belegger te vertoeven momenteel!
Brentolie in US$ per vat (fig. 7)
Een van de redenen waarom wij denken, dat de industriële cyclus uit een dal omhoog aan het kruipen is, is de koersontwikkeling van de olieprijzen op de wereldmarkt. Zowel Brentolie als de OPEC Olie Index lijken rijp voor een uitbraak omhoog. En dat is raar als men uitgaat van een recessie in de wereld. Want waar komt dan de vraag vandaan die tot hogere prijzen leidt? Echt positief mag men pas worden als Brentolie boven US$98 per vat noteert, maar dan is de belegger al rijkelijk laat. Goed voor de inflatie is dit beeld ook niet. Het is misschien wel de kanarie in de kolenmijn, die ons erop wijst, dat een eventuele rentedaling geen lang leven beschoren zal zijn.
Goud in US$ per troy ounce (fig. 8)
Nog zo’n gevaarlijk beeld is in figuur 8 te vinden. Voor beleggers in goud is dit beeld erg goed, want met name in de onderste grafiek, waar de koersontwikkeling van een troy ounce goud in € is te zien, is een bullish patroon te zien, een correctie in de vorm van een vlaggetje. De kans dat goud hieruit naar boven toe uitbreekt is erg groot. Maar voor het inflatiebeeld en dus de rente is dit niet goed. Eerder schreven wij, dat in de huidige correctie goud wel eens tot US$2.075 per troy ounce terug zou kunnen zakken. Maar het begint erop te lijken, dat wij dat punt niet meer gaan zien en dat de opwaartse trend al eerder zal worden hervat. Per saldo is en blijft ons koersdoel nog steeds US$2.475 per troy ounce op middellange termijn. Nog hogere targets zijn zeer wel denkbaar, maar het is nu nog te vroeg om daar op vooruit te lopen.
Disclaimer
De auteur is medeverantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van Today’s Group BV, een vermogensbeheerder met vergunning van de AFM. Dit stuk is geen beleggingsadvies. Wie conform bovenstaande ideeën belegt of wenst te beleggen doet dat voor eigen rekening en risico. In dit kader wijzen de auteur en Today’s Group BV alle verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit stuk van de hand. De besproken effecten en strategieën vertegenwoordigen een hoog risico.