De Technische Belegger
Nieuwsbrief voor de actieve belegger, door Gijsbrecht van Dommelen.
In Europa lijken veel bomen tot in de hemel te groeien, maar in veel andere markten (zoals de VS) is al enige tijd een correctie aan de gang, waarbinnen de maand mei een herstel liet zien, dat echter niet tot nieuwe hogere niveaus heeft geleid. De S&P 500 Index en de Nasdaq 100 Index zijn weer terug dichtbij de laatste top, maar technisch heeft het allemaal veel weg van een dubbele top in wording. Het is verder opvallend, dat de rente op de kapitaalmarkten in de afgelopen maand opnieuw is gestegen en dat aandelenkoersen toch zijn opgelopen. Natuurlijk, veel bedrijfsresultaten waren positief en vielen bovendien mee, maar het is niet logisch als de rente stijgt en aandelenkoersen dat dan ook doen. In Europa werden daarbij wel nieuwe toppen bereikt, maar daar is ook wel enige reden toe.
Want in de Westerse wereld wordt het hoe langer hoe duidelijker, dat de investeringscyclus voor het bedrijfsleven weer begint aan te trekken. Ondernemers zijn positiever geworden in hun verwachtingen voor de komende maanden en voorraden zijn weer terug op gezonde niveaus. Het helpt daarbij dat in Europa de ECB haar verwachting, als zij deze zomer met een eerste renteverlaging gaan komen, niet heeft bijgesteld. Dit in tegenstelling tot de FED, die aanvankelijk al in april met een renteverlaging dacht te kunnen komen en nu eerder aan september of oktober zit te denken. Dit verklaart ongetwijfeld het positievere beeld op de Europese aandelenmarkten ten opzichte van dat in de VS.
Ondertussen loopt het consumentenvertrouwen echter terug. Vooral in de VS is dat vertrouwen zodanig gedaald, dat analisten beginnen te vrezen voor een bestedingsrecessie. Voor aandelenmarkten in het algemeen hoeft dat geen blijvend probleem te zijn, temeer omdat dit de kans vergroot dat de FED uiteindelijk toch met renteverlagingen komt. Het betekent wel, dat beleggers zich meer op cyclische bedrijven en industriële bedrijven moeten richten en minder op bedrijven die juist meer van de consument afhankelijk zijn.
Wel kan gesteld worden, dat markten daarmee in een fase van transitie zijn terechtgekomen. Sectorverschuivingen verlopen zelden soepel. Schoksgewijze aanpassingen zijn dan normaler. En gelet op het feit, dat dit voorjaar per saldo mooie stijgende trends heeft laten zien, moeten wij opnieuw concluderen, dat het meest waarschijnlijke scenario wordt omschreven door de aloude beurswijsheid: “Sell in May and go away, but don’t forget to come back after September”.
AEX Index op dagbasis (fig. 1)
Een van de meest positieve grafieken van dit moment vindt u in figuur 1. De AEX Index bevindt zich in een opwaartse trend, alle voorgaande weerstanden zijn gebroken en het lijkt alsof de bomen tot in de hemel groeien. Maar onderin de figuur zijn de eerste kleerscheuren al te zien, de MACD divergeert duidelijk negatief en de andere indicatoren laten ook een vermoeid, overbought beeld zien. Het is tijd voor wat men ook wel het principe van “mean reversion” noemt, terugkeer naar de voortschrijdende gemiddelden. Het MA200 ligt op 796 en dat is historisch gezien ver onder de huidige koers.
Dus of er is tijd nodig voor een zijwaartse correctie, waarin dat gemiddelde weer dichter bij de huidige koers komt, of de index zakt terug naar datzelfde voortschrijdende gemiddelde. En dat beeld vindt u overal in Europa terug. Duitsland, Frankrijk en Spanje, allemaal markten waarin een sterke bullmarkt aan de gang is, ogen overbought en zijn toe aan een reactie. En aangezien de meeste niet-Europese markten juist al duidelijke toppatronen laten zien, moet men er vanuit gaan, dat de komende weken in het teken van een correctie zullen staan, die de trend verder hooguit in een wat rustiger vaarwater brengt. Van topvorming is geen sprake, dus dit is geen reden om massaal uit aandelen te stappen, maar her en der wat winst nemen door te grote posities iets te verkleinen lijkt een goed idee.
Russell 2000 Index op weekbasis (fig. 2)
Vorige maand wezen wij u al op een zogenoemd “Negative Engulfing Pattern” of wel een “Negatief Omarmingspatroon”. Dit is een negatieve candle, mits de opening de dag erna lager is. En dat was die opening ook. De daling die daarop volgde en het slechts beperkte herstel dat daar weer op volgde vormen samen een belangrijk negatief signaal. Er kan nu immers een neklijn getekend worden aan de onderkant van wat op een kopschoudertop begint te lijken. Die onderkant ligt op ca 1.920. Als die grens gebroken wordt, dan kan een koersdoel berekend worden van ca 1.800.
Daarmee wordt nog altijd niet de onderkant van het langjarig bodempatroon, dat ook in de figuur is getekend, geraakt (1.640), maar zo’n koersdoel geldt als minimum doel dus dat zou per saldo wel degelijk kunnen gaan gebeuren. De logica, vanuit fundamenteel perspectief bezien, voor weer een daling in dit langjarige zijwaartse patroon lijkt ook helder. Met name in de VS lijkt het erop, dat de consument terughoudender is geworden. Aan de kant van de consument is sprake van recessieachtige verschijnselen. Bedrijven die van de consumentenmarkten afhankelijk zijn hebben daar last van en in de Russell 2000 Index zitten veel van dat type ondernemingen. Figuur 2 past in elk geval prima in onze verwachting, dat de zomer van 2024 vooral een stagnerende aandelenmarkt kan gaan laten zien.
Nikkei Dow Jones Index, weekbasis (fig. 3)
Niet alleen in de VS is een top gezet, ook in andere markten is een correctie begonnen, die zoals het zich nu laat aanzien, nog niet ten einde is gelopen. Japan, toch in 2023 een van de sterkere aandelenmarkten (even los van de valutaire ontwikkeling, figuur 3 toont een index-ontwikkeling in ¥ en die is de laatste maanden behoorlijk zwak geweest), is duidelijk met een correctie bezig. Daarbinnen herstelde de index afgelopen maand iets, maar niets wijst momenteel op een hervatting van de bulltrend. Integendeel, het lijkt vrij waarschijnlijk, dat de index in de komende een à twee maanden opnieuw de weg omlaag zal inslaan. Een reactie tot zelfs de steun bij 35.000 zou passen in het lange termijn beeld van figuur 3. Er is dan per saldo weinig aan de hand, het levert hooguit een beter instapmoment op.
De AMX Index op weekbasis (fig. 4)
Al enige tijd laten wij ons positief uit over de kansen voor de kleinere aandelen in Europa, waarbij wij steevast verwijzen naar de AMX Index. Met de waarschuwing hierboven ten aanzien van de Russell 2000 Index, is het logisch om toch ook even naar de AMX Index in Nederland te kijken. En daar is afgelopen maand niet veel gebeurd. De index daalde terug naar de neklijn en steeg in de laatste week weer iets. Dit is niet geheel ongebruikelijk bij dit type kopschouderbodempatroon. Het gebeurd wel vaker, dat een kopschouderpatroon na de uitbraak door de neklijn heen, een min of meer zijwaarts patroon laat zien in lijn of langs de neklijn.
Dat maakt de uiteindelijke trend alleen maar sterker, maar het kan best nog tot aan het einde van de zomer duren vooraleer de weg omhoog uiteindelijk gevonden wordt. Dat zou dan mooi passen in het beeld dat wij hierboven al geschetst hebben, dat van een correctie die in de VS al is begonnen en in Europa nog voor de deur staat, maar die in beide gevallen een groot deel van de komende zomer in beslag kan nemen. Figuur 4 spreekt dus niet van afstel, hooguit van uitstel.
De rente in de VS en in Europa (fig. 5)
Op de obligatiemarkten is afgelopen maand weinig te beleven geweest. De rente is per saldo zowel in de VS als in Europa nog iets verder gestegen, maar veel heeft het allemaal niet om het lijf gehad. Als u naar figuur 5 kijkt, dan ziet u dat de dalende trend van beide obligatiekoers-indices verder is gegaan, maar in een zeer gematigd tempo. Het beeld in figuur 5 oogt als dat van een correctie die nog een maand verder is doorgezet. In maart hebben wij al een eerste stap gezet om de gemiddelde looptijd van de obligatieportefeuilles te verlengen en ook komende week verwachten wij daar opnieuw een stap in te zullen zetten. Want wij gaan er nog altijd vanuit, dat de rente op de lange kant van het spectrum in de loop van de komende zomer zal gaan dalen. De 10-jarige Bund future (bovenste grafiek van figuur 5) kan gemakkelijk terug richting de paarse lijn die rond 141 ligt, toch een koersstijging van 10%. Wij herhalen daarom onze uitspraak van vorige maand: Het meest waarschijnlijke scenario in dit beeld is een geleidelijk herstel komende maand met daarna een rally richting 141 voor de Bund future en richting 117 voor de 10-jaars Treasury Index.
US$ en de € op maandbasis (fig. 6)
Het is eigenlijk heel raar, dat de $-koers in de afgelopen maand niet veel meer dan een cent of drie is opgelopen ten opzichte van de €. Immers, de marktverwachtingen over de rentepolitiek in de VS van de FED zijn sterk verslechterd. Niet alleen gaan analisten er nu vanuit, dat de rente in de VS pas later dit jaar verlaagd gaat worden, maar ook het aantal renteverlagingen waar de markt vanuit gaat is flink gedaald. In Europa daarentegen blijft de ECB aangeven, dat zij al binnenkort met een eerste verlaging gaat komen en alle economische grootheden wijzen ook op de logica van dat besluit. Dacht men eerst dat de FED zou beginnen en de ECB later dit jaar zou volgen, de rollen zijn nu omgedraaid. En dat is sterk in het voordeel van de $. Als die dan slechts 3 cent stijgt en in het beeld geen enkele belangrijke weerstand gebroken wordt, dan doet dit het ergste vermoeden voor de iets langere termijn. Het bevestigt ons in de overtuiging, dat in figuur 6, de onderste opgaande groene trendlijn uiteindelijk omlaag gebroken gaat worden en dat dan de ultra lange termijn dalende trend van de $ ten opzichte van de € weer hervat zal worden met een koersdoel van uiteindelijk misschien zelfs 2$ voor één €.
Brentolie in US$ per vat (fig. 7)
Afgelopen maand viel de koers van een vat Brentolie terug in het lange termijn dalende trendkanaal, dat wij al vele maanden lang laten zien. Daar is niet zoveel mis mee, temeer omdat die terugval in de onderste grafiek veel meer lijkt op een voortzetting omlaag boven langs de dalende trendlijn, die eerder al was gebroken. Het is meer van hetzelfde en uitstel van een uiteindelijke opgang, die steeds waarschijnlijker wordt. Dat de Westerse investeringscyclus weer aantrekt ondersteunt onze verwachting, dat het slechts een kwestie van tijd is alvorens olieprijzen weer trendmatig gaan oplopen. Steun ligt er rond US$77 voor Brent, maar het zou ons verbazen als dat niveau gehaald wordt.
Goud in US$ per troy ounce (fig. 8)
Over goud kunnen we kort zijn. De koers van een troy ounce goud zit in een bulltrend, daar horen correcties bij. En zo’n correctie is afgelopen maand aan het werk geweest. Dat laat onverlet, dat het eerste koersdoel, dat wij vorige maand al noemden, US$2.475, blijft staan. In deze fase van de trend is elke correctie een kans om bij te kopen. Als u naar de grafiek kijkt, dan zou u kunnen zeggen dat het allemaal wat hard gaat. Dat vinden wij ook, dus de kans dat de huidige correctie nog even aanhoudt is aanwezig, maar er is geen enkele reden om nu al winst te nemen. De oscillator bovenin de grafiek divergeert niet negatief. En dat betekent, dat de huidige terugval niets anders is dan een normale correctie. Zolang de koers boven US$2.075 per troy ounce blijft hangen, maken wij ons geen enkele zorg over onze beleggingen in goud.
De volgende uitgave van De Technische Belegger staat gepland voor maandag 10 juni 2024.
Disclaimer
De auteur is medeverantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van Today’s Group BV, een vermogensbeheerder met vergunning van de AFM. Dit stuk is geen beleggingsadvies. Wie conform bovenstaande ideeën belegt of wenst te beleggen doet dat voor eigen rekening en risico. In dit kader wijzen de auteur en Today’s Group BV alle verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit stuk van de hand. De besproken effecten en strategieën vertegenwoordigen een hoog risico.