Nadat de rente in Europa en de VS op de kapitaalmarkten al enkele maanden aan het stijgen was, werden markten afgelopen maand plotseling wakker. Ineens werd men bang voor het terugkeren van inflatie. Obligatiemarkten waren daar al langer mee bezig (vandaar de stijgende rente), maar aandelenbeleggers realiseren zich dit soort problemen vaak pas later en reageren dan ook schichtiger. Een stijgende rente betekent dat het waarderingsmodel voor groeiaandelen onder druk komt te staan. Groeiaandelen worden immers meer gewaardeerd op basis van contant gemaakte toekomstige kasstromen terwijl Waardeaandelen meestal meer op de huidige ondernemingswaarde worden beoordeeld. Als de rente dan gaat stijgen en de economie weer van het slot gaat, dan daalt direct de toekomstige waarde van een groeiaandeel, terwijl veel waardeaandelen dan juist profiteren en daarmee hun waarde zien toenemen. Het gevolg is fases van paniekverkopen in de hoek van groeiaandelen. Als markten dalen, dan wil niemand kopen, dus ook geen waardeaandelen, maar als markten dan tot rust komen, dan blijven de verkochte aandelen uit de gratie terwijl de waardeaandelen dan weer gewoon doorstijgen. Brede indices laten in dit soort fases zijwaartse of dalende patronen zien en wie dus alleen maar naar de AEX Index kijkt denkt dan dat markten in een correctie zitten met mogelijk zeer negatieve scenario’s als gevolg.
En dat is precies wat afgelopen maand ons heeft getoond: indices met vooral zijwaartse patronen waarin de volatiliteit toenam. Maar de wereld gaat ondertussen wel verder. In het Westen zijn de vaccinatieprogramma’s nu goed op stoom geraakt en dalen de besmettingscijfers flink. Overal beginnen overheden de economieën van het slot te halen. Het leidt tot verstoringen in specifieke ketens (een tekort aan chips in de auto-industrie, een tekort aan personeel in de horeca), met hamsterwoede in sommige hoeken tot gevolg (grondstoffen). Ondertussen is de pandemie in de rest van de wereld zeker nog niet onder controle en duiken er voortdurend nieuwe varianten op, waarvan nog moet worden vastgesteld of de huidige vaccins ons daar voldoende tegen bewapenen. Het economische nieuws zal daarmee niet voortdurend positief uitpakken. En dus blijven centrale banken nog even de geldkraan open houden. De basisvoorwaarde voor aandelenbeleggingen blijft daarmee overeind: geld in overvloed.
De Russell 2000 Index op dagbasis (fig. 1)
Dat markten al langer in een fase van correctie verkeren is goed te zien aan de daggrafiek van de Russell 2000 Index. Dit is de index van de grootste 2.000 in de VS genoteerde ondernemingen. En die heeft zijn top al in maart van dit jaar neergezet en is nu bezig met het formeren van een grote zijwaartse evenwijdige driehoek. Dat is geen slecht patroon, de kans is groot dat wij op kortere termijn al een uitbraak omhoog gaan zien. Maar hij vindt plaats aan het einde van een grote opwaartse beweging, en daarmee is het meest waarschijnlijk scenario een uitbraak omhoog die als nel na het doorbreken van de top uit maart weer tot stilstand komt en vervolgens opnieuw een correctie inzet. De indicator onder in de grafiek pleit voor een uitbraak omhoog, deze ligt rond het nulpunt en lijkt uit te bodemen. Maar het nulpunt betekent ook dat er geen sprake is van oversoldheid. De markt heeft dus net zoveel ruimte aan de onderkant als aan de bovenkant. Een gelijkbenig driehoek zegt ook, “wacht op de uitbraak, want je weet niet zeker naar welk kant die plaats gaat vinden”. Om daar iets meer zekerheid over te verkrijgen kijken wij altijd naar meerdere “time frames”, een analyse alleen op dagbasis en gebaseerd op één index is nooit voldoende.
DJIA Index op weekbasis (fig. 2)
DJIA Index op weekbasis (fig. 2)
In figuur 2 ziet u daarom ditmaal de weekgrafiek van de Dow Jones Industrials Average, de DJIA. Ook hier is in de voorbije twee weken sprake geweest van een correctie, maar deze index tikte zelfs begin mei nog een nieuw All-Time high aan. Van een al enkele maanden durende correctiefase is hier helemaal geen sprake. Bovendien mogen de schommelingen van de afgelopen twee weken heftig geleken hebben (bij de AEX bedroeg de beweging van hoog naar laag 34 punten in slechts een paar dagen), op de grafiek in figuur 2 is deze beweging nauwelijks te zien. En alle indicatoren liggen hier nog altijd hoog. De DJIA heeft daarmee weinig ruimte gekregen in deze correctie, eerder lijkt er sprake geweest te zijn van een mini-dip. Deze grafiek zegt niet dat de oplopende trend voorbij is, maar wel dat een correctie van grotere orde voor de deur staat. Een uitbraak omhoog is dus ook nu nog goed mogelijk, maar die moet geen aanleiding zijn tot het innemen van nieuwe posities, integendeel, figuur 2 zegt in feite dat een volgende beweging omhoog eerder een gelegenheid is om aandelenposities wat af te bouwen.
De DAX Index op dag- en maandbasis (fig. 3 & 4)
Ook de DAX bewoog een paar keer scherp op en neer afgelopen maand, maar veel schade is er niet geleden. En het lijkt, in de daggrafiek, alsof de koers alweer op het punt staat om de volgende hogere top te gaan zetten. Het Momentum, onder in de figuur, is niet te hoog, er is dus nog ruimte voor een volgende stijging.
En kijkt u vervolgens naar figuur 4, waarin de maandgrafiek van dezelfde index getoond wordt, dan zou u zo mogelijk nog optimistischer kunnen worden. Want hier is sprake van een keurige uitbraak omhoog, door een enigszins oplopende weerstandslijn. In beide gevallen is er niets aan de hand, zolang de index maar niet terug onder de steunlijn van 14.232 zakt. Maar dat is daarmee ook precies het gevaar, waar beleggers komende zomer rekening mee moeten houden. Want een koersdaling vanaf het huidige niveau naar 14.323 betekent een correctie van ongeveer 10%. En zelfs iets meer, als de koers eerst nog kortstondig een nieuwe hogere top neerzet. Het scenario voor de komende zomermaanden, de aloude spreuk “sell in May and go away, but don’t forget to come back after September” indachtig, is daarmee nog eenmaal een sprongetje omhoog, met in de loop van de maand juni of juli een top, die daarna gevolgd wordt door een correctie terug richting het niveau van de uitbraak in figuur 4, een correctie van zo’n 10% over de hele linie.
De Rente in US$ en € (fig. 5)
Eindelijk deed de rente op de kapitaalmarkten afgelopen week wat centrale bankiers al enige weken verkondigen, namelijk enigszins dalen, althans in Europa. Want in de VS bleef de rente op de kapitaalmarkten stabiel liggen vlak onder een belangrijke lange termijn weerstandslijn (zie figuur 5, onderin). En dat is ook niet helemaal onlogisch. Want de inflatieangst mag dan wel hebben toegeslagen afgelopen maanden, alleen in de VS is er een teken dat de inflatie duidelijk is opgelopen en de meeste analisten zijn het er over eens, dat de oplopende inflatie momenteel slechts het effect is van een juist dalende inflatie een jaar geleden. Weinig analisten geloven dat de inflatie in de komende maanden structureel zal gaan stijgen. Wie hierin gelijk krijgt zal de toekomst uitwijzen, maar daarmee is het wel logisch dat we nu een fase ingaan waarin markten ten aanzien van de rente een pas op de plaats maken, in afwachting van meer concrete bewijzen dat de inflatieangst ongegrond was.
De US$ en de € (fig. 6)
Op lange termijn is het verschil in begrotingspolitiek funest voor de $. Die zal dus de dalende trend ten opzichte van de € voortzetten. Maar afgelopen maand (zie figuur 6) is de koers aanbeland bij de vorige bodem en die valt samen met een belangrijke steunlijn (0,81). De oplopende trendlijn onderin de figuur is al in maart gebroken, maar, zoals dat niet ongebruikelijk is, de koers beweegt zich nu langzaam maar zeker omhoog onder langs die trendlijn. Als de rust op de obligatiemarkten wederkeert, dan mag men ook voor de $ een fase van relatieve rust verwachten waarin de huidige oplopende correctiefase nog een of meerdere maanden wordt voortgezet. Maar schijn bedriegt in dit geval, want de lange termijn trend is en blijft voorlopig omlaag gericht. Zoals wij dat al enkele malen op dit podium hebben gezegd: De $ is op termijn op weg naar 0,5 (2 $ per €), en niet, zoals veel analisten nog geen jaar geleden meenden, naar pari. De schatting die momenteel in de media de ronde doet als zou de $-€-verhouding op ongeveer 1,35 moeten liggen (in de grafiek 0,74) is wat ons betreft slechts een tussenstation.
Ondertussen gebeuren er wel degelijk zaken die van grote invloed zullen gaan blijken op de renteontwikkeling en de (zie verderop) waardeontwikkeling van de $ ten opzichte van de €. Want in de VS is het volgende enorme stimuleringspakket aangenomen en blijft de overheid dus maar strooien met geld. Geld, dat er niet is, en dat daar dus gewoon gecreëerd wordt. In Europa daarentegen, wordt zoals altijd veel gepraat, maar van de al aangekondigde plannen blijkt overal slechts een deel feitelijk tot stand te komen en wordt meer en meer duidelijk dat na 2021 de meeste begrotingstekorten weer snel zullen krimpen. Als de ECB dan ook haar opkoopprogramma afbouwt, dan kan de rente in Europa weer omlaag (minder vraag naar kapitaal door overheden en een prudenter begrotingsbeleid met dalende schuldquota tot gevolg), terwijl de rente in de VS verder kan gaan stijgen omdat daar het tekort inflatoir gaat werken door een snel oververhittende economie. Het is nog niet zover, maar een gewaarschuwd mens telt voor twee.
Want voor de komende maand (en daartoe beperken wij onszelf doorgaans in de Technische Belegger) verwachten wij rust op de obligatiemarkten. De rente zal wel wat fluctueren, mogelijk zelfs wat kunnen dalen, maar veel zal het allemaal niet om het lijf hebben.
De prijs van een vat Brent-olie (fig. 7)
En nog een plaats in de financiële markten waar de zomermaanden wel eens bijzonder rustig zouden kunnen verlopen is de oliemarkt. In de grafiek hebben wij een horizontale grens getekend op US$52,50 per vat (Brent). Daarboven, rond US$60, ligt nog een horizontale lijn. Wij gaan er vanuit, dat de olieprijzen in de komende maand of maanden tussen deze twee grenzen heen en weer zullen bewegen.
De Oscillator onder in de grafiek en de daar nog onder getekende Stochastics hebben allebei de weg omlaag al ingezet. De trend is daarmee zijn energie kwijt en moet op krachten komen. Of we daarmee de uiteindelijke top hebben gezien is nog niet te zeggen, maar de dalende trendlijn in de grafiek zal voor de nodige weerstand zorgen en die ligt nu wel erg dichtbij.
Shell en de klimaatuitspraak van de rechter
Veel Nederlandse klanten zijn in het bezit van aandelen Shell, en daarom willen wij op deze plaats ook iets zeggen over de gevolgen van de uitspraak van de Nederlandse rechter afgelopen week in de klimaatzaak die tegen Shell was aangespannen. Het is nog erg vroeg om al met een definitief oordeel te komen aangezien Shell ongetwijfeld nog in beroep zal gaan tegen deze uitspraak. Maar de uispraak staat niet op zichzelf. Klimaat wordt een steeds belangrijker vraagstuk ook voor (beursgenoteerde) ondernemingen zoals Shell. Dat hier ook van enige hypocrisie sprake is moge duidelijk zijn, dezelfde burger die tegen Shell protesteert wil tegelijkertijd niet investeren in een duurzamer huis, zijn auto aan de kant zetten, stoppen met barbecueën en de openhaard aansteken en ga zo maar verder.
Maar de tendens voor het ondernemingsleven is helder. De uitstoot van CO2 moet omlaag en de verantwoordelijkheid daarvoor ligt niet meer alleen bij overheden, maar ook bij ondernemingen zelf. En dus, met horten en stoten weliswaar, zullen ondernemingen de eigen productie schoner gaan maken.
Dat het sneller moet dan zij nu gepland hebben, heeft als consequentie vooral dat deze ondernemingen meer moeten gaan investeren. En voor de belegger betekent dat in eerste instantie een lager of niet groeiend dividend en een hogere kostprijs van de productie en dus een lagere winstgevendheid. Daarmee is het nieuws van de uitspraak voor grotere ondernemingen zoals Shell negatief en wordt een belegging in Shell dus minder aantrekkelijk.
De extra investeringsdruk kan echter ook het bedrijf tot een voorloper in de sector maken. En dan wordt het bedrijf natuurlijk weer een aantrekkelijke kandidaat. Maar daar zal wel enige tijd overheen gaan, mogelijk zelfs enkele jaren.
Goud (fig. 8)
Ondertussen brak de goudprijs uit een correctiepatroon omhoog, dat al sinds begin 2020 was opgebouwd. De koers is nu aanbeland bij een oude weerstand van US$1.915 per troy ounce. Het lijkt er op, dat een adempauze onder dit niveau, met zelfs een daling tot onder de bodem van dit voorjaar (de steunlijn op US$ 1.690) heel goed mogelijk is. Maar voor hetzelfde geld zien wij komende maand nog een sprong richting US$2.075, waar de top van 2020 ligt. In beide gevallen gaan wij er vanuit, dat het lange termijn beeld voor goud niet wezenlijk wordt aangetast. De lange termijn trend is omhoog gericht en een koersdoel van US$2.900 per troy ounce is daarin helemaal niet ondenkbaar. Maar de korte termijn ziet er wat overbought uit en dus is een correctie niet meer dan logisch na de snelle sprong omhoog van afgelopen maand.
Beleggen bij Today’s
Al enkele maanden is in markten een transitie te zien, waarbij beleggers de aandelen van groeigerichte ondernemingen verkopen en deze vervangen door de aandelen van meer klassieke, waarde georiënteerde ondernemingen. Dat is een switch, die wij al veel eerder in 2020 gemaakt hadden. Dat leverde ons in 2020 een achterstand op, op veel indices, maar zorgt er nu voor dat wij zelfs in een stagnerende fase van de markt, de portefeuilles van onze cliënten voor de vijfde maand achtereen in waarde hebben zien groeien. Het is er ook de reden van, dat het Prijs<Waarde Model, dat een zuiver waardegericht model is, het dit jaar ruim beter doet dan al onze andere aandelenportefeuilles. En wij vinden dat niet erg. Geen enkel beleggingsmodel presteert onder alle omstandigheden altijd het beste. Zaak is, dat bij tijds geswitched wordt van de ene trein naar de andere. En 2021 is vooralsnog een jaar waarin duidelijk is, dat wij hierin geslaagd zijn. Het jaar is nog lang, een correctie komende zomer lijkt onvermijdelijk, maar wij verwachten dat deze strategie ons dit jaar geen windeieren zal leggen.
De volgende uitgave van de Technische Belegger verschijnt op maandag 5 juli 2021.
Disclaimer
De auteur is medeverantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van Today’s Group BV, een vermogensbeheerder met vergunning van de AFM. Dit stuk is geen beleggingsadvies. Wie conform bovenstaande ideeën belegt of wenst te beleggen doet dat voor eigen rekening en risico. In dit kader wijzen de auteur en Today’s Group BV alle verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit stuk van de hand. De besproken effecten en strategieën vertegenwoordigen een hoog risico.