De Technische Belegger
Nieuwsbrief voor de actieve belegger
Op de eerste plaats wensen wij u graag een heel goed, gelukkig en bovenal gezond 2024 toe vanaf deze plaats in dit, in meerdere opzichten, kroonjaar voor uw redacteur en voor deze nieuwsbrief, die zijn 30ste jaargang ingaat met deze editie.
Deze publicatie is volledig op persoonlijke titel en kan mogelijkerwijs niet de mening van het bedrijf (Today’s Group BV) vertegenwoordigen. Dit is de persoonlijke mening van Gijsbrecht van Dommelen.
Daarnaast is het natuurlijk de vraag wat 2024 voor ons in financiële zin in het verschiet heeft. Wij pretenderen niet dat wij een glazen bol hebben, maar drie thema’s zijn al duidelijk zichtbaar voor 2024. Het eerste thema is dat van de recessie. Algemeen is de verwachting dat die eigenlijk al een feit is, in China vrij diep is, in Europa dieper dan in de VS zal uitpakken, maar per saldo toch redelijk mild en dat hij in de VS vooral sluimerend zal zijn. Dat laatste staat in verband met het tweede thema van dit jaar, de presidentsverkiezingen in de VS. Deze laatste zal eerst in het voordeel van de Republikeinen verlopen, omdat die een voorverkiezing binnen de eigen gelederen door moeten maken met voorlopig Trump als ver voorlopende hoofd-kandidaat. Pas wanneer de feitelijke campagne begint, die moet gaan uitmaken of wij opnieuw een democratische president krijgen of juist een Republikeinse, zal de race vooral in economische zin spannend worden.
En het derde thema voor 2024 zal de vraag zijn of Centrale Banken de korte rente weer zullen gaan verlagen en zo ja vanaf wanneer en met hoeveel? Dit laatste hangt vooral af van de vraag of de inflatie inderdaad structureel laag zal blijven. En het antwoord op die vraag is heel onduidelijk. Als de inflatie laag blijft, dan is het politieke belang om de rente snel en veel te verlagen groot. Want zonder lagere rente kan de energietransitie geen doorgang vinden en zullen veel overheden mogelijk ook nog eens zelf in de problemen komen door een snel toenemende rentelast. En Centrale Banken kunnen aan deze politieke behoefte tegemoet komen zolang de inflatie binnen de perken blijft, dus ergens tussen 0% en 3% blijft hangen.
Voor obligatiebeleggingen betekent dit naar verwachting een goed eerste half jaar, maar daarna zouden de gevolgen van een recessie zichtbaar moeten worden in faillissementen, doordat in de loop van 2024 steeds meer bedrijven zich moeten gaan herfinancieren. Als dan bovendien de inflatie weer oploopt zal het op het obligatiefront snel gedaan zijn met de rust.
Op het terrein van aandelen is er nog een extra ontwikkeling van belang. De eerste tekenen zijn zichtbaar, dat de investeringscyclus weer naar boven begint te wijzen. Het lijkt er op, dat op dit terrein het dieptepunt van de huidige conjunctuurfase achter ons ligt. En dat zou betekenen, dat basisindustrieën als staal en chemie en in hun kielzog zware machine-industrie weer aan de weg omhoog kunnen beginnen. In december 2023 zijn hier de eerste gevolgen al van te zien geweest. De winnaars van vorig jaar lijken erg duur te zijn geworden en hier ogen de technische plaatjes juist “overbought”. Misschien is dat er ook wel de reden van, dat de eerste week van het nieuwe jaar teleurstellend is verlopen met (nu nog beperkte) koersdalingen over een brede linie.
En dan is het natuurlijk ook nog eens zo, dat er elk jaar wel weer iets gebeurt, waar niemand rekening mee gehouden had, dat per saldo wel degelijk soms zelfs grote invloed op de beursontwikkelingen wereldwijd had. En waarom zou 2024 hierop een uitzondering zijn? Omdat het een schrikkeljaar is?
Voor ons was 2023 een lastig aandelenjaar. Wie de AI-rally miste heeft weinig lol gehad aan aandelenbeleggingen. Zo zakte de AMX MidKap Index in 2023 per saldo zelfs met -/- 0,38%! Maar die fase is voorbij en 2024 belooft een meer klassiek jaar te worden. Een jaar van Presidentsverkiezingen in de VS is statistisch gezien een goed jaar voor aandelen, waarbij men 26 maanden voorafgaand aan de verkiezingen zou moeten beginnen met kopen. Dat laatste punt ligt al ver achter ons, maar het verkiezingsjaar zelf is zojuist pas begonnen. Dus laten we daar vooral vanuit gaan.
Russell 2000 Index op weekbasis (fig.1)
Als onze verwachting voor het komende jaar uitkomt, dan zou het beste rendement niet in de grote “magnificent 7” behaald moeten kunnen worden maar juist in de aandelen van middelgrote ondernemingen, de Mid Kaps. En dan is het niet meer dan logisch dat wij eerst naar de Russell 2000 Index in de VS kijken. Wij lieten in de vorige editie van de Technische Belegger deze index ook al de revue passeren, juist omdat zich toen een significante uitbraak omhoog aandiende uit een groot horizontaal correctiepatroon. Dit patroon lag en ligt op een cruciaal langjarig niveau en een uitbraak omhoog zou, zo schreven wij toen, een nieuwe opwaartse trend inluiden. Die doorbraak (door de weerstand van 2.020) kwam er in december inderdaad, maar afgelopen week viel de index weer met een flinke tik terug in het kanaal. Dat is een uitermate zwak signaal, omdat hiermee sprake kan zijn van een “false move”, die ook professionele beleggers op het verkeerde been zet en dan vaak tot een scherpe tegenovergestelde reactie leidt. Het probleem is echter dat de Russell 2000 Index niet erg duur is bezien vanuit fundamenteel oogpunt. Historisch gezien zijn midkap aandelen op westerse beurzen zelfs bijzonder goedkoop ten opzichte van de grotere beursgenoteerde ondernemingen. Dus of deze tik omlaag kondigt een zwaardere recessie aan in de VS dan beleggers eerder hadden voorzien, of dit is slechts onderdeel van een correctie, die dan plaats gaat vinden rond de weerstand van 2.020 punten. En dat laatste is bij dit type grote correctiepatronen eerder regel dan uitzondering. Wij gaan ons pas zorgen maken als deze index onder 1.830 zakt. Alles daarboven zien wij als een niet meer dan normale correctie op de rally die tussen oktober en december 2023 in figuur 1 heeft plaatsgevonden.
AMX Midkap Index op weekbasis (fig. 2)
Figuur 2 ondersteunt deze conclusie. Hier ziet u de weekgrafiek van de Nederlandse tegenhanger van de Amerikaanse Russell 2000 Index (RUT), de Amsterdam Midkap Index (AMX). Deze index bestaat uit veel minder aandelen dan de RUT. Maar het gaat hier ook om de middengroep, nu in Amsterdam. Ook hier heeft in het najaar een flinke rally plaatsgevonden en ook hier was afgelopen week een behoorlijk zwakke. Het grote correctiepatroon is hier niet een horizontaal kanaal maar een dalend kanaal en er heeft uit dit kanaal nog geen uitbraak omhoog plaatsgevonden. Wel is rechts in de figuur een bodempatroon te zien, een zogenoemde kopschouderbodem. In dit patroon is nu de rechter schouder in de maak, dus er kunnen nog geen conclusies getrokken worden. Maar als deze index komende maand wat heen en weer blijf gaan, met een nog iets lager dieptepunt en als de index daarna tot boven 934 uitstijgt, dan ondersteunt deze hele beweging ons voorzichtig optimisme voor aandelenbeleggingen voor 2024.
En daarmee hebben wij twee doelen neergelegd, een stoploss op 1.830 voor de Russell 2000 en een doorbaak omhoog voor de AMX Index op 934. Tussen die twee grenzen kunnen beleggers beter nog even aan de zijlijn blijven.
Nasdaq 100 Index op weekbasis (fig. 3)
Een tweede verwachting die wij in de inleiding uitspraken is een afzwakking van de trend in de grote Amerikaanse aandelen, de “Magnificent 7”. Dat zou zichtbaar moeten worden in de Nasdaq 100 Index en in de S&P 500 Index. En dus tonen wij u in figuur 3 de weekgrafiek van de Nasdaq 100 Index (met de kanttekening dat de grafiek van de S&P 500 Index er vrijwel identiek uitziet). De koers heeft in december een punt bereikt net boven de top van 2021. Maar direct daarna zakte de index weer stevig terug. Dit is goed terug te zien in de plaatjes van de “Magnificent 7”. Die hebben allemaal een stapje terug gezet. Met name Apple heeft een veer gelaten. Figuur 3 geeft nog geen aanleiding om echt nerveus te worden. Deze index zou zomaar terug kunnen vallen tot ongeveer 15.300 (nog zo’n 7% lager!), zonder dat het echt negatief wordt. Maar dat zich een correctie van grotere orde heeft aangediend, dat lijkt wel zeker, nu de indicatoren onderin de figuur allemaal negatief divergeren. Als het aan dit beeld ligt, dan wordt januari geen mooie maand.
De AEX Index op dagbasis (fig. 4)
Dat er een korte termijn correctie is ingezet moge blijken uit figuur 4. De AEX Index is in twee weken tijd ruim 20 punten gezakt. Dat is een redelijk gemiddelde daling van ca 3%, die vrijwel overal te zien is geweest. Maar de indicatoren onderin de figuur laten nog geen positieve divergenties zien. Vrijdag was een mooie omkeer dag, maar dan moet maandag de beurs wel hoger openen en sluiten. En dan nog moet men ervan uitgaan, dat deze correctie nog enige tijd te gaan heeft. Ernstig van aard is de correctie niet, hij volgt op een logisch punt namelijk onder dezelfde top die ook al in juli 2023 te zien geweest is. Maar dit beeld ondersteunt wel het beeld op de weekgrafieken, namelijk dat beurzen een periode van onzekerheid zijn ingegaan met een correctie van wat grotere orde dan wij al weer even gezien hebben.
De rente in de VS en in Europa (fig. 5)
De rede, dat er overal op de aandelenmarkten gas teruggenomen wordt is te vinden in figuur 5. De obligatiemarkten hebben afgelopen week een pas op de plaats gemaakt. Zowel in de €-zone als in het $-gebied is de tien-jaars rente gaan stijgen. Wij hebben al vaker op deze plek geschreven dat de obligatiemarkt zich gedraagt als een olietanker. Hoe significanter een ommekeer, des te langduriger is het top- of bodemproces dat daaraan voorafgaat. Als beleggers een structureel dalende lange rente willen zien, dan zal het proces van topvorming enige tijd in beslag moeten nemen en is een correctie in beide grafieken in figuur 5, waarbij beide koersindices weer een duidelijke stap terug zetten, heel normaal en heel gezond. De aanleiding werd gevonden in tegenvallende inflatiecijfers in de VS. Maar die verklaren niet de heftigheid van de reactie. De heftigheid zit hem waarschijnlijk in het feit dat de obligatiemarkten weer wat “overbought” geraakt waren. De recente daling van de lange rente en dus stijging van obligatiekoersen heeft gewoon tijd nodig om te worden verwerkt. Het probleem in figuur 5 is wel, dat in beide gevallend de index niet eens in de buurt van de laatste top is gekomen en dus ook niet er overheen. En dat is een zwak teken. Laten we beleidsmakers helpen hopen, dat de economie in de VS niet te robuust is met als gevolg daarvan een snel weer oplopend inflatietempo, want dan zijn de rapen gaar!
US$ en de € op weekbasis (fig. 6)
De $ heeft het een paar weken lang moeilijk gehad en tikte daarbij eind 2023 opnieuw de dalende (groene) verschillende keren voor een ommekeer heeft gezorgd. Hij valt samen met een steunzone tussen 0,89 en 0,91 (of zo u wil circa 1,10 in de omgekeerde verhouding). Opnieuw kan de $ weer wat omhoog ten opzichte van de €, maar al met al is het grotere plaatje wel duidelijk verzwakkend voor de $. Het grote probleem in de VS is het enorme begrotingstekort van de Amerikaanse overheid. Dat kan eenvoudig worden weggewerkt als de overheid de belastingvoet voor de rijke bovenlaag enigszins opschroeft. Maar daar ziet het nog niet naar uit en met een structureel tekort van meer dan 6% (ruim tweemaal het toegestane tekort in Europa) kan dan de $ alleen maar verder verzwakken. Gemeten naar koopkracht zou al een koers van circa 0,7 à 0,8 (of 1,20 à 1,30 in de omgekeerde verhouding) normaal zijn en als dat bereikt wordt, ligt in technische zin een veel verdere verzwakking in het verschiet. De uitslag van de Amerikaanse verkiezingen dit jaar zou hierin wel eens een belangrijke rol kunnen gaan spelen.
Brentolie in US$ per vat (fig. 7)
Als de investeringscyclus weer aantrekt, dan moet verwacht worden, dat ook de olieprijzen weer gaan oplopen. Misschien dat dit de reden is, dat de olieprijzen in de voorbije weken een kleine bodem lijken te hebben gezet. Maar figuur 7 laat per saldo geen vrolijk beeld zien voor de Arabieren. Want voorlopig is de correctie slechts van korte termijn aard en vindt hij plaats binnen een dalende trend. In technische zin is een pas op de plaats komende maand de meest logische verwachting, komt ons scenario voor 2024 uit, dan zullen olieprijzen in de loop van 2024 toch weer een flinke stap omhoog kunnen gaan zetten. US$ 75 per vat Brent is nog steeds de steun, breekt die, dan is US$63 het volgende doel.
Goud in US$ per troy ounce (fig. 8)
Voor de vierde keer binnen vier jaar is de weerstand van US$ 2.075 onoverkomelijk gebleken. Maar nadat de laatste keer het goud gedurende één dag toch even door deze grens brak en er vervolgens direct weer onder zakte is er geen scherpe daling gevolgd. In tegendeel, de koers kroop toch weer terug naar deze grens. Nog is het gevaar niet geweken, want de indicatoren divergeren negatief. Maar er is voldoende ruimte voor opnieuw een correctie, waarbij de prijs van een troy ounce goud dan wel boven US$1.920 moet blijven. Per saldo verwachten wij in 2024 dat de bull-markt in goud wordt hervat en de grens van US$2.075 definitief genomen gaat worden.
Uiteindelijk is het jaar voor de meeste beleggers toch nog een mooi jaar geworden. Alleen onze beide aandelen selectoren hebben dit jaar hun doelstellingen niet gehaald. En dat is volledig te danken aan het missen van de AI-rally, die vooral in Amerikaanse aandelen plaatsvond die niet in het universum van deze methodieken zitten. Maar eerlijk is eerlijk, wij hadden wel moeten profiteren van de rally in de semiconductors en ook dat is niet gelukt in 2023. Beleggen in dure aandelen op het moment dat een economie in een conjuncturele neergang wegzakt, is gevaarlijk en heeft ons duidelijk te voorzichtig gehouden. Absolute uitblinker was onze Global ESG-portefeuille. Die was dan ook goed vertegenwoordigd in de hoek van de AI èn in de hoek van de Europese semiconductoren. Het is ook de meest volatiele methodiek, die wij hanteren gelet op de flinke min die het model in 2022 behaalde. Een goede, sterke tweede was de Prijs<Waarde Methodiek, die 2023 afsloot met een resultaat dat net iets beter uitkwam dan de AEX Index op 14,8% (netto na kosten). Hier betaalde zich dit keer het feit uit, dat deze methodiek eigenlijk zelden uit aandelen stapt. In scherpe marktcorrecties is dat een probleem, maar in de aandelenmarkt van 2023 bleek dit een voordeel te zijn en dat, nadat het negatieve resultaat in 2022 naar verhouding beperkt was. Over twee jaar gemeten is het resultaat duidelijk beter dan dat van de AEX Index geweest.
Maar ook onze obligatieportefeuilles hebben een goed jaar achter de rug. Daardoor konden ook de meer defensieve portefeuilles flink profiteren en werden hier de doelstellingen eveneens ruimschoots verslagen. Daarmee is 2023 voorbij en begint de lat voor ons voor 2024 weer opnieuw op 0% met een doel variërend van 4% tot 8% afhankelijk van het risico dat wordt gelopen en moeten er in de aandelen selectoren nog enkele achterstanden uit 2023 worden weggewerkt. Wij gaan daar weer met goede moed en nieuwe energie voor u aan werken.
Best presterende Vladeracken-model in 2023: Today’s Prijs<Waarde + 14,9%
Best presterende model van Today’s in 2023: Today’s Global ESG Sust. Equity + 28,3%
De volgende uitgave van de Technische Belegger verschijnt op maandag 5 februari 2024.
Disclaimer
De auteur is medeverantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van Today’s Group BV, een vermogensbeheerder met vergunning van de AFM. Dit stuk is geen beleggingsadvies. Wie conform bovenstaande ideeën belegt of wenst te beleggen doet dat voor eigen rekening en risico. In dit kader wijzen de auteur en Today’s Group BV alle verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit stuk van de hand. De besproken effecten en strategieën vertegenwoordigen een hoog risico.