TA Belegger: Nr. 10 – 3 oktober 2022

De Technische Belegger,

Nieuwsbrief voor de actieve belegger

Jaargang 2 8 • N r 1 0 • 3 o k t o b e r 2 0 2 2

Het kenmerk van een echte bearmarkt is, dat elke bearmarkt zelfs professionele beleggers weer nederig maakt. De bearmarkt overvalt beleggers en niet omdat de omslag naar beneden onzichtbaar is. Bearmarkten beginnen onverwacht, maar lang van te voren is zichtbaar, dat het begin eraan zit te komen. Beleggers die dan al verkopen doen dat achteraf gezien over het algemeen goed, maar zij moeten veelal in de laatste weken van de voorafgaande bullmarkt veel winst laten liggen. Beleggers, die pas na de piek verkopen, beginnen de verkoopronde met een voorsprong, maar vrijwel geen enkele belegger verkoopt alle aandelen in de portefeuille. Bovendien stappen verkopende beleggers vrijwel altijd over op langlopende staatsobligaties. En dat was dit keer een zeer slechte beslissing. Want obligatiemarkten hebben in 2022 vrijwel net zulke grote verliezen laten zien als aandelen. En dat is een tweede kenmerk van bearmarkten, zij lijken zelden of nooit op elkaar.

 

Achteraf bezien zijn vele oorzaken voor de huidige bearmarkt aan te wijzen. De Covid-crisis zorgde voor logistieke verstoringen, die prijsopdrijvend werkten. Vervolgens viel tegen vrijwel ieders verwachting in Rusland onder aanvoering van president Putin toch Oekraïne binnen en bleek hij daarbij ook op slinkse wijze de Europese gasmarkt geknecht te hebben. Net toen de logistieke Covid-gerelateerde problemen zich voorzichtig begonnen op te lossen ontspoorde de Europese gasmarkt en ontstond er wereldwijd een run op energie en andere grondstoffen. Ondertussen reageerden Centrale Banken in de VS en in Europa veel te traag en durfden politici als vanouds geen keuzes te maken. Gevolg: een volkomen uit de hand lopende inflatiespiraal. Toen Centrale Bankiers vervolgens ook nog eens tegenstrijdige signalen begonnen af te geven was het hek van de dam. Als er iets is dat beleggers haten, dan is dat onzekerheid. Niemand heeft er een probleem mee, als de rente stijgt. Zolang dat pad van renteverhogingen helder en consistent is, kunnen beleggers zich daaraan aanpassen. Maar wanneer ontwikkelingen onvoorspelbaar worden, worden beleggers onzeker. En een hogere onzekerheid betekent een hogere risicovoet en dus ook een hogere vereiste vergoeding voor dat risico. Gevolg: prijzen op effectenmarkten dalen. En dit keer deed zich de perfecte storm voor, geen enkele haven was veilig behalve die van contante middelen (die ondertussen in feite door de met inflatie gepaard gaande geldontwaarding ook een verliespost opleverde).

 

Het goede nieuws is echter dat de bearmarkt haar einde nadert. Beleggers, die in paniek raken, en financiële schandalen die overal aan het licht komen, zijn tekenen van de naderende ommekeer ten goede. Wij zullen een poging wagen in deze editie om in te schatten hoe diep precies het uiteindelijke dieptepunt zal zijn. Fibonacci speelt daarin een grote rol.

 

Maar laten wij dan wel met een waarschuwing beginnen. De uiteindelijke paniekgolf heeft vrijwel altijd een smerig, agressief karakter. Liquiditeit droogt dan op met scherpe agressieve bewegingen in neerwaartse zin, maar vervolgens ook in opwaartse zin tot gevolg. En vaak volgen een aantal van dit soort paniekerige golven elkaar in sneltrein vaart op. Het is een zeer onrustige fase, waarin in feite maar één goed advies kan gelden: blijf stilzitten, verkoop niets meer, en wacht af tot het bloed in de straten van Wall Street loopt alvorens weer in te stappen. Want bearmarkten eindigen ook altijd en worden daarna steeds weer gevolgd door mooie opgaande bewegingen waarvan de zittenblijvers doorgaans het meeste profiteren.

 

Wij hebben in de meeste portefeuilles van onze klanten 25% tot 35% belegd in contante middelen en zeer defensieve (want kortlopende) obligatieposities. Daarmee voorkomen wij niet dat er verliezen gemaakt worden. Maar als de rook van het slagveld op de beurzen optrekt, zijn wij prima in staat om tussen de scherven mooie pareltjes op te pakken

 

Fibonacci

 

Voordat wij met onze analyses beginnen willen wij eerst even een korte toelichting geven op de hierboven al genoemde methodiek van Fibonacci. Fibonacci was een wiskundige die een reeks getallen definieerde, die nu bekend staat als de reeks van Fibonacci. Hij begon met de getallen 0 en 1 en telde die bij elkaar op om het volgende getal in de rij te verkrijgen. 0 + 1 = 1, dus de reeks is dan 0, 1, 1. Tel de laatste twee cijfers in de reeks op en u krijgt 2 als het volgende getal en zo verder. De reeks wordt dan: 0,1,1,2,3,5,8,13,21,34,45,79 etc. Als men steeds twee opeenvolgende getallen door elkaar deelt, dan neigt deze deling naar een verhoudingsgetal, 1,618. Dit getal is een getal dat ook in de architectuur en in de kunst veelvuldig terugkomt zonder dat wetenschappers een verklaring hebben waarom dit getal in de natuur zo belangrijk is. Het getal wordt ook wel de gulden snede genoemd. De meeste mensen vinden een rechthoek vanuit esthetisch oogpunt pas mooi als de lange en de korte kant zich als 1 staat tot 1,618 verhouden. In de natuur komt dit verhoudingsgetal ook

 

regelmatig terug, bijvoorbeeld in de hoek die bladeren, nerven van bladeren en takken tot elkaar en de stam maken. Het is een getal, dat een bepaald optimum markeert in de natuur waarvan de wetenschappelijke verklaring nog altijd ontbreekt. Deze Fibonacci-reeks wordt ook binnen de technische analyse veel toegepast om doelen te schatten van grotere bewegingen. Zij die de Technische Belegger regelmatig lezen weten dat ook wij veelvuldig gebruik maken van zogenoemde Fibonacci-retracement levels. Dit zijn projectielijnen, die op met deze reeks bepaalde afstanden liggen, gemeten vanuit eerdere grotere bewegingen. In de voor u liggende analyses hebben wij deze retracement levels in enkele grafieken getekend. De belangrijkste grens is daarbij een beweging omlaag, die 61,8% van de voorgaande beweging corrigeert. Zolang een daling boven deze grens eindigt, is sprake van een correctie van de voorgaande opwaartse trend. Wordt deze grens gebroken, dan moet naar een grotere totaalbeweging gekeken worden en moet de correctie dus ook ingeschat worden als van een grotere, langer durende orde.

De consequenties hiervan zijn enorm. Want overal naderen wij nu het punt waarop deze beslissing gaat vallen. En als de grens houdt, dan is de bearmarkt voorbij. Als de grens weliswaar tijdelijk steun levert maar vervolgens alsnog gebroken wordt, dan moeten wij naar langere termijn grafieken gaan kijken om een inschatting te kunnen maken van wat ons nog te wachten staat.

S&P

S&P 500 Index op weekbasis (fig. 1)

In figuur 1 hebben wij de S&P 500 Index opgenomen. De retracement levels zijn getekend vanuit de rally die in maart 2020 is begonnen tot aan de top eind 2021. De retracement levels zijn weergegeven met behulp van horizontale blauwe lijnen met links ervan een percentage. Dit percentage geeft aan hoeveel van de laatste opgaande beweging is ingeleverd. De S&P 500 Index nadert de 50% grens. Een daling die 50% van de voorgaande beweging inlevert is al een zeldzaamheid, maar in dit geval valt die grens ook nog eens samen met de top uit 2019 (en nog enkele toppen daarvoor, die hier niet te zien zijn). Er ligt hier heel veel belangrijke steun. En vlak daaronder ligt de 61,8% grens die ook weer samenvalt met enkele belangrijke keerpunten onder andere uit 2020.

 

Als u dan ook nog bedenkt, dat de indicatoren onderin de figuur allemaal duidelijk een oversold situatie indiceren, dan is de logische conclusie: deze huidige dalende fase is in elk geval qua tijd gemeten dichtbij het einde van de daling.

Nasdaq

De Nasdaq 100 Index op weekbasis (fig. 2)

 

En deze conclusie wordt duidelijk bevestig door de Nasdaq 100 Index in figuur 2. Natuurlijk, geheel onlogisch is dat niet, want veel van de grootste, meest bepalende fondsen in deze index zijn ook belangrijk voor de S&P 500 Index. Beide indexen zullen dus per definitie een hoge correlatie vertonen. Maar de Nasdaq 100 index is per saldo veel gevoeliger voor de renteontwikkelingen dan de S&P 500 Index. Voor belangrijke bodems moeten deze twee, in de VS uiterst belangrijke indices elkaar, zeker in een fase waarin de stijgende rente de belangrijkste oorzaak van de koersdalingen is, dus bevestigen.

 

In deze grafiek hebben we ook nog een tweede Fibonacci-retracement patroon getekend, nu een die bepaald is ten opzichte van de gehele beweging omhoog sinds eind 2017. Veel verschil levert dat, qua retracement-steun op het 50%- en 61,8%-niveau, niet op. Maar het maakt de nabijheid van de 61,8% steun wel nog belangrijker.

Dax

De DAX Index op weekbasis (fig. 3)

Een veel minder rentegevoelige, maar minstens zo belangrijke index is de DAX Index (waarin de grootste Duitse beursgenoteerde ondernemingen zijn opgenomen). Hier is het beeld veel zwakker. Deze index is al ruim onder de top van 2019 / 2020 gezakt en is ook al onder het 50%-retracement niveau gezakt. Hier nadert de index de nog veel belangrijkere 61,8% grens (die overigens samenvalt met de steun van 11.400, waar de index in 2020 na de Covid-crash een eerste reactie omlaag zag eindigen). Opvallend is dat hier de weekcandle juist weer een sterkere is dan in de twee grafieken die wij u hierboven lieten zien. Als de Duitse beurs komende week significant hoger sluit, is hier sprake van een duidelijk turn-around candlepatroon. Ook deze grafiek zegt in feite, dat het einde van de correctie die begin dit jaar is ingezet, nabij is, mits er inderdaad hier sprake is van een correctie van de opgaande trend uit 2020 – 2021.

AEX

De AEX Index op dagbasis (fig. 4)

De volgende vraag is natuurlijk of beleggers komende week al een vervolg op de huidige dalende trend kunnen verwachten dan wel of het op de korte termijn al omhoog kan? Daartoe hebben wij in figuur 4 de dagkoersen van de AEX Index opgenomen. Het beeld is hoe dan ook sterker dan dat van de DAX Index, omdat hier de bodem van juni nog overeind is gebleven, waar dat in de DAX niet het geval is. Die is al daardoorheen gezakt. Afgelopen week draaide de AEX Index weer ten goede, precies op deze steun. Indicatoren divergeren bovendien duidelijk positief, hetgeen ons doet vermoeden, dat we in de komende week eerst nog een opleving gaan zien alvorens misschien alsnog de steun te gaan testen. Want dat is nog steeds heel goed mogelijk en waarschijnlijk. Bearmarkten kenmerken zich, zoals in de inleiding al gezegd, door een slotfase waarin vaak paniekachtige bewegingen te zien zijn. En van echt paniek is nog geen sprake geweest (al waren wij daar vorige week wel dichtbij). Een opleving nu kan dan ook een volgende “bear-trap” betekenen, een val, opgezet door markten om beleggers, die te vroeg instappen, op het verkeerde been te zetten. Deze korte termijn bodem is dus voor ons geen aanleiding om in te stappen, wij zoeken naar meer bevestigingen, zowel op de langere termijn als in andere grootheden zoals de rente, de $ en de grondstoffenmarkten.

Bund

De 10-jaars rente in € en $ (fig. 5)

Want om in deze aandelenmarkt een bodem te kunnen gaan zien zal ook de rentemarkt, althans die op de lange kant van het spectrum, een draai moeten laten zien. In figuur 5 ziet u wat voor een vrije val de 10-jarige obligaties van de Duitse staat en van de Amerikaanse staat hebben doorgemaakt. De opmerkingen van FED-voorzitter Powell hebben de markt enorm doen schrikken. De Bund future zakte daarop snel en diep tot onder de bodem van juni / juli van dit jaar. Maar hij bereikte daarmee wel meteen de volgende steun en zette daarbij (hier minder goed te zien) een candle die een bodem kan betekenen, mits de rente komende week weer wat zakt.

En in fundamentele zin is er alle reden om te veronderstellen, dat de rente op niet al te lange termijn weer gaat dalen. De Westerse economieën koersen namelijk in sneltreinvaart af op een recessie. De stijgende rente, de onzekerheid over de situatie in Oekraïne en de torenhoge energieprijzen beginnen tot hun tol te eisen op het vertrouwen van consumenten en producenten in de nabije toekomst. Ondanks de nog altijd hoge spaaroverschotten betekent het wegebbende vertrouwen, dat investeringen worden teruggebracht en dat consumenten de hand op de knip gaan houden. Natuurlijk wordt deze laatste groep vooral in Europa flink geholpen door overheden, die wederom hun portemonnee trekken om de oplopende energierekeningen te helpen betalen, en door stijgende lonen, maar deze maatregelen compenseren slechts ten dele de koopkrachtdaling van de Westerse consument. Bovendien zijn veel van deze maatregelen tijdelijk van aard en ziet de consument de bui voor 

daarna al hangen. Hij neemt de hulp dus dankbaar in ontvangst maar gaat niet meer uitgeven.

Een recessie heeft tot gevolg dat de vraag naar grondstoffen en energie weer daalt. Over een breed front (zie bij figuur 7 ons commentaar op de ontwikkelingen van de olieprijzen) dalen prijzen van grondstoffen al enkele weken tot maanden. En dat heeft op haar beurt weer directe invloed op de inflatie. Die gaat komend jaar onherroepelijk dalen (en daalt in sommige deelgebieden nu al). Ondertussen gaat het in China ook niet goed en dreigt de VS na de verkiezingen van 24 november aanstaande in een nieuwe politieke patstelling terecht te komen. Verder hebben in Engeland de conservatieven nu definitief gekozen voor het opblazen van hun eigen partij met de Engelse economie als directe slachtoffer Daarmee is de vraag niet meer of er een recessie in de wereld komt, maar vooral hoe diep die gaat worden.

En dat leidt er vervolgens weer toe, dat de lange rente zal gaan zakken en de obligatiemarkten weer zullen opveren.

USD

De US$ en de € (fig. 6a & 6b)

  USD week

Nog een factor van belang, die bovendien ook op een belangrijk keerpunt is aanbeland, is de $-koers. Wij hebben ditmaal twee $-grafieken opgenomen, een maandgrafiek en een weekgrafiek. In de maandgrafiek (6a) ziet u de $-grafiek uitgedrukt in € over een periode sinds begin 1970 (met de DM als voorloper voor de €). Schuin door het beeld ziet u twee oranjerode lijnen, die de lange termijn dalende trend markeert van de $ t.o.v. de €. De $ is in de kern een zwakgeld munt. Problemen worden in de VS al vanaf het begin opgelost met het bijdrukken van $’s. Maar voor de DM en de € geldt dat sinds het einde van de tweede wereldoorlog niet. Hier wordt een restrictiever beleid gevoerd in die zin, dat overheden hun begrotingstekorten niet monetair kunnen financieren.

Vanuit technisch perspectief is het oplopende kanaaltje, dat rechtsonder in de figuur is te zien en dat met groene lijnen is gemarkeerd, nog veel interessanter. Want dit kanaaltje heeft het karakter van een correctie op de grote lange termijn dalende trend. En binnen dit kanaaltje is de koers aangekomen bij de bovenkant. Het is tijd voor een reactie omlaag binnen dit oplopende correctiepatroon. En als het inderdaad een correctiepatroon is, dan moet uiteindelijk een uitbraak omlaag verwacht worden. Dit is er de reden van, dat wij al heel lang tot de bears ten opzichte van de $ horen, een positie die ons dit jaar geld heeft gekost in de vorm van gemiste opbrengsten.

In figuur 6b hebben wij dit kanaal uitvergroot, waarbij wij alleen de laatste twee raakpunten van het kanaal hebben weergegeven. De bovenkant van het kanaal ligt op 1,05 en is afgelopen week net geraakt. De licht oplopende trendlijn, die boven de koersen langs gaat, is een kortere termijn trendlijn, die geheel binnen het correctiekanaal van de maandgrafiek ligt. De koers is daar vorige week nog wel doorheen gebroken, maar inmiddels ligt de koers met 1,01 net boven dit kortere termijn lijntje. En alle indicatoren in de weekgrafiek zijn overbought en divergeren negatief of staan op het punt om dat te doen. De trend die dit jaar in de $ te zien is geweest staat op het punt om te eindigen en om te slaan is onze conclusie.

 

Conclusie

Belangrijke keerpunten in financiële markten komen nooit alleen. Om de huidige bearmarkt tot een einde te laten komen zullen meerdere belangrijke keerpunten te zien moeten zijn. Een draai in de lange rente lijkt ons daarbij van essentieel belang en die is nog niet te zien geweest, ook al ligt de rente wel op een cruciaal punt van waaruit een draai ten goede zonder meer denkbaar is. Een draaiende $-koers past daar ook in en ook hier is de draai nog niet een feit. Grondstoffen en energieprijzen zijn al wel gedraaid, die waren dit keer de eersten. Daarmee kan voor de aandelenmarkten slechts gesteld worden, dat de bearmarkt qua tijd vrijwel ten einde is, maar dat het keerpunt waarschijnlijk nog niet te zien is geweest. En dus is het zaak om nog aan de kant te blijven staan.

Brentolie in US$ per vat (fig. 7)

Olie

Zoals hierboven al werd opgemerkt, in de energiemarkten is de draai al een feit. De olieprijzen hebben afgelopen zomer een dubbele top laten zien en zijn daarna tot onder de neklijn van dat patroon gezakt, een bevestiging. Brent Olie en Opec Olie liggen allebei op of vlak boven de top uit 2018, een belangrijke top omdat deze precies het midden markeerde tussen de beide bodems, die in de figuur te zien zijn. Het is mogelijk, dat het daarmee gedaan is met de daling van de olieprijzen, maar waarschijnlijk is het niet. Want er is genoeg olie in de wereld, meer dan genoeg zelfs om het wegvallende Russische aanbod op te vangen. De grens van US$85 is nu een steun voor Brent, maar alles wijst erop, dat deze het niet lang zal houden en dat Brent daarna tot zelfs $61 per vat kan terugzakken. De oplopende trend, die in de OPEC-grafiek rechtsonder te zien is, is in elk geval al gebroken. Inflatie gaat komend jaar in elk geval niet uit deze hoek komen.

Goud

Goud in US$ per troy ounce (fig. 8)

De steun van US$1.675 heeft het uiteindelijk niet gehouden. Want de koers van een troy ounce goud ligt daaronder. Maar het is gevaarlijk om uit figuur 8 de conclusie te trekken, dat daarmee de weg omlaag is ingeslagen. Om te beginnen is de candle, die afgelopen week werd neergezet, een positieve. Als de koers maandag hoger opent, is het zelfs denkbaar dat hier een belangrijke lange termijn bodem bereikt is. En de kans hierop is groot want de indicatoren onderin de figuur ogen overbought en het Momentum divergeert positief. In een fase van hoge inflatie èn oorlog is goud doorgaans een veilige haven. Dit keer is dat niet het geval geweest, althans niet in $’s. Want in € gemeten is er helemaal geen sprake van een doorbraak omlaag en is goud dit jaar zelfs een winstgevende belegging geweest, ook nu na de recente koersdaling nog. Nog sterker, in lijn met wat wij hierboven al hebben geschreven, het is meer dan waarschijnlijk dat ook de goudprijzen een draai ten goede zullen maken als de rente weer zou gaan dalen. Schrijf uw goudbeleggingen dus nog niet af, goud zal wel niet de eerste draai ten goede maken, maar ook hier is sprake van een naderende kentering.

 

Beleggen en de Today’s (Vladeracken)-methodiek

Opnieuw hebben wij een moeilijke maand achter de rug met negatieve resultaten over een brede linie. Er zijn over het algemeen veel contanten en verhoudingsgewijs defensieve posities in de portefeuilles van onze klanten en die dempen de verliezen duidelijk. Daarmee blijven wij in veel gevallen de indices voor. Maar tevreden zijn wij hier niet mee want niemand koopt wat voor het “minder verliezen dan een ander”. Verliezen zijn nooit goed, ook niet als ze minder groot zijn dan bij anderen. In de voorbije maand hebben wij nog wel enkele posities verkocht om de voorraad liquiditeiten verder te vergroten. Zo werden aandelen Shell verkocht, aandelen Apple en aandelen in een fonds van goudmijnbouwbedrijven. Ook zijn wij begonnen met de verkoop van posities in het Factor FX Fonds van First Trust. Dit fonds is een rentefonds, dat een relatief gering verlies heeft geleden en het daarmee helemaal niet zo slecht gedaan heeft, maar de les in markten als de huidige is, dat rond bearmarkt dieptepunten gekozen moet worden voor fondsen met een hogere volatiliteit. Wij maken ons klaar om in beleggingsfondsen te stappen die in Europese staatsobligaties beleggen, juist om te gaan profiteren van de flink gestegen rente. Maar in juli hebben wij al een eerste, toen onsuccesvolle poging gewaagd om enkele flink afgestrafte aandelen aan te kopen en dat is ons tot op heden niet goed bekomen (met uitzondering van de met een mooie winst weer verkochte aandelen Apple). Wij houden ons kruid daarom graag nog even droog.

 

De volgende uitgave van de Technische Belegger verschijnt op maandag 31 oktober 2022.

 
Meer informatie over vrijwel alle effectentransacties, welke wij in de portefeuilles van onze cliënten hebben uitgevoerd en andere beleggingsoverwegingen, welke uit onze dagelijkse analyses voortvloeien, treft u elders aan op onze websites

 

Disclaimer

De auteur is medeverantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van Today’s Group BV, een vermogensbeheerder met vergunning van de AFM. Dit stuk is geen beleggingsadvies. Wie conform bovenstaande ideeën belegt of wenst te beleggen doet dat voor eigen rekening en risico. In dit kader wijzen de auteur en Today’s Group BV alle verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit stuk van de hand. De besproken effecten en strategieën vertegenwoordigen een hoog risico.

Deel dit bericht: