Nieuwsbrief voor de actieve belegger Jaargang 27 NR 3
Het was het MA50 dat in de afgelopen week zorgde voor de broodnodige steun. In Amerika zorgde het zelfs voor een draai in de markt. Daar lijkt de reactie al voorbij. De korte termijn indicatoren van de representatieve indexen zijn daar allemaal aan het stijgen. Alleen de Russell 2000 aarzelt nog. In Japan ligt de koers van de Nikkei weliswaar iets daarboven nadat hij gedurende de handelsdag het MA50 geraakt had, maar de indicatoren dalen nog.
In China was de steun van het MA50 niet voldoende, de indicatoren zijn er dan ook niet gedraaid. In Europa ziet het er niet positiever uit ook al liggen de koersen in een paar landen duidelijk nog boven het MA50. (Madrid, Stockholm en Parijs) maar in de andere landen, zoals bijvoorbeeld in Duitsland en België werd het MA50 geraakt, waarna uiteindelijk de koers er toch nog boven bleef. In Nederland ligt de koers van de AEX Index nu precies op het MA50.
Als het waar is dat Amerika de richting van de beurzen in de wereld bepaalt dan gaan de beurzen een mooie week in. Maar daaruit mag u niet afleiden dat de hausse zich nu weer in alle kracht gaat doorzetten. Integendeel. De weekgrafieken zien er nog steeds niet positief uit en zolang daar geen verandering in komt zullen stijgingen op de beurs slechts oprispingen zijn in een consoliderende dan wel dalende markt. Voorlopig gaan wij ervan uit dat de markten in een consolidatie fase zitten, ondanks alle waarschuwingen die op vele plaatsen te horen zijn. De stijgende rente is daar meestal de oorzaak van, maar aan deze stijging, zal eerstdaags een einde komen.
De stijgende rente heeft wel een ander fenomeen aan het licht gebracht waar de markt sterk op heeft gereageerd, het fenomeen dat ook verklaart waarom groeiaandelen het in 2020 zo goed gedaan hebben en nu het sterkst werden afgestraft, terwijl waarde aandelen afgelopen weken zelfs koersstijgingen lieten zien. Dat de rentestijging even voorbij lijkt houdt in dat vanuit deze bron op korte termijn geen druk op de aandelenkoersen verwacht mag worden. Kortom, genoeg redenen om weer eens even stil te staan bij de langere termijn.
De lange rente (fig. 1)
Laten we daarom ditmaal beginnen met de renteontwikkelingen en dan met name de lange rente. Want terwijl de centrale banken wereldwijd voortdurend lieten weten dat zij voorlopig eerder aan verdere verruiming zitten te denken dan aan verkrapping (lees een stijging van de korte rente) heeft de kapitaalmarktrente in de wereld wel degelijk een significante stijging laten zien. In figuur 1, ziet u de weekgrafieken van onder elkaar de Bund (10-jaars Duitse rente), de Nederlandse 4%-staatsobligatie die in 2037 wordt afgelost (looptijd nu dus nog 16 jaar) en de 10-jarige Amerikaanse Treasury-index.
Alle drie de grafieken hebben een koersdaling laten zien van 5 tot 10 punten. Hoe langer de looptijd, des te groter de daling en de Amerikaanse $-obligaties lieten een grotere koersdaling zien dan de Europese €-obligaties. Het betekent dat de lange rente is gestegen (en dus de obligatiekoersen gedaald), dat de rente meer steeg naar mate de looptijd langer was en dat de Amerikaanse rente meer is gestegen dan de Europese. De rente op de markt voor obligaties met looptijden van 10 jaar of langer stijgt en daalt op basis van verwachtingen, meer specifiek inflatieverwachtingen.
Afgelopen maand drong het besef in de financiële markten door, dat er een einde zit aan te komen aan de Corona-pandemie. De markt concludeert daaruit dat er weer ruimte komt voor normale economische groei. Als gevolg daarvan kwam in de voorbije weken en maanden een bull-trend op gang in de grondstoffenmarkten (waarover later meer). Koersen van sommige toonaangevende metalen en industriële mineralen stegen zo snel (koper, lithium, staal etc.), dat markten rekening begonnen te houden met een terugkeer van de inflatie naar meer normale niveaus.
Dat tegenwoordig grondstofprijzen nog maar een klein deel van de werkelijke inflatie veroorzaken wordt gemakshalve even vergeten, maar markten zagen ook een ander probleem, en dat is de enorme spaaroverschotten van de consument. Wat als die consumenten plotsklaps zouden besluiten om al dat gespaarde geld uit te gaan geven? Teveel geld zou dan een te beperkte hoeveelheid producten najagen met prijsstijgingen over een breed front tot gevolg, zie daar de vrees voor opkomende inflatie, ofwel een oplopende inflatieverwachting.
Tesla op weekbasis (fig. 2)
In de aandelenmarkten is een rentestijging lang niet altijd meteen een probleem. Verzekeraars en banken bijvoorbeeld profiteren juist van een stijging van de lange rente omdat de marges oplopen (banken) en de waarde van toekomstige verplichtingen juist dalen (pensioenfondsen en verzekeraars). Maar groeifondsen, hebben wel last van een rentestijging, niet omdat zij zelf daar problemen van ondervinden, maar omdat een rentestijging in waarderingsmodellen van groei-aandelen direct leiden tot een lagere waardering.
Groei-aandelen die hier het meeste last van hebben zijn aandelen die hetzij een abonnement-gebaseerd businessmodel hebben (zoals Apple, Facebook en Netflix bijvoorbeeld) of die gewaardeerd worden op een bovennormale toekomstige groei (zoals Tesla). Want hier wordt bij de waardering van dit type aandelen niet gekeken naar de waarde van de onderneming in termen van fabrieken, omzet, balansverhoudingen etc. (de typische Warren Buffet-methodiek, zoals wij die bijvoorbeeld ook in onze Prijs<Waarde Methode hanteren) maar naar de huidige waarde van de toekomstige kasstroom. En voor dit laatste gebruikt men een rentepercentage, dat afgeleid wordt van de lange rente.
Een rekenvoorbeeld zal dit wellicht kunnen verduidelijken. Stel dat u over 1 jaar een uitkering verwacht van € 100. Als de rente voor een lening van 1 jaar 0% bedraagt, dan is de huidige waarde van die toekomstige uitkering € 100. Maar als de rente 5% zou zijn voor een looptijd van één jaar, dan zou de waarde van deze toekomstige uitkering vandaag € 95,24 zijn. Immers, € 95,24 plus 5% rente gedurende één jaar is precies € 100. Op deze manier kan ook de huidige waarde bepaald worden van een uitkering over 10 jaar van € 100. Is de 10-jaarsrente 0%, dan is de huidige waarde ook € 100. Maar stijgt de 10-jaars rente naar 5%,dan is de huidige waarde van een uitkering over 10 jaar van € 100 nu € 61,40.
Ofwel, als de 10-jaars rente van 0% stijgt naar 5%, dan daalt de waarde van een toekomstige uitkering van € 100 naar € 61,40.
Op financiële markten gaat het daarbij niet om dit soort recht toe recht aan berekeningen, maar om verwachtingen. Als de markt verwacht dat de rente in de toekomst gaat stijgen, dan zal alles dat daar gevoelig voor is nu al verkocht worden. En dus daalde de koers van een aandeel Tesla in de afgelopen 5 weken van een hoogtepunt van US$900,4, naar een voorlopig dieptepunt van US$539,5, een daling van net iets meer dan de eerste belangrijke Fibonacci-retracement-grens van 38,2% (zie figuur 2)!
De gemiddelde waarde-portefeuille daalde in 2008, te midden van de financiële crisis, met een vergelijkbaar percentage, maar toen was dit groot nieuws, terwijl de koersdaling van Tesla ditmaal nergens zelfs maar de voorpagina’s van kranten gehaald heeft, laat staan dat er sprake is van een financiële crisis! Er is dan ook sprake van een ander fenomeen, namelijk van dat van een “blow-off”, waarvan de economische gevolgen pas over enkele maanden zichtbaar zullen worden. En let wel, wij gaan er vanuit, dat dit pas het begin van de koersdaling van het aandeel Tesla is. Het is daarbij niet gezegd, dat de koers niet eerst nog een keer tot net boven US$1.000 per aandeel zal stijgen, dat is zelfs best waarschijnlijk.
Maar per saldo verwachten wij een koersdaling tot dichtbij, of mogelijk zelfs onder de horizontale koersbeweging links in de figuur, die eind 2019 werd afgesloten met een uitbraak omhoog door de toen nog als weerstand geldende grens van US$ 75 per aandeel! En dat alles omdat markten bang zijn geworden voor een potentiële fase van rentestijgingen.
De S&P500 Index op weekbasis (fig. 3)
In figuur 3 hebben wij de S&P500 Index op weekbasis opgenomen. Opvallend is, dat in deze grafiek de koersdaling van Tesla (en met Tesla nog een paar andere grootheden zoals bijvoorbeeld Apple) nauwelijks invloed lijkt te hebben gehad.
Natuurlijk, er heeft een koersdaling plaatsgevonden, maar de S&P500 is niet eens in de buurt gekomen van het MA40. Ook is er geen nieuwe lagere bodem gezet, terwijl er net wel een hogere top werd bereikt. En de Money-Flow, onderin de figuur, is weliswaar gepiekt, maar deze indicator heeft de neiging om al te dalen in een fase dat de index zelf nog nieuwe toppen zet. En van negatieve divergentie is hier nog geen sprake.
Kortom, er is een kleine mini-dip te zien geweest, dat wel, maar van topvorming is in de grotere indices nog helemaal geen sprake. In feite zien wij een buitengewoon gezond fenomeen, namelijk dat van de sectorrotatie. In lange gezonde bullmarkten wordt het stokje regelmatig overgenomen door andere, achtergebleven sectoren. Nu gaan wij er niet vanuit, dat daarmee komende maand de bullmarkt gewoon weer hervat gaat worden. De grote tech-aandelen, waaronder Tesla, zijn weliswaar toe aan een adempauze.
38,2%-retracement is een prima technisch punt waarop een correctie omhoog binnen de daling kan ontstaan. Wij gaan er vanuit, dat de markt een periode van opwaartse correctie in de groei-aandelen tegemoet gaat (en let wel, farmacie en biotechnologie worden ook als groeisectoren beschouwd!).
Maar bijkomend nadeel kan een correctie omlaag zijn, in de hoek van de aandelen die het juist heel goed gedaan hebben in de voorbije weken, zoals de bank- en verzekeraars, maar ook de grondstoffensector (mijnbouwaandelen) en metaalbewerkingsbedrijven en machinebouwers. Grotere indices kunnen in zo’n transitiefase per saldo goed min of meer zijwaarts blijven bewegen. Per saldo moeten beleggers niet ongerust raken van een S&P500 Index die enigszins daalt zolang deze niet onder 3.588 zakt en koersdalingen beperkt blijven tot correcties van een paar weken.
De AEX Index op dagbasis (fig. 4)
En dat brengt ons bij de korte termijn. Zoals in de figuur hiernaast te zien is sloot, de AEX Index met een koers van 653 precies op het MA50. Hier ligt ook de grens tussen reactie en correctie. Wij gaan ervan uit dat de markt in Amsterdam onder invloed van New York nu een herstel zal laten zien.
Maar in de dag grafiek zelf, die in de figuur is opgenomen, is daarvan nog niets te zien anders dan dat de koers op een steun ligt. Alle indicatoren zijn dalende. Wij baseren ons met onze uitspraak enkel en alleen op het feit dat de beurzen in de Verenigde Staten vrijdag een draai lieten zien. Een aanvullende indicatie is dat de Money-Flow in Amsterdam diep is komen te liggen. Als wij gelijk krijgen dan zal de koers de bovenzijde op 667 van het horizontale kanaal tussen 633 en 667 op gaan zoeken.
Maar zonder het herstel in de VS, wanneer wij ons alleen op figuur 4 zouden baseren, is een voortzetting van de koersdaling tot 633 nog heel goed mogelijk. Tenzij er iets bijzonders gebeurt zal het hier ook bij blijven. Om een echte stijging zich te zien voltrekken is het nodig dat de indicatoren op de weekgrafiek genoeg hebben van hun daling. Daar ziet het nog niet naar uit en gelukkig maar.
Eerst moet er veel meer ruimte komen. En pas dan is een stijging welkom. Zolang deze indicatoren niet dieper liggen, blijft de komende opgang beperkt en daar zit de belegger niet op te wachten. Hij wil een doorbraak van de voorgaande top zodat de beurs in Amsterdam zijn weg naar het All-Time High van 703,18, dat gedurende de dag van 5 september 2000 gezet werd, kan afleggen.
De US$ en de € (fig. 5)
Ondertussen heeft de koers van de $ natuurlijk geprofiteerd van het feit dat de rente in de VS meer is gestegen dan de rente in Europa. Een tweede koersstijging was het gevolg. Maar opvallend is, dat de $ daarbij slechts teruggekeerd is naar de oplopende weerstandslijn (de rode lijn onder in de figuur) op 0,84.
Feitelijk is er niets anders gebeurd, dan wat er na een belangrijke doorbraak mag worden verwacht, namelijk een pullback richting het punt van de doorbraak. Tussen 0,82 en 0,84 is nu een trading range ontstaan, die nog wel even kan doorlopen, waarbij de $ in feite enigszins stabiliseert ten opzichte van de €. Maar laat u daarbij geen zand in de ogen strooien, de $ is begonnen aan een lange termijn dalende trend ten opzichte van de € en het recente herstel doet daar niets aan af, maar moet slechts als een kortstondige adempauze in de trend beschouwd worden.
De grote verrassing van afgelopen maand is natuurlijk de stijging van de olieprijzen. Het is die stijging, die de vrees voor inflatie mede heeft doen aanwakkeren. In plaats van een reactie in te zetten toen de bovenkant van de trading-range van US$ 33 en US$ 52,5 voor Brentolie werd bereikt, stoomde de koers dwars door de weestand heen verder omhoog.
En daar hadden weinig beleggers op gerekend. De volgende test ligt alweer voor ons, bij de dalende trendlijn rechtsboven in de figuur. Want die moet nog wel even gebroken worden voordat men van een nieuwe opgaande trend mag spreken, maar het beeld is voor wat Brentolie betreft ontegenzeggelijk verbeterd afgelopen maand.
Als deze koersstijging doorzet, dan zou dat voor de aandelenmarkten verregaande consequenties kunnen hebben, want de inflatieverwachtingen zullen dan toenemen, met een verdere rentestijging tot gevolg.
Figuur 6. onderstreept daarmee de strategie voor aandelenbeleggers voor de komende maand: neem winst op groeiaandelen en koop waarde-aandelen! Maar, er is altijd een maar, de korte termijn is “overbought”, ook voor Brentolie. Een korte adempauze is daarmee niet meer dan logisch, ook hier.
Goud (fig. 7)
Goud, in $’s gemeten, is de grote verliezer van de afgelopen maanden. Al vanaf medio 2020 is de koers bezig met een voortdurende daling. Aanvankelijk werd die daling zelfs versterkt door de daling van de $-koers, maar recent is de $-koers gestegen en is de daling in € relatief beperkt. Maar het kanaal rechts in figuur 7 laat weinig aan de verbeelding over.
Het goede nieuws echter is, dat de koersdaling inmiddels 38,2% van de eerdere stijging heeft gecorrigeerd. Indicatoren zijn bovendien oversold, dus men moet verwachten dat er aan de daling op korte termijn een einde gaat komen. Vreemd is de daling natuurlijk wel, als men bang is voor inflatie. Want goud is bij uitstek een “hedge” tegen inflatie. Dus als de inflatieverwachtingen werkelijk zo sterk zouden zijn, dan zou ook de koers van goud moeten stijgen en dat is overduidelijk (nog) niet het geval. Maar wat niet is kan nog komen, wij zien de daling in de figuur in elk geval slechts als een correctie in een lange termijn opgaande trend. US$ 1.690 is in elk geval een zeer belangrijke steun.
Methode De Ost
Met regelmaat koppen de kranten tegenwoordig: “Aandelen(fondsen) zien record instroom van kapitaal”. Dit is in het verleden al vaak een sterke pre-indicator gebleken voor (diep) corrigerende beurzen. Spijtig genoeg laten de meeste mensen zich steeds verleiden door stijgende prijzen.
Wij bleven, contrair zoals deze methodiek dat kan zijn, de laatste maanden in de verkoop-modus. Niet zonder enig voordeel zo blijkt, want in de voorbije maand zijn de koersen van veel aandelen in ons universum met 30% en meer gedaald. Dat trekt de aandacht, hopelijk worden sommige bedrijven zo goedkoop, dat we weer aan het kopen kunnen gaan.
In deze periode van het jaar komen de meeste bedrijven naar buiten met hun jaarresultaten. Van de bedrijven in de De Ost-portefeuille is al het volgende bekend geworden: Amazon kwam met uiterst sterke groeicijfers, meer dan 30% groei. Opmerkelijk nieuws is, dat Jeff Bezos stopt als CEO. Zijn opvolger is Andy Jassy. Hij is de veteraan van het bedrijf en heeft een sterke palmares opgebouwd. Zo was hij het die o.a. de Amazon Web Services (AWS) deed exploderen. Of het vertrek van Bezos daarmee goed nieuws is valt te bezien. Nemetschek kwam met goede resultaten.
Paycom groeide in 2020 met 14%, een sterk cijfer en bovendien boven verwachting. Arista Networks liet een jaaromzet zien, die nog iets achter bleef, maar de groeiverwachtingen voor 2021 zijn uitstekend. Revolve liet een dalende omzet zien, dat was verwacht, net zoals bij Stitch Fix. Maar netto winst en cashflow stegen prima bij Revolve, die daarmee onze verwachtingen waarmaakte.