TA Belegger: Nr. 4 – 3 april 2022

Jaargang 28 • Nr 4 • 3 april 2022

De Technische Belegger

Nieuwsbrief voor de actieve belegger. 

Nu de oorlog in Oekraïne minder voorspoedig loopt dan de Russen hadden gehoopt is het tijd geworden voor financiële markten om naar de iets langere termijn te gaan kijken. En die iets langere termijn wordt niet bepaald door piekende gas- en olieprijzen, of tekorten in logistieke ketens, maar door verwachtingen over wat er daarna staat te gebeuren. Want piekende grondstofprijzen zijn er te over, maar overal vertonen die pieken tekenen van blow-off patronen (zie ons commentaar over de olieprijzen). Ondertussen staan kranten ook vol van de acties die Centrale Banken naar verwachting gaan ondernemen om de hoge inflatie te lijf te gaan. Maar de vraag, die daarbij enigszins ondergesneeuwd raakt, is hoe het ook alweer stond met de inflatieverwachtingen van Centrale Bankiers op de wat langere termijn (zeg een maand of zes en verder).

Want vergeten lijkt de opmerking van mevrouw Lagarde begin dit jaar, die ervan uitging, dat de inflatie dit voorjaar weliswaar hoog zou zijn, maar dat die inflatie daarna weer zou terugvallen tot rond de doelstelling van de ECB, ca 2%. En de kans daarop is afgelopen weken wel degelijk groter geworden. Want overal neemt het vertrouwen van consumenten en producenten momenteel af. In de Verenigde Staten is bovendien de 5-jaars rente inmiddels hoger dan zowel de 10-jaars rente als de 30-jaars rente. Voor de in dit opzicht belangrijkere 2-jaars rente geldt dit nog niet, maar die stijgt nu rap en nadert ook die situatie. Dit is belangrijk omdat dit een negatieve yieldcurve betekent (lange rente lager dan de korte rente) en een negatieve yield curve kondigt statistisch gezien doorgaans een recessie aan met een vertraging van ongeveer zes maanden.

Het betekent, dat de economie wereldwijd aan een fase van afkoeling lijkt te zijn begonnen. Consumenten, mede gedreven door hoge energieprijzen, houden de hand op de knip en bedrijven voelen dat in hun omzet. Zij zetten dan investeringsplannen even in de ijskast en zo wordt dit een “self fulfilling profecy”. De economie vertraagt en raakt op sommige plekken zelfs in een recessie. De tekorten die ontstaan door logistieke problemen versterken dit effect (denk bijvoorbeeld aan de kabelbomen voor vrachtwagens, die in Oekraïne worden gemaakt voor sommige Europese vrachtwagenproducenten en die nu niet geleverd kunnen worden. Het duurt even voor de productie elders op gang gebracht is en daarmee moeten producenten tijdelijk de productie van vrachtwagens inperken). Maar een recessie heeft ook als positieve effect, dat de rente weer kan gaan dalen.

 

De 10-jaars rente in de VS (fig. 1a)

1a Rente USA  

En daarom beginnen wij deze editie van De Technische Belegger met het beeld van de rente. In figuur 1a ziet u de ontwikkeling van de koers van een index van 10-jarige Amerikaanse staatsobligaties op maandbasis vanaf begin deze eeuw. Als de index stijgt, dan daalt de rente, en als de index daalt, dan stijgt de rente. De meest recente beweging was een scherpe daling en dat valt samen met de behoorlijk stevige rentestijging die wij in de afgelopen maanden hebben gezien. 

Opvallend zijn twee dingen. In de maand maart is deze index opnieuw stevig gezakt (de laatste candle is die van 1 april). De rente is dus in de VS fors verder gestegen. En dat is op zijn zachtst gezegd vreemd als men bedenkt dat aandelenkoersen in diezelfde maand juist zijn opgelopen! En het tweede dat in deze figuur moet opvallen, is dat de index is gedaald tot precies bij de oplopende trendlijn. Dat betekent, dat de grafiek eigenlijk vrij optimistisch is omdat zij ten minste een tijdelijk einde aan de rentestijging aankondigt. Immers, deze trendlijn dient als steunlijn en men moet ten minste een adempauze in de trend verwachten. De lange termijn trend van rentedalingen (in dit beeld koersstijgingen) is dus geraakt, maar niet gebroken. En als zich inderdaad een recessie gaat voordoen, dan is de kans groot, dat de rente in de komende weken tot maanden geleidelijk weer gaat dalen, althans de lange rente. Want ondertussen is het best mogelijk dat Centrale Banken de korte rente nog verhogen, die reageren immers over het algemeen vrij laat op ontwikkelingen.

Bund

In figuur 1b wordt dit beeld bevestigd. Daar hebben wij een weekgrafiek opgenomen, die wij wel vaker laten zien met daarin boven elkaar de Bund Future

(Duitse 10-jaars obligatie-index), de koers van een lening van de Nederlandse staat die tot 15 januari 2037 loopt (nog bijna 15 jaar) en de in figuur 1a al getoonde 10-jaars Treasury index uit de VS. En alle drie deze koerspatronen tonen een sterk oversold positie, waarbij in alle drie de gevallen een belangrijk steunniveau is bereikt. Wij achten de kans dat de lange rente op korte termijn snel verder gaat stijgen om deze reden erg klein. Alleen in de grafiek in het onderste deel van figuur 1b zou een verdere koersdaling passen. Daar lijkt de getekende horizontale steunlijn gebroken te zijn en kan de koers nog verder zakken. Waar de Bund future de bodem uit 2018 al bereikt heeft, is dat in de VS nog niet gebeurd. Dat hoeft niet persé, maar de grafiek geeft hier nog geen uitsluitsel. Per saldo gaan wij ervan uit, dat de rente op de kapitaalmarkten voorlopig het ergste achter de rug heeft.

Brent

De Brent Index op weekbasis (fig. 2)

Een andere belangrijke aanwijzing, die onze verwachting dat de rente in de komende maanden weer wat gaat zakken staaft, is de ontwikkeling op de markt voor grondstoffen. Wij nemen in figuur 2 de Brentolie Index (US$ per vat) op weekbasis als voorbeeld, maar dit beeld is in de koersgrafieken van veel meer grondstoffen zichtbaar. Er is een scherpe piek bereikt, gevolgd door een minstens zo scherpe koersdaling en een herstel, dat echter niet meer tot de voorgaande piek reikt, waarna opnieuw een daling is ingezet. Men noemt dit proces een blow-off top.

De laatste vier candles in de figuur laten precies de hier beschreven beweging zien. Het echte verkoopsignaal komt als de prijs van een vat Brent Olie daalt tot onder US$ 85,5. Maar afgelopen week is de koers daar akelig dichtbij gekomen. De inflatiecijfers van dit moment zijn extreem hoog. Maar die zijn gebaseerd op de piek in de energieprijzen, die u hier in de grafiek ziet. Het feit dat de VS zowel de levering van LNG aan Europa flink willen uitbreiden en ook nog eens hun strategische oliereserves willen aanspreken en de naderende zomer, maken, dat de energieprijzen weliswaar volatiel zijn, maar ook alle tekenen van een blow-off vertonen. Olieprijzen en daarmee veel andere grondstofprijzen staan aan de vooravond van een stevige correctie omlaag.

Sp500

De S&P 500 Index op weekbasis (fig. 3)

In al dit rentegeweld is de Amerikaanse beurs, net als veel andere Westerse beurzen afgelopen maand flink hersteld. De S&P 500 Index herstelde tot precies de top uit de zomer van 2021 op 4.545 punten. Heel even brak de index zelfs erbovenuit, maar vrijdag sloot de index precies op dit niveau. Onder in de figuur hebben wij een Money Flow Indicator opgenomen. En die indicator baart ons veel zorgen. Want hij divergeert sterk negatief met de ontwikkeling van de index zelf. Het betekent, dat het herstel dat we gezien hebben niet is gedragen door kopers, maar door de afwezigheid van verkopers. Het is een technisch herstel geweest na een veel te scherpe koersdaling, die volgde op de inval van de Russen in Oekraïne. Maar als de kopers niet terugkeren, dan is er geen basis voor verdere koersstijgingen. Wij verwachten daarom, dat de bodem van begin maart minstens nog een keer getest gaat worden.

Rus sell

De Russell 2000 Index weekbasis (fig. 4)

Dat wij het herstel van de afgelopen maand vooral zien als een pullback naar het punt van de eerdere uitbraak omlaag is goed te zien in figuur 4. U ziet daar de weekgrafiek van de Russell 2000 Index, een veel bredere index in de VS. Hier zitten de 2000 kleinste aandelen in van de 3000 grootste beursgenoteerde ondernemingen in de VS. Om die reden wordt dit ook wel de Amerikaanse Small Cap Index genoemd, maar hier zitten ook veel Amerikaanse Mid Kap aandelen in. Alleen bedrijven als Apple, Alphabet etc. zult u niet in deze index aantreffen. 2000 mid- en smallcap aandelen.

De koers van deze index is ook opgeveerd, maar hij is daarbij niet verder gekomen dan de lijn die wij in de figuur als “Neklijn” hebben gemarkeerd. En die lijn was voorheen bijna anderhalf jaar lang een steunlijn voor de index maar geldt nu als een sterke weerstandslijn. Als dit soort steunlijnen gebroken wordt, dan is het niet abnormaal, dat de lijn eerst opnieuw wordt opgezocht alvorens de dalende trend te hervatten. Zolang deze lijn niet naar boven toe doorbroken wordt, is de weg van de minste weerstand omlaag! De indicator eronder, ook een Volume-indicator, kondigde eerder keurig de doorbraak omlaag aan, maar hapert nu en wijst ook niet op erg veel kopers in de markt.

Nikkei

De Nikkei Dow Jones 225 Index (fig. 5)

Het langere termijn beeld van de Nikkei Dow Jones Index ziet er relatief veel beter uit dan dat van de Amerikaanse indices. Maar ook hier is sprake van een groot correctiekanaal, waarbinnen de index gemakkelijk nog een keer omlaag kan gaan. Langs de toppen uit de periode 2017 – 2019 hebben wij een rode lijn getekend die heel licht daalt. Dit is de belangrijkste steunlijn voor deze index. Begin maart is de index hier dichtbij gekomen, maar hij heeft de lijn niet geraakt. Dat hoeft ook niet, maar het maakt de kans, dat er nog een volgende daling komt om deze bodem te testen wel groot. Ook de indicatoren onder in de figuur ondersteunen onze gedachte, dat het nog niet klaar is met de correctie die u getekend ziet. Pas als het dalende kanaal in opwaartse richting gebroken wordt mag men optimistischer gaan worden voor aandelen in het algemeen en voor de Japanse beurs in het bijzonder.

EOE

De AEX Index op dagbasis (fig. 6)

En dan resteert voor wat onze analyse van de aandelenmarkten betreft nog de korte termijn. Daarvoor hebben wij in figuur 6 de daggrafiek van de AEX Index opgenomen (volgende pagina). Ook hier is te zien dat de kracht uit het herstel is weggevloeid. Het is best mogelijk, dat de AEX Index uiteindelijk zelfs nog tot 755 herstelt, de onderste groene oplopende lijn in de figuur. Zelfs een herstel tot aan de neklijn, die nu rond 775 ligt, is nog steeds denkbaar en beïnvloedt het negatieve beeld niet. Want voorlopig geldt de huidige rally slechts als een pullback naar het punt van uitbraak, precies zoals wij al beschreven bij de Russell 2000 Index. De CCI, onder in de figuur, is de indicator, die het snelste reageert op bewegingen van de onderliggende index (in dit geval de AEX) en die ligt in overbought gebied. De korte groene lijn van deze indicator divergeert al negatief.

Het meest waarschijnlijke scenario voor de korte termijn is daarom, dat de AEX Index komende week een poging gaat wagen om de bodem van begin maart te testen. Of die bodem daarbij doorbroken gaat worden valt nog niet te zeggen, maar in de huidige lege markt (nogmaals, wij vermoeden dat de rally van maart een herstel rally is geweest die is ontstaan door een gebrek aan verkopers, niet door het massaal toestromen van kopers) kan het sentiment snel omslaan. Het is dus nog steeds zaak om voorzichtig te blijven, waarbij beleggers met name rentegevoelige aandelen moeten blijven mijden.

De US$ en de € (fig. 7a en 7b)

USD

De $ is op een cruciaal punt aangekomen. In figuur 7a, waar u de maandgrafiek van de $-koers sinds 1970 aantreft (voor de € omgerekend vanuit de ƒ). Er loopt een zeer lange termijn trendlijn, die de structureel dalende trend van de $ markeert, langs de in de figuur getekende toppen waar de $ nu is aangekomen. Nog steeds geldt de huidige beweging als een correctie richting deze trend, maar de kernvraag die zich nu voordoet is of deze lange termijn verhouding t.o.v. de €gebroken gaat worden of niet.

USD 7b

In figuur 7b hebben wij dit beeld uitvergroot in een weekgrafiek. De $-koers beweegt zich nu tussen twee hele nauwe marges, 0,922 aan de bovenkant (waar de lange termijn trendlijn ligt, die nu als weerstand geldt) en een korte termijn oplopende trendlijn die rond 0,905 ligt. Daaronder ligt nog een steun op 0,875 en dan weer daaronder de belangrijkere steunlijn die op 0,831 ligt. Alle weekindicatoren wijzen op een aanstaande koersval tot onder 0,905. Daarmee zou de oplopende korte termijn trend gebroken worden en wordt het scenario dat de lange termijn dalende trend weer wordt vervolgd het meest waarschijnlijke. Maar de rapen zijn gaar als het omgekeerde gebeurt.

Vanuit fundamenteel perspectief is een hervatting van de dalende trend de meest logische stap. De inflatie ligt in de $-sfeer structureel hoger dan in de €-sfeer. De nominale rente ligt om die reden in de VS hoger dan in Europa. Maar het is er ook de reden van, dat structureel bezien de $ de zwakste is van de twee. Maar ondertussen is de $ ook nog altijd de vluchthaven van de wereld. In tijden van geopolitieke spanningen betekent dit, dat beleggers massaal in de $ vluchten, zoals afgelopen maanden ook het geval is geweest getuige de grafieken. En de vraag is dan steeds weer: welke van deze twee krachten wint het op de lange duur. En dat is tot op heden steeds de eerste geweest! Wij opteren dus voor een doorbraak omlaag.

 

Goud in US$ per troy ounce (fig. 8)

goud  

En zo komen wij bij de laatste grafiek, de weekgrafiek van het goud. Die ziet u in figuur 8 op de volgende pagina. Ook hier is sprake van topvorming, gevaarlijke topvorming wel te verstaan. Want nadat in februari de top uit 2021 werd bereikt, dook de koers direct daarna omlaag. Het is nog onduidelijk wat hier de betekenis van is. Maar het slechte scenario is dat van een dubbele top.

Dat zou betekenen, dat de koers van een troy ounce goud in de komende maanden een flinke koersval gaat doormaken, waarbij ook de oplopende trend gebroken gaat worden. In dit scenario kan beter afscheid genomen worden van alle goud beleggingen, omdat het dan weer lang kan gaan duren voordat zich weer een goede lange termijn oplopende trend gaat aandienen. Het alternatieve scenario, dat nog altijd onze voorkeur ge niet, is dat de koers bezig is met een adempauze om krachten op te doen om uiteindelijk toch door de weerstand heen te breken, die nu door de beide toppen rond US$ 2.075 per troy ounce ligt.

Al langer gaan wij uit van een goudprijs die uiteindelijk richting US$2.900 per troy ounce oploopt. Maar om dit scenario bewaarheid te zien worden moet de huidige correctie mild blijven en moet de koers wel per saldo tot boven US$ 2.075 breken. Het goede nieuws is dat de correctie inderdaad vooralsnog mild is gebleven, zeker als men bedenkt, dat de $ ondertussen ook is opgelopen. In € gemeten is de goudprijs al wel boven de top uit 2021 gebroken. Maar dit soort bewegingen moeten elkaar bevestigen en liefst binnen niet al te lange tijd, dus het is nog even afwachten geblazen. Hoe het ook zij, onder US$1.840 wordt het “alle hens aan dek”.

 

Beleggen en de Today’s Vladeracken-methodieken

Afgelopen maand is een natuurlijk voor iedereen een bijzondere geweest. Het gebeurt niet elke dag, dat er een oorlog binnen Europa uitbreekt en al helemaal niet een zodanig gevaarlijke dat hij in potentie ook Nederland kan raken (in fysieke zin). In de modellen die wij hanteren heeft dat wel tot niet alledaagse uitslagen geleid. Om te beginnen zijn de grootste verliezen geleden binnen de Prijs<Waarde Methode en dat ondanks het feit dat in deze methode de portefeuilles gemiddeld ca 20% liquide zijn gemaakt eind 2021 en begin 2022.

Hier was het rendement zelfs ruim een procentpunt zwakker dan dat van de AEX Index. En de reden is eenvoudig, met name de positie in ING zorgde alleen al in maart voor een extra verlies van 2%-punten. En die koersval was volledig te wijten aan de oorlog in Oekraïne en de sancties die Europa dien ten gevolge heeft uitgevaardigd jegens Rusland. Wij achten deze reactie volkomen overtrokken en hebben zelfs van de gelegenheid gebruik gemaakt om in sommige gevallen de posities in ING uit te breiden of op te bouwen. Maar ondertussen heeft het model wel last van deze koersval. Maar ook de koersreacties van Aalberts en SAP sinds begin dit jaar, dragen elk 2% aan dit verlies bij. En ook hier gaat het om reacties waar wij ons geen wezenlijke zorgen om maken.

Daarnaast hebben portefeuilles met relatief grote obligatieposities het ook lastig gehad. Gemiddeld gesproken zijn onze obligatieportefeuilles met ca 4,1% verlies laten zien sinds 1 januari. Dit heeft alles te maken met de fors gestegen rente. Alleen dienen obligaties juist als risicobescherming tegen periodes waarin aandelenkoersen flink dalen. Neutrale portefeuilles, waar de aandelenposities qua totale waarde daalden met 3% tot 7% kregen dit keer geen compensatie uit de obligatiehoek. In tegendeel, ook hier werd een verlies geleden. Het gevolg was, dat Neutrale portefeuilles in het voorbije kwartaal toch nog verliezen lieten zien oplopend tot in een enkel geval 6%, terwijl de Selector Portefeuilles, die in dit soort correctiefases vaak flinke liquiditeit opbouwen, nauwelijks geleden hebben onder het negatieve sentiment of zelfs, zoals in het geval van de Europa Selector, een positief resultaat lieten zien.

Al met al zijn wij niet onrustig over de resultaten, want het jaar is nog lang en de uitgangspositie in de meeste portefeuilles is prima doordat overal nog veel liquiditeiten ter belegging voor handen zijn.

 

Tabel 1 Resultaten Today’s Vladeracken-modellen *

Risico profiel

Methode

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022 t/m 31/3

Jaar doel

Zeer defensief

Pensioenportefeuilles

2,9 %

-/-10,7 %

5,7 %

-/-7,4 %

9,7 %

-/-0,2 %

4,5 %

-/-3,2%

4 %

Matig / fondsen

Fund Selector

-/- 1,5 %

1,1 %

5,5 %

-/-5,4 %

13,9 %

-/-7,2 %

11,5 %

-/-0,9%

5 %

Neutraal

Mix aandelen / obl.

16,2 %

-/-3,4 %

10,7 %

-/-6,7 %

17,0 %

0,0 %

10,3 %

-/-5,1%

5 %

Normaal aandelen

PRIJS<Waarde

23,2 %

0,2 %

12,5 %

-/-23,1 %

22,6 %

-/-3,3 %

35,4 %

-/-10,4%

8 %

Actief aandelen

Benelux Selector

27,3 %

0,1 %

23,7 %

0,6 %

22,4 %

5,8 %

11,2 %

-/-0,8%

8 %

 

Europa Selector

22,9 %

4,2 %

8,2 %

-/-21,0 %

15,4 %

15,2 %

5,9 %

6,5%

8 %

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Benchmark

AEX Index

4,1 %

9,4 %

12,7 %

-/-10,4 %

23,9 %

3,3 %

27,8 %

-/-9,2%

 

 

EuroStoxx 50

3,9 %

0,7 %

6,5 %

-/-14,3 %

24,8 %

-/-5,1 %

21,0 %

-/-9,2%

 

*Het gaat hier om het netto behaalde rendement, ná alle kosten. Voor oudere cijfers verwijzen wij u naar onze website vladeracken.nl

De volgende uitgave van de Technische Belegger verschijnt op maandag 2 mei 2022.

 

Disclaimer

De auteur is medeverantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van Today’s Group BV, een vermogensbeheerder met vergunning van de AFM. Dit stuk is geen beleggingsadvies. Wie conform bovenstaande ideeën belegt of wenst te beleggen doet dat voor eigen rekening en risico. In dit kader wijzen de auteur en Today’s Group BV alle verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit stuk van de hand. De besproken effecten en strategieën vertegenwoordigen een hoog risico.

 

Deel dit bericht: