De Technische Belegger
Nieuwsbrief voor de actieve belegger.
Jaargang 29, Nummer 4 – 3 april 2023
In memoriam B.H.M. van Dommelen |
Afgelopen dinsdagochtend vroeg is mijn vader, Ben van Dommelen, oorspronkelijk hoofdredacteur en jarenlang mederedacteur van de Technische Belegger op 90-jarige leeftijd overleden. Zoals u uit de kop van deze editie kunt concluderen, hebben wij 29 jaar lang vrijwel elke maand een nieuwe editie geschreven, waarin onze conclusies over de voorbije beleggingsperiode en onze visie voor de nieuwe maand werden besproken. In de figuur hiernaast is het eerste exemplaar afgedrukt, dat toen begon als een maandelijkse toelichting van onze visie op de ontwikkeling van een drietal beursindices. De tekst van het afgebeelde exemplaar spreekt voor zich. Er zijn veel periodes waarin je als belegger niets moet doen. Handelssignalen blijven dan uit. Om klanten niet de indruk te geven dat wij hen dan vergeten, besloten wij toen om klanten ook een nieuwsbrief te sturen als wij geen posities in de markt wensten aan te houden en er dus geen koop- of verkoopsignalen waren. Omdat markten niet beperkt zijn tot drie indices, maar rente en andere financiële grootheden ook op elkaar inwerken, werd de nieuwsbrief al snel uitgebreid en ontstond wat nu dus in zijn 29ste jaargang voor u ligt. De discipline en inspiratie die dit vereisen waren hem op het lijf geschreven. Tot heel lang heeft hij als tegenlezer nog elke editie gecorrigeerd en de logica van het verhaal aangescherpt. Ik dank hem enorm voor alle inspanningen die hij zich heeft getroost en hoop zijn werk nog lang op deze wijze voort te kunnen zetten.
Den Haag, Gijsbrecht K. van Dommelen
En dan over tot de beursorde van de dag.
Turbulente periodes komen geregeld voor op beurzen, maar de afgelopen maand mag wel bijzonder genoemd worden. Opnieuw ging een grote zakenbank onderuit. Het Zwitserse Credit Suisse bestaat niet meer en haar rekeninghouders moesten op een wel heel erg onorthodoxe manier worden gered. De Zwitserse Centrale bank dwong een overname door het eveneens Zwitserse UBS af, tegen voorwaarden waar elke overnemende partij zijn vingers bij af kan likken. Maar tegelijkertijd garandeerde de Zwitserse Centrale Bank daarmee het volgende toekomstige probleem door een bank te creëren die niet alleen veruit de grootste van Zwitserland is geworden, maar die bovendien nu te groot is geworden om nog door Zwitserland zelf gered te kunnen worden, mocht ook dit bedrijf in de toekomst opnieuw (want UBS moest in 2008 ook gered worden) in de problemen raken. De zelfstandigheid van het Zwitserse financiële systeem, compleet met de functie van beschermer van veel fout geld in de wereld, is hiermee eindig geworden.
Ook in de VS raakten een drietal banken in de problemen, maar hier ging het om veel minder grote (in relatieve zin) instellingen. Toch werd ook hier met onorthodoxe middelen gereageerd door de Amerikaanse Centrale Bank (de FED). Waar in Zwitserland aandeelhouders plotsklaps voorrang kregen boven houders van achtergestelde obligaties (COCO’s, overigens in dit specifieke geval wel rechtens de voorwaarden in het prospectus) werd in de VS het depositogarantiestelsel opgerekt van US$250.000 per rekeninghouder (hier is dat € 100.000), naar onbeperkt. Voor het Westerse financiële systeem zijn dit hele foute maatregelen. Natuurlijk, op korte termijn werd daarmee rust teruggebracht in de markten. Maar de boodschap die hiermee wordt gegeven is in feite dat geld uitlenen via een bank volkomen risicoloos is. De belastingbetaler helpt u toch wel uit de brand.
Het effect hiervan zal nog wel even op zich laten wachten, maar het is een volgende stap in de volledige nationalisatie van banken in het Westen. Immers, als een bank onverantwoorde risico’s neemt, dan zal de overheid die risico’s opvangen, no matter the cost. Dat bankdirecteuren ondertussen miljoenen kunnen blijven verdienen is daarbij van de zotte, want zij lopen feitelijk geen enkel risico meer. Ondertussen schuiven Centrale Banken de uiteindelijke klap verder voor zich uit en nemen zij bovendien voor lief, dat die uiteindelijke klap zo zwaar zal zijn, dat Centrale Banken en overheden niet meer in staat zullen zijn om hem op te vangen en wij met z’n allen dan in een depressie zullen belanden, die de jaren dertig van de vorige eeuw tot een milde economische correctie zal degraderen.
Credit Crunch (?)
Ander, in onze ogen veel belangrijker, macro-economisch nieuws werd ondertussen ondergesneeuwd. In het Financieel Dagblad van 27 maart 2023 verscheen een kort artikel van de hand van journalist M de Boer. In dit stuk werd melding gemaakt van cijfers, gepubliceerd door de ECB, over “de groei van de bancaire kredietverlening aan bedrijven en huishoudens, die in februari verder is afgenomen. Per saldo werd er €5 mrd. uitgeleend, terwijl dat in een normale maand om tientallen miljarden gaat.” En dit cijfer was al zo zwak nog voor Credit Suisse ten onder ging. Bancair krediet wordt ook in Europa langzaam maar zeker minder belangrijk, maar is nu nog veel belangrijker als smeerolie voor de economie dan in de VS. En als die zo sterk inkrimpt als nu het geval is, dan gaat dat vroeg of laat veel bedrijven in de problemen brengen en kan dit zelfs leiden tot een “credit crunch”. Een credit crunch (een fase waarin krediet geheel opdroogt) leidt onherroepelijk tot een soms zelfs diepe recessie. Zo ver is het nog niet, de huidige afname van kredietverstrekking kan weer voorbij gaan. Maar de oorlog in Oekraïne, de retoriek tussen China en de VS, onder meer over Taiwan, de problemen in de crypto-markten, het faillissement van banken, het zijn allemaal zaken die niet bijdragen tot rust bij bedrijven en consumenten en die daarmee de vermindering van de vraag naar krediet alleen maar versterken. Op enig moment is deze ontwikkeling niet meer te stoppen, ook niet door Centrale Banken.
De AEX Index op dagbasis (fig. 1)
Ondertussen zagen wij een markt, die aanvankelijk buitengewoon volatiel was, maar vervolgens toch doodleuk weer opliep. In figuur 1 ziet u in de daar getekende daggrafiek, hoe een kopschoudertop werd gevolgd door een flinke tik omlaag, gevolgd door een zeer volatiele fase met uiteindelijk een rally die de index tot zelfs boven de neklijn bracht. Het doel van het kopschouderpatroon werd gehaald, dat wel, maar het herstel dat daarop volgde is niet gebruikelijk. Het doet vermoeden, dat de index nog een tweede keer de lange termijn dalende trendlijn, die nu op 772 ligt, gaat opzoeken. Zelfs een kortstondige breuk van die lijn, met een koers die net boven de top van februari 2023 uitkomt behoort nog tot de mogelijkheden.
De DAX Index op weekbasis (fig. 3)
Ook in Duitsland werd vrijwel achteloos aan de problemen in Zwitserland en de VS voorbij gegaan. Geheel onlogisch is dat niet, in de DAX Index zitten relatief weinig bankaandelen. Hier lijkt zelfs een doorbraak omhoog van de weerstand op 15.800 nog maar een kwestie van tijd. Maar alle indicatoren divergeren hier al langere tijd negatief. Verwacht moet daarom worden dat de DAX Index op korte termijn nog wel even verder oploopt (en dus boven 15.800 uitkomt), maar dat de oude top uit 2021, op 16.300 een veel lastiger te nemen horde gaat zijn. Wel tekent zich nu een mooie trendlijn aan de onderkant af, die als stoploss kan gaan dienen. 15.500 en daaronder de horizontale steunlijn van 14.710 zijn de niveaus waaronder het alle hens aan dek wordt. Tot die tijd kan nog even genoten worden van verder oplopende koersen.
Dow Jones Industrials Index op weekbasis (fig. 4)
In de VS is het beeld zelfs nog iets mooier te noemen, althans waar het de Dow Jones Industrials Index
betreft. De grote jongens in de VS hebben een nette, relatief milde correctie achter de rug, vlak onder een dalende trendlijn, die overigens pas getrokken kon worden toen de toppen uit december 2022 en februari 2023 een feit waren. De index beweegt zich tussen twee naar elkaar toe lopende lijnen, waarvan de onderste op 29.500 ligt en de bovenste op 34.000. Alles wijst erop, dat wij een uitbraak omhoog gaan zien op korte termijn, waarbij de DJ Industrials misschien zelfs de top uit 2021 rond 37.000 kan gaan opzoeken. Het probleem zit hem dan ook niet hier, het zit hem in de bredere Amerikaanse markt. Kijkt men naar de Russell 2.000 Index, dan is een veel zwakker beeld zichtbaar. Gezonde markten moeten elkaar bevestigen en dat is ook in de VS niet het geval. Waar het geld nog wel in de grote jongens geïnvesteerd wordt loopt het juist weg uit de markt voor kleinere ondernemingen. Het ondersteunt de gedachte, dat wij nog altijd te maken hebben met een bear markt rally.
De Nasdaq Index op dagbasis (fig. 5)
In welke hoek moet deze laatste spurt dan plaats gaan vinden? Afgaande op figuur 5, waar u de daggrafiek van de Nasdaq 100 Index ziet, is dat de hoek van de technologie. Deze index heeft afgelopen week de weerstand van circa 13.000 genomen en koerst nu naar het 50% of misschien zelfs het 61,8% Fibonacci-retracement level. Dit zijn de twee meest belangrijke doelen voor een index, die na een daling in een fase van herstel raakt. Zolang de index deze twee grenzen niet gebroken heeft, geldt de rally slechts als een bear markt rally. Maar binnen die rally is dus nog ruimte voor een verder herstel, tot circa 13.600 (50%) of zelfs 14.400 (61,8%). Gelet op de huidige bankencrisis is dat ook niet geheel verwonderlijk. Beleggers zijn zich rot geschrokken van de faillissementen in de VS en in Zwitserland en mijden en masse de financiële sector.
Conclusie en waarschuwing
Bear markt rallies zijn notoir gevaarlijk. Als die eenmaal omslaan, dan gaat het daarna niet alleen hard omlaag, de rally heeft dan eerst veel beleggers op het verkeerde been gezet, die te hoog zijn ingestapt en daarna in eerste instantie niet eens aan verkopen denken. Pas wanneer de correctie omlaag in een paniekachtige crash uitmondt en de daling teveel pijn gaat doen, gaan ook zij over tot het (dan met flinke verliezen) verkopen van aandelen. Zover is het nog niet. Er zijn weliswaar aanwijzingen, zoals de terugvallende vraag naar krediet en een (daarmee samenhangende) in veel markten volledig stilgevallen markt voor ontwikkeling van vastgoed, die wijzen op een in potentie gevaarlijke macro-economische situatie, maar dit heeft zich nog niet in een snel stijgende hoeveelheid faillissementen vertaald. Ook de huizenmarkten zijn aan het afkoelen, zowel in Europa als in de VS. Maar als Westerse overheden er in slagen om hun investeringsplannen in de tweede helft van dit jaar op gang te brengen, dan is een zachte landing nog steeds mogelijk. Het probleem hier is echter een gebrek aan slagvaardigheid, gepaard gaande aan een gebrek aan arbeidscapaciteit om alle plannen op tijd in de uitvoeringsfase te krijgen. Wij zijn daarom, ondanks een mooie maand maart en een waarschijnlijk ook nog niet tegenvallend dividendseizoen, niet erg optimistisch gestemd voor de fase tot in oktober van dit jaar en houden rekening met een periode tot in mei waarin het optimisme vooral veel beleggers zand in de ogen strooit, waarna een heftige zomer / najaar tot een flinke afstraffing kan leiden.
De 10-jaars rente in € en $ (fig. 6)
Een veeg teken is de ontwikkeling in figuur 6. In de VS (onderste helft van de figuur) is een oplopende correctie aan de gang, die wel al in de tweede stijgende fase zit. Afgelopen maand is de rente in de VS op de kapitaalmarkt duidelijk gedaald (de getekende index is een obligatie index en die is dus gestegen), maar het tempo van de gehele beweging doet vermoeden, dat het hier om een correctie gaat op de dalende trend. Daarin bestaat nog enige ruimte omhoog (de rente kan dus nog iets verder zakken), maar dit beeld oogt niet goed. En de bovenste grafiek in figuur 6 ziet er zo mogelijk nog slechter uit, hier is zelfs nog geen einde gekomen aan het proces van dalende toppen en dalende bodems. De bear markt heeft hier nog niets aan kracht ingeboet. Als de aandelenmarkten nog verder oplopen, dan levert dat het paradoxale probleem op, dat Centrale Banken zich genoodzaakt zullen zien om de rente te blijven verhogen. En een verdere rentestijging op de kapitaalmarkten zal dan niet lang op zich laten wachten. De obligatiemarkten zijn overduidelijk niet gerustgesteld afgelopen weken.
De US$ en de € op weekbasis (fig. 7)
De $ is afgelopen maand opnieuw verzwakt. Nog is er geen reden tot directe zorg, want de koers is boven de belangrijke steun van 0,91 gebleven. Een hernieuwde rally is zelfs denkbaar vanaf dit niveau. Maar sterk oogt het beeld allerminst. Pessimisten onder ons zouden zelfs een kopschouderpatroon kunnen ontwaren met een kleine linker schouder in januari 2023 en een iets grotere rechterschouder, die dan nu voltooid is, maar dit type patronen is pas af, als de doorbraak omlaag een feit is en dat is nog niet het geval. Toch blijft de $ wat ons betreft een grote bron van zorg. De lange termijn blijft uiterst gevaarlijk en onze verwachting, dat op termijn de $ terug zal gaan naar het oude dieptepunt van 0,62 ten opzichte van de € blijft dan ook staan.
Brentolie in US$ per vat (fig. 8)
Wie afgaat op de mediapublicaties van de afgelopen dagen zal denken dat de olieprijzen weer flink aan het stijgen zijn. Op zichzelf is dat wel zo, maar als u naar figuur 8 kijkt dan zal u opvallen, dat de stijging in het gehele beeld weinig voorstelt. Afgelopen week is hooguit een pullback te zien geweest terug naar een korte termijn steun op circa US$85 per vat Brentolie. Maar het grote neerwaartse patroon, dat al sinds eind 2021 in ontwikkeling is, is op geen enkele manier gewijzigd. En voor OPEC-olie is dezelfde koersstijging te zien geweest, maar hier is die stijging zo mogelijk nog minder relevant binnen het langere termijn beeld. Bovendien moet men ook nog bedenken, dat het hier in beide gevallen om een $-genoteerde grondstof gaat. De toch behoorlijke koersdaling van de $ verklaart het grootste deel van de stijging van de voorbije dagen. De bearmarkt in olie is nog niet voorbij.
Goud in US$ per troy ounce (fig. 9)
Zowel in $’s als in € heeft goud een mooie maand achter de rug. Maar in € is sprake van een “island reversal” in de weekgrafiek en dat is geen goed teken. Bovendien is de top van die reversal onder de top uit 2022 blijven steken. Voor het beeld in technische zin is dat verkeerd. Dit soort omkeerpatronen komt veel voor, maar als zij daarbij niet minstens op hetzelfde punt van de voorgaande top plaatsvinden, dan betekent dat een duidelijke verzwakking van het technisch beeld. De oplopende trendlijn onder in beide grafieken wordt nu het punt dat in de gaten gehouden moet worden en het probleem daarvan is dat deze lijn in beide gevallen nog een aardig eind onder de huidige koers ligt. US$ 1.700 resp. € 1.600 zijn de steun niveaus, die als stoploss moeten gelden. En het lijkt erop, dat wij die binnen afzienbare tijd wederom gaan testen.
Beleggen en de Today’s – Vladeracken-methodiek
Onze portefeuilles zijn verhoudingsgewijs onderwogen in aandelen en ook nog eens onderwogen in aandelen in de technologie sector. En daar bovenop hebben wij wel stevige posities in Aegon, Azimut, ING (met in ESG-gerichte portefeuilles Svenska Handelsbanken als tegenhanger) en een Europese banken tracker. Het laat zich dus raden, dat wij over een breed front afgelopen maand een achterstand hebben opgelopen op de AEX Index van circa 3% bovenop de achterstand, die er al eind februari bestond. Overal zijn de resultaten dit kwartaal positief uitgepakt, inclusief de kosten voor beheer, maar het houdt allemaal niet over. In actieve modellen (de Benelux Selector en de Europa Selector) zullen wij nog wel trachten iets mee te pikken van de rally die nu aan de gang is, maar gelet op onze hierboven neergelegde visie vinden wij het helemaal niet erg om enigszins onderwogen te zijn en gaan wij er zelfs vanuit, dat wij in de loop van de maand mei misschien zelfs wel veel meer aandelenposities aan de kant zullen gaan zetten. Beleggen is ook vaak een kwestie van risicomanagement. Het gevaar is dan, dat je de boot enigszins mist. Maar wij voelen ons momenteel helemaal niet verkeert met de al grote en in de komende maanden wellicht nog groter wordende voorraad cash in de portefeuilles van onze klanten.
Disclaimer
De auteur is medeverantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van Today’s Group BV, een vermogensbeheerder met vergunning van de AFM. Dit stuk is geen beleggingsadvies. Wie conform bovenstaande ideeën belegt of wenst te beleggen doet dat voor eigen rekening en risico. In dit kader wijzen de auteur en Today’s Group BV alle verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit stuk van de hand. De besproken effecten en strategieën vertegenwoordigen een hoog risico.