TA Belegger: Nr. 6 – 7 Juni 2023

De Technische Belegger

Nieuwsbrief voor de actieve beleggers

jaargang 29, Nr. 6. 7 juni 2023

Afgaande op de arbeidsmarkt in de VS kan men stellen dat het prima gaat in economische zin. Het aantal banen neemt toe, de lonen nemen toe en dus kan men verwachten dat de consumentenbestedingen ook toenemen. Wie deze maatstaf als basis neemt, zal verwachten, dat de Amerikaanse FED misschien al in juli met een volgende renteverhoging gaat komen en dat er daarna zelfs nog meer in het vat kan zitten. In China en in Europa ziet de arbeidsmarkt er iets minder rooskleurig uit en in Europa daalt de inflatie wel in lijn met de verwachtingen van de ECB, dus hier wordt een voorlopig einde van de cyclus van renteverhogingen waarschijnlijker.

 

Maar wie naar de orderportefeuilles kijkt van de industrie, of naar de huizen- en onroerend goed markten, of naar de mate van kredietverstrekking in Europa en de VS, die ziet een heel ander beeld. Analisten, die op deze grootheden de nadruk leggen, die zien een recessie in ontwikkeling. Zij gaan er vanuit, dat een recessie in de VS dit najaar en in het kielzog daarvan ook in Europa bijna onafwendbaar is geworden. Zij gaan er ook vanuit, dat de arbeidsmarkt een behoorlijke vertraging kent ten opzichte van de feitelijke ontwikkeling in de economie. Pas als een recessie een feit is, zal de arbeidsmarkt in de problemen komen, zo is hun verwachting.

 

Het probleem is, dat beide scenario’s nog denkbaar zijn, alhoewel in onze ogen het laatste scenario, dat van een naderende recessie, afgelopen maand waarschijnlijker is geworden.

 

Een belangrijk signaal, dat de markt hier meer en meer rekening mee houdt, is het feit, dat de breedte van de aandelenmarkten fors is verslechterd afgelopen maand. Vrijwel alle aandelenindices hebben een stijging laten zien in mei. Maar het aantal aandelen, dat verantwoordelijk is voor die koersstijgingen neemt hand over hand af. Ter illustratie, dit jaar is de S&P 500 Index met 11,3% gestegen. De $-koers is tussen 1 januari en 3 juni 2023 precies gelijk gebleven, dus deze stijging geldt ook in €. Maar het leeuwendeel van deze stijging is veroorzaakt door minder dan 10 grote technologie-ondernemingen zoals Apple en Microsoft. Minder dan 10 bedrijven op een totaal van 500 ondernemingen, die in deze index zijn opgenomen! En inmiddels is ook zichtbaar aan het worden, dat deze koersstijgingen in een versnellingsfase terecht zijn gekomen, waarbij geld uit vrijwel elke andere sector binnen de index wordt weggetrokken. De eerste “blow-off”-achtige uitschieters, typische reversal patronen, zijn al gezien. Ondertussen neemt het aantal aandelen waarvan de koersen trendmatig dalen hand over hand toe.

 

Zij die onze publicatie al langer volgen weten, dat wij heel veel waarde hechten aan de breedte van de markt. Voor ons is aan aandelenmarkt alleen gezond te noemen als de breedte van de markt goed is. En dat is momenteel niet het geval. Voeg daaraan toe, dat de maand mei voorbij is en u zult begrijpen, dat wij niet vooraan staan om aandelen te kopen, in tegendeel.

De S&P 500 Index op weekbasis (fig. 1)

S&P 500 index weekgrafiek 

De S&P 500 index heeft afgelopen maand opnieuw een mooie rustige stijging laten zien. Maar dit alles vindt plaats onder langs een oplopende trendlijn, die begin dit jaar werd gebroken. Bovendien nadert de index nu een belangrijke weerstandszone, die tussen 4.300 en 4.325 ligt. De indicatoren onderin de figuur ogen overbought en divergeren negatief. Het hele beeld riekt naar een zogenoemde pullback tot aan genoemde oplopende trendlijn. Er is daarbij zelfs nog ruimte voor nog enige koersstijging op de korte termijn, waarbij de weerstandszone zelfs kortstondig gebroken zou kunnen worden. Maar om dit beeld positief te kunnen noemen moet de koersstijging een duidelijke versnelling vertonen. En gelet op de zwakke breedte van de onderliggende markt en het feit, dat de individuele plaatjes van de aandelen, die voor deze koersstijging verantwoordelijk zijn, er niet goed uitzien, moet het ergste gevreesd worden. Figuur 1 geeft aan, dat dit niet het goede moment is om in aandelen te stappen.

DAX Index op weekbasis (fig. 2)

Dax Weekgrafiek

De DAX Index sprong begin mei nog even omhoog, tot aan de top uit 2021, maar zakte vervolgens toch weer weg om uiteindelijk vrijwel onveranderd te sluiten. Deze weerstand, op 16.300 punten, is een sterke weerstand. Een reactie onder deze grens is niet meer dan normaal te noemen. De indicatoren onder in de figuur divergeren bovendien negatief. Het enige positieve in de figuur is het feit, dat de koers nog niet omlaag door de oplopende trendlijn is gezakt. Maar dat zal wel een kwestie van tijd zijn. De rally in de DAX, die vorig jaar zomer begon, is veel krachtiger geweest dan wij voor mogelijk hielden. Maar de DAX is toe aan een flinke correctie. Een reactie tot ongeveer 14.710 is het minimum dat als doel voor deze correctie gesteld kan worden. Maar een daling tot onder of zelfs ruim onder 14.000 is in dit beeld passend. We gaan een roerige zomer tegemoet is wat figuur 3 ons vertelt.

AEX Index op dagbasis (fig. 3)

AEX Dag grafiek (fig 3)

 

De daggrafiek van de AEX Index in figuur 3 ziet er op zichzelf prima uit. De lange termijn dalende trendlijn is bereikt en onder die grens vindt nu een reactie plaats, die zich bovendien min of meer in zijwaartse richting ontwikkelt. Wel is de oplopende trendlijn, die vanaf de bodem van december 2022 getrokken kan worden, nu 

voor de derde keer op rij intraday gebroken. Steeds zakte de koers onder die lijn om vervolgens toch gedurende dezelfde dag weer tot boven die grens te herstellen. De trendlijn wordt dan iets verlegd, maar dat is geen teken van kracht. Het bevestigt de verzwakking, die ook door de breedte indicatoren, die wij hanteren, wordt onderstreept. Gelet op de indicatoren eronder moet eigenlijk al op korte termijn een veeg uit de pan verwacht worden. Toegegeven, het beeld is iets vertekend, doordat er in de voorbije maand enorm veel dividend is uitgekeerd op de aandelen waaruit de AEX Index is samengesteld. Als dat dividend niet was uitgekeerd, dan zou de index al wel door deze lijn heen gebroken zijn. Maar dat is voor het technische beeld niet relevant, omdat dit fenomeen ook de lange termijn trendlijn hoger had doen liggen, aangezien dit ook in de voorgaande jaren voor deze specifieke index niet gecorrigeerd is. Hoe het ook zij, de kans, dat de index op korte termijn omhoog uitbreekt is veel kleiner, dan de kans dat wij een doorbraak omlaag gaan zien. En dan is het maar de vraag, hoe diep de volgende reactie uiteindelijk zal blijken te zijn.

 

De Nikkei Dow Jones Index op weekbasis (fig. 4)

Nikkei 

Ronduit prachtig is natuurlijk het beeld in Japan (figuur 4). U ziet een mooie uitbraak tot boven een oude dubbele top op 30.750. En er is in de grafiek zelf geen enkel teken, dat de kracht al uit de trend is. Alleen de indicatoren onderin de figuur liggen hoog en de gemiddeldes liggen inmiddels wat ver onder de grafiek. “Mean reversion”, een terugkeer naar de gemiddeldes, zou hier heel normaal zijn. Maar van de stijging die nu aan de gang is, moet men niet teveel meer verwachten, het grootste deel van de opwaartse trend is voorbij. En er moet nog een tweede kanttekening geplaatst worden. Sinds eind maart, is de Yen met ongeveer 6,2% gezakt ten opzichte van de €. In dezelfde periode heeft deze index een koersstijging van 18,2% doorgemaakt. Maar in € betekent dit een koersstijging van circa 12%. Dat is nog steeds respectabel, maar ligt veel meer in lijn met wat andere Westerse beurzen in deze fase gedaan hebben. Toch is het beeld veel beter dan dat van bijvoorbeeld figuur 1. Japan verdient zeker de aandacht wanneer men besluit om aandelen te kopen, bijvoorbeeld als zich hier een – inmiddels broodnodige – correctie heeft voorgedaan.

De 10-jaars rente in € en $ (fig. 5)

10-jaars rente Euro

In de maand mei is de rente op de kapitaalmarkten weer iets gestegen, maar binnen het wat langer termijn plaatje heeft deze stijging weinig om het lijf gehad. Als u figuur 5 vergelijkt met de plaatjes die wij in de voorgaande editie van de Technische Belegger hebben gepubliceerd, dan zult u weinig verschil zien. Bij de Bund future (10-jaars rente in Duitsland, als koersgrafiek in de bovenste helft van de figuur zichtbaar), kan sprake zijn van een bodempatroon in de vorm van een kopschouderbodem, maar zeker is 

dat allerminst, omdat daarvoor de koers eerst weer opnieuw moet oplopen tot aan de neklijn op 141 en dat herstel had eigenlijk al plaatsgevonden moeten hebben om het technische beeld enigszins betrouwbaar te laten zijn. Het alternatieve scenario is dat zich een fase van correctie aan het ontwikkelen is. Dat past ook beter binnen het beeld dat in de onderste helft van de grafiek te zien is, waar u een koersgrafiek ziet van een Amerikaanse obligatie-index met een looptijd van gemiddeld 10 jaar. Dit proces kan heel lang aanhouden. En hoe geleidelijker de correctie zich ontwikkelt, des te groter de kans wordt, dat uiteindelijk de rente opnieuw flink kan gaan stijgen. Maar in beide scenario’s is het logisch als de rente eerst nog gedurende enkele maanden langzaam maar zeker daalt en de grafieken in figuur 5 dus langzaam maar zeker zullen stijgen. Alleen heel sterk economisch nieuws kan al op korte termijn voor een flinke koersval in figuur 5 zorgen en die kans achten wij verwaarloosbaar. En dus zijn wij begonnen met het aankopen van eerste klas obligaties met een wat langere looptijd (veelal via obligatiefondsen, zie verderop in deze editie).

 

De US$ en de € op maandbasis (fig. 6)

USD 

Als de rente in de VS meer stijgt dan in Europa, dan wordt de $ aantrekkelijker. En omdat het economische nieuws in de VS in de afgelopen maand naar verhouding sterk was, met een nog steeds sterke arbeidsmarkt en een inflatievoet die zelfs weer wat is gestegen, neemt de vrees in de VS toe, dat de FED toch nog met een of twee renteverhogingen moet komen dit jaar. Dat verhoogt de renteverwachting voor de VS en zorgt dus voor een aantrekkende $. Precies wat zich afgelopen maand heeft afgespeeld en wat zich in feite al twee maanden in de € / $-verhouding afspeelt. Maar als u naar figuur 6 kijkt, waar u een maandgrafiek ziet die een periode van ruim 50 jaar beslaat, dan ziet u dat dit herstel in feite weinig voorstelt. De $-koers is per saldo een procent of 5 ten opzichte van de € gestegen, maar dat mag in dit plaatje bijna geen naam hebben. In feite is er niets anders dan een tijdelijke adempauze aan de gang, een normale reactie na de enorme piek die de afgelopen maanden is ontstaan. En binnen deze pauze kan een herstel van de $ tot zelfs circa 96,7 plaatsvinden zonder dat dit het algemene beeld verandert. Tussen 0,90 en 0,967 is sprake van een soort niemandsland. De $ kan uiteindelijk naar twee kanten uitbreken, maar de kans is groot, dat dit pas over enkele maanden het geval zal zijn. En tot die tijd is het beste dat van de technische positie van de $ gezegd kan worden, dat die zich in een fase van consolidatie bevindt ten opzichte van de €.

Olie

Brentolie in US$ per vat (fig. 7)

In figuur 7 ziet u bovenin de figuur de koersontwikkeling van een vat Brentolie in $’s. Dat is een beeld, dat u al enkele maanden van ons te zien krijgt. De koers beweegt zich binnen steeds nauwer naar elkaar toe lopende grenzen omlaag. Het is een klassiek patroon, een wedge genaamd. Maar wedges verliezen hun geldigheid, wanneer de koers dicht bij de punt van de figuur komt vooraleer een uitbraak plaatsvindt. Een uitbraak is een kwestie van tijd, want de lijnen kruisen elkaar op enig moment.

Dat is een wiskundige zekerheid. Maar als de uitbraak voorbij circa 60% van de lengte van de figuur (in tijd gemeten) plaatsvindt, dan is de kans groot, dat het patroon onderdeel is van een veel grotere andere fase. In dit geval zou dat betekenen, dat de fase van consolidatie, die al sinds begin 2022 aan de gang is, nog veel langer gaat duren. Dat zou passen in een economische fase waarin de recessiedreiging afgewisseld wordt door kortstondige oplevingen. In dit scenario kunnen olieprijzen in de komende maand(en) verder omlaag om in de loop van het najaar weliswaar naar boven toe uit te breken, maar daarbij niet een nieuwe opgaande trend in te gaan, maar eerder in een nieuwe trading range te geraken. Het nieuws, dat Saoedi Arabië eenzijdig een productiebeperking heeft aangekondigd, waarbij de olieprijzen per saldo nauwelijks gereageerd hebben, past hier prima in. Het is een teken, dat de productiebeperking van één maand door de markt als veel te weinig wordt gezien.

 

Wij blijven daarom vasthouden aan onze verwachting, dat Brentolie eerst nog US$62 per vat zal aantikken, voordat zich weer een nieuwe opgaande beweging kan aandienen.

Goud in US$ per troy ounce (fig. 8)

Goud

Goud heeft het momenteel moeilijk, maar dan vooral wanneer men verwacht dat prijzen voor edelmetalen zoals goud alleen maar en constant zullen stijgen. Gemeten in $’s is zelfs een korte termijn oplopende trend gebroken. Maar het beeld in € (onderste helft van figuur 8) is zelfs als bullish aan te merken. Hier is een vlag-patroon in de maak, met de horizontale zijde aan de onderkant. Dit type patroon komt vaak voor als consolidatiepatroon in stijgende trends. Het geldt dan ook als een continuatiepatroon, met een relatief hoge kans dat de koers uiteindelijk naar boven toe uitbreekt. Het feit dat de koers van een troy ounce goud in $’s gemeten precies bij de oplopende korte termijn trendlijn weer opveerde is daarin bemoedigend. Wat ons betreft is het volgende koopsignaal in de lange termijn opgaande trend voor goud in de maak.

 

Beleggen via de Gijsbrecht-methodiek

Afgelopen maand zijn wij voorzichtig begonnen met het aankopen van obligatie-posities. Wij richten ons daarbij op de uitbreiding van bestaande posities in Rabo Ledencertificaten en op de aankoop van het Pimco Global Bond Fund. Dit fonds is een beleggingsfonds, dat in eerste klas obligaties belegt met een relatief lange gemiddelde looptijd (duration). Het kredietrisico in deze portefeuille is minimaal, het renterisico daarentegen is groot. De basisvaluta is de €. Wij gebruiken dit fonds met name om in te spelen op een rente daling op de kapitaalmarkten, zoals wij die verwachten.

 

De aandelenportefeuilles stijgen wel iets mee met de algemene markt, maar duidelijk minder dan wat u bijvoorbeeld ziet bij de AEX Index en de EuroStoxx 50 Index. Dat komt doordat wij relatief veel liquiditeiten aanhouden (en dus duidelijk onderwogen zijn in aandelen) en bovendien ook nog eens verhoudingsgewijs weinig

 

technologie-aandelen in de portefeuilles hebben. Dat is een bewuste keuze, die goed binnen onze visie past, maar wel een die ons momenteel parten speelt. Dat de keuze helpt in neergangen is al helder, elke correctie levert direct een veel kleinere daling op dan de genoemde beursindices laten zien.

 

Ondertussen zitten wij niet stil, afgelopen week is een rapport gepubliceerd op onze websites over het Italiaanse Azimut, een al enkele jaren vaste waarde in onze Prijs<Waarde-portefeuille.

De volgende uitgave van de Technische Belegger verschijnt op maandag 3 juli 2023.

 

Disclaimer
De auteur is (mede) verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van Today’s Group BV, een vermogensbeheerder met vergunning van de AFM. Today’s Group BV handelt (brokerage) en belegt en/of heeft belegd in de hier besproken effecten voor haar cliënten. Dit stuk is geen beleggingsadvies. Wie in de hier besproken effecten en conform de hier besproken methodiek belegt of wenst te beleggen doet dat voor eigen rekening en risico. In dit kader wijzen de auteur en Today’s Group BV alle verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit stuk van de hand. De besproken effecten vertegenwoordigen een hoog risico.

 

Deel dit bericht: