De Technische Belegger
Nieuwsbrief voor de actieve belegger
Logistiek, inflatie, recessie
Het begon allemaal met de Covid-pandemie. Overheden, met name de Chinese, blokkeerden met hun (volledige) lockdowns de logistieke stromen en zorgden daarmee onbedoeld voor een tekort aan onderdelen in allerlei industrieën. Prijzen voor onderdelen en het transport van onderdelen begonnen op te lopen. Ondernemers reageerden daarop door te gaan hamsteren hetgeen de tekorten en dus de prijsstijgingen versterkte. Daarbovenop startte Rusland een oorlog in de Oekraïne, een oorlog die Rusland ook nog eens goed had voorbereid door de voorraden van grondstoffen waarin Rusland groot is in het Westen af te knijpen. Over de verantwoordelijkheden van overheden, die in het Westen collectief in slaap gevallen waren zullen we het hier niet hebben, politici zijn per definitie nergens voor verantwoordelijk zo lijkt het al jaren. Maar de Russische stappen zorgden ervoor dat het tekort aan onderdelen werd aangevuld met een tekort aan grondstoffen met nog meer prijsstijgingen tot gevolg. Het is niet zo, dat er onvoldoende productiecapaciteit is in de wereld, het is alleen zo dat de logistieke stromen die voor een soepele aanvoer van grondstoffen, halffabricaten en goederen moeten zorgen enorm verstoord zijn geraakt. Logistieke problemen zijn altijd slechts een kwestie van tijd. Een eenvoudig, sterk gesimplificeerd voorbeeld is het volgende:
Er is olie genoeg in de wereld. Maar omdat wij de olie niet meer uit Rusland willen hebben, moeten de oliestromen in de wereld worden omgelegd. Rusland exporteert zijn olie nu niet meer naar Europa, maar naar China, China hoeft de olie dus niet meer uit Saoedi Arabië te halen, waardoor Saoedi Arabië blijft zitten met te veel olie. Die kan dan op haar beurt het olietekort in Europa weer aanvullen. En daarmee is het kringetje rond.
Maar het duurt even voor dit soort problemen is opgelost. En ondertussen zien allerlei bedrijven de kans schoon om hun prijzen te verhogen en ontstaat er dus inflatie over een breder front dan alleen de inflatie die het rechtstreekse gevolg is van de olieprijsstijgingen.
Inflatie is een relatief begrip. Als de stijging van de olieprijzen van $50 per vat naar $100 per vat een inflatie oplevert van 9%, dan moeten de olieprijzen het jaar erna van $100 naar $200 per vat stijgen om hetzelfde effect te sorteren. Blijven de prijzen echter liggen op $100 per vat, dan zakt de inflatie terug naar 0%.
De Centrale Banken in de VS (de FED) en in Europa (de ECB) hebben beiden een specifiek mandaat. De FED moet de inflatie in toom houden maar ook zorgen voor een omgeving met een stabiele economische groei. Dat betekent dat de FED naar inflatie kijkt als de economische groei toeneemt en naar de economische groei kijkt als zich een recessie dreigt voor te doen. De ECB daarentegen heeft het mandaat om de inflatie laag te houden en om de € overeind te houden. Het maakt in dit mandaat dus niet uit of Europa een recessie in gaat of niet.
De logistieke problemen in de wereld, de aanhoudende Covid-lockdowns in China en de oorlog in Oekraïne hebben aanvankelijk geleid tot een recessie in de industrie. En nu de inflatie ook de portemonnee van de consument begint te raken komt daar een recessie als gevolg van een krimpende consumentenvraag bovenop. De Amerikaanse economie liet al een krimp van 1,6% zien in het eerste kwartaal, en het tweede kwartaal zal waarschijnlijk zelfs nog slechter uitgepakt hebben. En dus is de recessie in de VS al een feit.
Dat betekent, dat de FED haar aandacht zal moeten gaan verleggen. Zij zit nu nog op het pad van de inflatiebestrijding, maar zal mogelijk sneller dan markten nu denken terug naar het pad van de bestrijding van de recessie moeten. En de ECB is door de snel stijgende rente op de kapitaalmarkten geconfronteerd met het uit elkaar lopen van de rentes op Duitse versus die op Italiaanse staatsleningen (en die niet alleen). Dat betekent oplopende spanningen binnen de € en dus moet de ECB waarschijnlijk ook op korte termijn naar een minder verkrappend beleid toe om te voorkomen dat deze spanningen uiteindelijk oncontroleerbaar worden en daarmee de € opblazen.
Zie hier een spanningsveld dat tot veel onzekerheid op financiële markten heeft geleid en daarmee de voorbije maand juni tot de zwakste van 2022 heeft gemaakt. De kernvragen, die zich nu voordoen, zijn:
- Zal de inflatie, zoals de FED en de ECB beide verwachten, in de loop van dit jaar teruglopen?
- Zal de rentestijging daardoor stoppen?
- Zal de economische groei in de wereld in de loop van dit jaar weer gaan aantrekken?
Het antwoord op alle drie de vragen luidt wat ons betreft ja, de vraag is slechts wanneer!
Inflatie, Natural Gas, Wheat (fig. 1)
De inflatie in de wereld is op dit moment hoog, maar heeft als oorzaken zoals gezegd de logistieke problemen en de opgelopen prijzen voor grondstoffen. Met het einde van de lockdown in Shanghai komen er meer en meer berichten, dat het logistieke systeem in de wereld weer op gang begint te komen. Zo zijn er al berichten dat de tekorten in de markt voor semiconductoren beginnen te dalen. Het omleggen van grondstofstromen (olie- en gas, maar ook steenkolen e.d.) begint eveneens op gang te komen. De toevoer van LNG is onvoldoende om alle gasimport uit Rusland te vervangen, maar de wintervoorraden lopen wel weer op. Het duidelijkst is dit te zien aan de ontwikkeling van de prijzen voor bijvoorbeeld Natural Gas.
Dat is de Amerikaanse tegenhanger van ons aardgas en het gas dat uit Rusland wordt geïmporteerd. Op 6 juni 2022 piekte de prijs van een MMBTu (Miljoen Britse Thermische Units) op US$ 9,23, ten opzichte van een dieptepunt in maart 2020 van minder dan US$2 per MMTu. Maar sindsdien is de prijs weer flink ingezakt tot US$5,73 per MMBTu afgelopen vrijdagavond. In figuur 1a hebben wij een weekgrafiek opgenomen met de koersen van de Natural Gas Index (XNG, in $), een brede Amerikaanse index waarin de koersen zijn opgenomen van de grootste Amerikaanse ondernemingen, die zich met de exploratie, verwerking, transport en verkoop van Amerikaanse aardgas bezighouden en beursgenoteerd zijn. Dit is dus niet een grafiek van de prijs van Natural Gas zelf! U ziet in de grafiek een niet erg symmetrische kop-schouder-bodem, die is ontstaan in de periode 2013 – 2020. Na de Covid-uitbraak is er een uitbraak omhoog geweest en sindsdien is de koers weer terug gezakt tot het niveau van de uitbraak, de horizontale blauwe lijn in de grafiek. De inval van Rusland in Oekraïne heeft ook tot een opleving geleid, maar nu dreigt zelfs de neklijn in neerwaartse zin gebroken te worden. Deze grafiek zegt in feite, evenals de huidige koers van een MMBTu Natural Gas, dat de inflatie in elk geval van de toonaangevende Amerikaanse markt voor Aardgas niets structureels te duchten heeft.
Figuur 1a. Natural Gas Index, weekgrafiek
Figuur 1b. Wheat ETF (Tarwe), weekgrafiek
In figuur 1b hebben wij de koersontwikkeling getekend van een tracker, die in Wheat (Tarwe) belegt. Ook hier is de tijdspanne dezelfde, bijna 15 jaar, en ook hier gaat het om een hele grote in $’s genoteerde markt. De slotkoers van deze ETF vrijdag was €0,838, bijna de helft van de piek van maart van dit jaar. De ETF volgt de prijs van Tarwe op de Amerikaanse futures markten voor Tarwe. De oorlog in Oekraïne heeft ook hier voor een forse sprong omhoog gezorgd, maar inmiddels is de koers weer bijna terug bij af. De prijzen voor Tarwe waren al aan het stijgen sinds begin 2019, maar in een relatief rustig tempo en waren nog lang niet zelfs maar in de buurt van de pieken uit de periode 2009 – 2012 gekomen. Die langzame trend lijkt nog in takt, maar de piek als gevolg van de oorlog in Oekraïne is alweer voorbij. Ook hier zal geen inflatie vandaan komen.
Beide grafieken zeggen niet, dat de prijsstijgingen definitief voorbij zijn. Daar waar steunlijnen bereikt worden, kan een trend altijd hervat worden. Maar dat moet dan wel eerst nog gaan gebeuren. De grafieken wijzen er wel op, dat in veel deelmarkten van energie- en grondstoffen (want dit beeld is in veel meer markten te zien) de opwaartse druk op inflatie weer is weggevallen. Want deze koersen zijn niet eens op het hoge niveau blijven liggen (waardoor de inflatie uit deze hoek weer op 0% komt te liggen, nee, deze prijzen zijn weer gezakt en dat heeft zelfs deflatie tot gevolg.
Wij gaan er dan ook vanuit, dat mevrouw Lagarde gelijk krijgt daar waar zij aangaf, dat de inflatie vanaf de tweede helft van dit jaar weer zal terugzakken tot aanzienlijk lagere niveaus dan de huidige pieken.
De 10-jaars rente op weekbasis (fig. 2)
Dit voor de consument wellicht optimistische beeld is afgelopen maand bevestigd door de obligatiemarkten. In figuur 2 ziet u de koersgrafieken van de Bund future (10-jarige Duitse staatsobligaties) en de 10-jarige CBOE Treasury notes index (10-jarige Amerikaanse staatsobligaties). In beide gevallen is de index flink opgeveerd, na een belangrijke steunlijn bereikt te hebben. Als deze indexen stijgen, dan betekent dit, dat de lange (10-jaars) rente daalt en als beide indices dalen, dan stijgt de lange rente. En de conclusie uit deze grafiek moge helder zijn, de rente daalt momenteel! Het is belangrijk om het onderscheid niet uit het oog te verliezen, tussen de rente waarover Centrale Banken het hebben en de rente(ontwikkeling), die in deze grafiek wordt weergegeven. Centrale Banken hebben alleen zeggensmacht over de korte rente. Als zij de rente verhogen, dan bedoelen zij de rente op zeer kortlopende schulden, looptijden dus van minder dan een maand (dagen zelfs). De rente, die u hier ziet, is de 10-jaars rente en die wordt bepaald door marktpartijen zoals beleggers. Deze marktpartijen baseren zich op verwachtingen ten aanzien van de economische groei en de daaraan gekoppelde verwachtingen over wat de Centrale Banken zullen gaan doen in de toekomst. Als de markt de politiek van de Centrale Banken verkeerd inschat, kunnen er dus scherpe bewegingen op en neer ontstaan. Figuur 2 lijkt te zeggen, dat het misschien wel mee gaat vallen met de renteverhogingen in de toekomst door Centrale Banken. En dat kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer we in een recessie belanden, een fase waarin met name de FED juist weer de rente moet gaan verlagen, of minstens veel minder zal verhogen dan markten aanvankelijk dachten. En een dalende rente is goed voor aandelen, en dan vooral voor groeiaandelen zoals die van veel technologie-bedrijven.
Conclusie en kanttekening
Misschien dat de inflatie in de komende 10 jaar langzaam maar zeker op een structureel hoger niveau terecht komt. Maar voorlopig lijken de grondstofmarkten juist te veronderstellen, dat het met de inflatie op de korte termijn mee gaat vallen. Daar staat tegenover, dat het meer en meer duidelijk wordt, dat er in grote delen van de wereld een recessie aan de gang is. Dat is slecht voor bedrijfswinsten en de groei van ondernemingen. Maar de oorlog in Oekraïne en de lockdowns in China gaan, ook voor een enorme investeringsimpuls in het Westen zorgen. Onder aanvoering van verhoogde defensie-inspanningen, re-shoring en een versnelde energietransitie zullen overheden massaal gaan investeren en daar profiteren veel industriële ondernemingen van. Daarmee moet men niet verwachten, dat de rente weer negatief gaat worden, maar is een scenario, waarin de rente gedurende een aantal jaren heen en weer beweegt tussen de nullijn (voor Europa) en de pieken die we afgelopen maanden gezien hebben, zeer waarschijnlijk. Dat betekent stabilisatie en dat is goed voor aandelen.
De DAX Index op weekbasis (fig. 3)
De meest “industriële” index van Europa is de DAX Index. Die brengen wij daarom als volgende beeld onder de aandacht in figuur 3. Onder de koersgrafiek hebben wij een rode oplopende trendlijn getekend. Die is afgelopen week keurig geraakt en de koers van de index sloot uiteindelijk vrijdag netjes boven deze steunlijn. Daarmee kan niet gezegd worden, dat er van een ommekeer sprake is, wel dat de markt op een cruciaal punt is beland. De indicatoren onder in de grafiek zijn allemaal oversold, maar ze zijn nog niet gedraaid. Het wachten is dus op een opleving, waarbij dan ook de korte termijn dalende trendlijnen op de daggrafieken gebroken worden en de indicatoren op de weekgrafieken omhoog draaien. En de kans daarop is groot, omdat de indicatoren op de daggrafieken al enige tijd positief divergeren! Dat is vooralsnog ons meest waarschijnlijke scenario.
De S&P 500 Index, weekbasis (fig. 4)
Laat er geen twijfel over bestaan, de S&P 500 Index verkeert in een Bear markt. Van top naar bodem is sprake van een daling van meer dan 20% en de verschillende in figuur 4 getekende gemiddelden liggen allemaal in de juiste Bear market volgorde. Maar de index heeft ook een belangrijke steun bereikt (de toppen uit 2020, ná de covid-crash) en de indicatoren onder in de figuur divergeren grotendeels positief. Een rally vanaf dit niveau richting de neklijn van het top patroon dat in 2021 is gevormd en waarvan de weerstand ligt op ongeveer 4.238 punten, zou heel normaal zijn. Dat hoeft geen krachtige rally te zijn, het kan een geleidelijke rally zijn, die met veel horten en stoten gepaard gaat. De bevestiging voor dit scenario ligt bij een doorbraak omhoog van de korte termijn weerstand op 3.946 punten. En afgaande op de daggrafieken gaat die doorbraak er in juli komen.
De AEX Index, dagbasis (fig. 5)
Komende weken worden daarmee spannend, omdat de korte termijn bepalend gaat zijn voor de vraag of wij een prettige of juist zware zomer tegemoet gaan op de beurzen. En daarom nu de daggrafiek van de AEX Index. Op het eerste gezicht ziet die er niet goed uit. De index is begin juni met een gap tot onder de laatste twee bodems in de figuur gezakt en na enkele dagen weer tot aan de weerstandslijn opgelopen, die nu rond 678 ligt. Dat heet een pullback, waarmee de trend nog een keer wordt aangeraakt om hem daarna vaarwel te zeggen. En inderdaad, afgelopen week daalde de koers weer. Maar de indicatoren onder de grafiek vertellen een hoopgevender verhaal. Die divergeren al enige tijd positief. Die wijzen erop, dat de korte termijn daling een laatste stuiptrekking is in een markt die zich klaar maakt voor een rally. Wij gaan u niet vertellen, dat de bull markt weer terug gaat keren, daar is het veel te vroeg voor. Maar het is heel wel denkbaar, dat de AEX Index zich gaat herstellen tot tussen de twee groene lijnen in de figuur die momenteel tussen 762 en 782 liggen, toch een rally van een slordige 20%! Het koopsignaal in deze figuur volgt bij een doorbraak van de weerstand op 678.
De US$ en de € (fig. 6)
Gaat het dan toch gebeuren, gaan we dan toch pari zien? Het lijkt erop, dat de $ nu toch een poging gaat wagen om de weerstand op 0,961 te breken, waarmee een koers van 1 $ voor 1 €, pari zoals dat heet, zeer waarschijnlijk wordt. Noch is het niet zover, en de indicatoren in de figuur divergeren daarbij ook nog eens negatief hetgeen zou inhouden, dat de $ nog een volgende keer en dan wel op korte termijn, omlaag zal keren, maar het koerspatroon zelf duidt wel degelijk op minstens een kortstondige doorbraak omhoog. Afwachten is hier het verstandigste.
Goud in US$ per troy ounce (fig. 7)
Opnieuw geen goede maand voor beleggers in goud. De oplopende $-koers helpt nog enigszins, maar de oplopende trend in $’s in figuur 7 is duidelijk gebroken en alleen nog een koersstijging tot boven US$1.915 per troy ounce kan hierin verlichting brengen. Daar is niet veel voor nodig en rond US$ 1.800 ligt ook nog eens een dalende trendlijn die al enkele jaren eerst als weerstand heeft gediend en nu als steun. Ten slotte divergeert de Oscillator onder in de grafiek ook nog eens positief. Het probleem is alleen, dat afgelopen week opnieuw een dalende koers liet zien en deze positieve divergentie dus alsnog kan worden opgeheven als de koers verder wegzakt in de komende weken. Het gehele beeld is negatief en de positieve signalen zijn vooralsnog slechts indicaties van een mogelijk scenario, niet het meest waarschijnlijke scenario daarenboven. Wij blijven daarom vasthouden aan een “stoploss” van US$1.800 per troy ounce.
Beleggen en de Today’s Vladeracken-methodiek
Zoals ons dat wel vaker overkomt waren wij opnieuw twee weken te vroeg met het innemen van posities en dat hebben we gemerkt. Over een breed front hebben wij in juni een deel van onze voorsprong op de AEX Index ingeleverd. Wij waren eind mei begonnen met het opbouwen van posities en hebben dat begin juni voortgezet, zowel in de aandelenmarkten als in de obligatiemarkten. En dat was dus te vroeg. Er is nog meer dan genoeg cash voor handen in de meeste portefeuilles van onze klanten, dus de risico’s zijn nog steeds overzienbaar, maar ons optimistische scenario moet zich nu wel gaan voordoen, want anders zullen wij toch weer genoodzaakt zijn om de kasposities in de portefeuilles van onze klanten, die in de meeste gevallen nog altijd 20% tot 25% bedragen, weer verder op te bouwen. De cijfers in onderstaande tabel met onze resultaten spreken wat dat betreft boekdelen. Om maar een negatief voorbeeld aan te halen, in juni liet onze Prijs<Waarde Methode (overigens inclusief de kosten van beheer voor het derde kwartaal), een daling zien van 9%, Tegen een daling van de AEX Index van 6%, waarmee we onze voorsprong op deze index in één klap moesten inleveren. En die scherpere daling is terug te voeren, juist op de aandelen waarvan wijd enken, dat die in de komende jaren relatief veel zullen profiteren van de investeringsimpuls die wij op pagina 1 van deze editie hebben omschreven. Wij zullen die aandelen dus niet verkopen, maar van de dalingen gebruik maken om de bestaande posities uit te breiden.
Tabel 1 Resultaten Today’s Vladeracken-modellen
Risico profiel |
Methode |
2015 |
2016 |
2017
|
2018 |
2019 |
2020
|
2021
|
2022 t/m 1/7 |
Jaar doel |
Zeer defensief |
Pensioenportefeuilles |
2,9 % |
-/-10,7 % |
5,7 % |
-/-7,4 % |
9,7 % |
-/-0,2 % |
4,5 % |
-/-10,3% |
4 % |
Matig / fondsen |
-/- 1,5 % |
1,1 % |
5,5 % |
-/-5,4 % |
13,9 % |
-/-7,2 % |
11,5 % |
-/-14,4% |
5 % |
|
Neutraal |
Mix aandelen / obl. |
16,2 % |
-/-3,4 % |
10,7 % |
-/-6,7 % |
17,0 % |
0,0 % |
10,3 % |
-/-15,5% |
5 % |
Normaal aandelen |
23,2 % |
0,2 % |
12,5 % |
-/-23,1 % |
22,6 % |
-/-3,3 % |
35,4 % |
-/-18,2% |
8 % |
|
Actief aandelen |
27,3 % |
0,1 % |
23,7 % |
0,6 % |
22,4 % |
5,8 % |
11,2 % |
-/-6,4% |
8 % |
|
|
22,9 % |
4,2 % |
8,2 % |
-/-21,0 % |
15,4 % |
15,2 % |
5,9 % |
-/-0,5% |
8 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Benchmark |
AEX Index |
4,1 % |
9,4 % |
12,7 % |
-/-10,4 % |
23,9 % |
3,3 % |
27,8 % |
-/-17,8% |
|
|
EuroStoxx 50 |
3,9 % |
0,7 % |
6,5 % |
-/-14,3 % |
24,8 % |
-/-5,1 % |
21,0 % |
-/-19,8% |
|
Het gaat hier om het netto behaalde rendement, ná alle kosten. Voor oudere cijfers verwijzen wij u naar onze website,
De volgende uitgave van de Technische Belegger verschijnt op maandag 1 augustus 2022.
Disclaimer
De auteur is medeverantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van Today’s Group BV, een vermogensbeheerder met vergunning van de AFM. Dit stuk is geen beleggingsadvies. Wie conform bovenstaande ideeën belegt of wenst te beleggen doet dat voor eigen rekening en risico. In dit kader wijzen de auteur en Today’s Group BV alle verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit stuk van de hand. De besproken effecten en strategieën vertegenwoordigen een hoog risico.