De Technische belegger, Nieuwsbrief voor de actieve belegger
Jaargang 28, Nr. 8, 1 augustus
Formeel zit de Amerikaanse economie in een fase van recessie. Sommigen zullen aanvoeren, dat dit nog niet zo is, omdat er een gezaghebbend instituut bestaat in de VS dat het “alleenrecht” heeft om te bepalen of er officieel sprake is van een recessie of niet. Maar niet alleen komt die altijd pas met die vaststelling als de recessie al lang en breed voorbij is (waarmee hun beslissing in feite alleen voor de statistische geschiedschrijving van belang is), in de al heel lang bestaande volksmond van economen is de definitie eenvoudiger, twee opeenvolgende kwartalen van negatieve economische groei betekenen een recessie. En die twee negatieve kwartalen zijn eind juni in de VS afgesloten. Bovendien is de maand juli in de VS dit jaar niet een echte groeimaand geweest (en waarschijnlijk zelfs een krimpmaand) en verwachten veel economen, dat ook het derde kwartaal in de VS een negatieve groei zal laten zien. Veel andere statistieken bevestigen het beeld, dat het momenteel niet goed gaat en dan niet alleen in de VS, maar ook in West-Europa en in China. Zo is de yieldcurve in de VS momenteel vrijwel vlak. De 2-jaars rente en de 10-jaars rente zijn even hoog. En zowel het consumentenvertrouwen als het vertrouwen van producenten in de nabije toekomst is in de VS en in West-Europa fors gedaald en soms zelfs terug op het lage niveau, dat in de Covid-periode kortstondig te zien is geweest. Het goede nieuws daarentegen is dat de werkloosheid in de meeste grote economieën erg laag is en dat de consument gemiddeld genomen nog een flinke hoeveelheid spaargeld over heeft uit de Covid-jaren. En ten slotte, het logistieke probleem van de Chinese lockdowns lijkt in veel gevallen langzaam maar zeker weggewerkt te worden.
Maar per saldo overheerst in de effectenmarkten het gevoel, dat de Centrale Banken in Europa en de VS de rente minder fors zullen gaan verhogen, dan men aanvankelijk dacht. Dit betekent, dat markten in de afstraffing van veel groei- en big-tech aandelen misschien wel wat overdreven hebben. Dat verklaart het scherpe herstel van de afgelopen maand. Maar of dit door gaat zetten is niet alleen afhankelijk van de vraag of de rente op de kapitaalmarkten verder kan dalen, maar ook van de vraag of ondernemingen de kostenstijgingen kunnen doorberekenen, die zijn ontstaan als gevolg van de fors toegenomen inflatie. Zo vielen de resultaten van Signify (Philips Lightning) tegen, juist omdat de onderneming er niet goed in slaagt om de hogere kostprijzen in haar producten door te berekenen. Omgekeerd viel de aankondiging van bierbrouwer Heineken mee, die stelde juist wel haar prijzen te kunnen verhogen.
Wat overblijft is een flinke hoeveelheid onzekerheid. De ene analist roept dat de huidige opleving niets meer is dan een bearmarket rally, een die dus gebruikt moet worden om aandelen te verkopen, de andere analist denkt juist, dat de problemen voorbij zijn en dat de aandelenmarkten aan een volgende bullmarkt begonnen zijn.
Voor die laatste conclusie is het wat ons betreft te vroeg. De maanden september en oktober liggen nog voor ons en het zal zeker niet de eerste keer zijn, dat een zomerse rally uiteindelijk door een nog grotere daling in de herfstmaanden wordt gevolgd. Er zullen meer harde economische data nodig zijn alvorens een conclusie getrokken kan worden. En dus geven wij de optimisten voorlopig het voordeel van de twijfel. Want dat het karakter van de markt afgelopen maand sterk is verbeterd, dat lijdt geen twijfel.
AEX Index, daggrafiek (fig. 1)
Dat was afgelopen dagen goed te zien aan de ontwikkeling van de AEX Index. Die brak niet alleen door de licht oplopende weerstandslijn, die nu als steunlijn dient en rond 681 ligt, maar ook de dalende trendlijn, die wij in de figuur getrokken hebben vanaf de piek in december 2021, werd zonder noemenswaardige tegenstand genomen en zelfs de grens van 718 – 722, die al maandenlang beurtelings als steun en weerstand gediend heeft, bleek geen enkel probleem voor beleggers in Amsterdam.
Maar daarmee wordt direct ook het korte termijn probleem duidelijk. In Amsterdam gaat het nu allemaal niet alleen erg snel, we naderen nu meer belangrijke weerstanden. De dalende trendlijn, die getekend kan worden vanaf de echte top van de vorige bullmarkt, in de figuur nu op ongeveer 735 ligt vlak boven de slotkoers van afgelopen vrijdag en op dat punt ligt ook de top uit maart van dit jaar. Bovendien divergeren de indicatoren onder de grafiek vrijwel allemaal negatief. De markt is toe aan een correctie en die zou zomaar richting de steun op 681 kunnen zakken. De vraag of de dalende trend, die eind vorig jaar is begonnen, gekeerd is, kan hiermee nog niet beantwoord worden. Daarvoor moet de langere termijn worden bekeken.
De Nasdaq 100 Index weekbasis (fig. 2)
De hoek waar misschien wel de grootste klappen zijn gevallen is die van de grote Amerikaanse technologiebedrijven. Die zijn allemaal vertegenwoordigd in de Nasdaq 100 Index. Koersdalingen van meer dan 30% waren daar eerder regel dan uitzondering. En ook deze index is gestegen, maar hier is de koersstijging niet alleen veel minder stijl verlopen, hij volgt bovendien een min of meer evenwijdig kanaal omhoog, dat voorlopig slechts als een correctiepatroon op de dalende trend kan worden aangemerkt.
Bovendien, en daarin vertoont dit beeld een duidelijke overeenkomst met dat van de AEX Index in figuur 1, hier is een belangrijke weerstand bereikt op 13.000 punten met vlak daarboven dezelfde dalende trendlijn als de lijn die door de AEX Index al wel doorbroken is. In feite loopt de Nasdaq 100 Index dus achter op de AEX Index (de lijn waar de AEX Index nog onder ligt, hebben we hier niet getekend, maar die ligt in dit beeld veel hoger, rond 16.000 punten). Ook hier is sprake van een op korte termijn wat overbought beeld, maar de langere termijn biedt in dit geval nog weinig soelaas.
De lange termijn trend van de Nasdaq 100 Index is gewoon nog dalende. En natuurlijk betekent dat niet, dat de koers van deze index niet nog veel verder kan oplopen op korte termijn. Maar een sterke bullmarkt heeft een goede lange termijn bodem nodig en daar is nog geen sprake van. Een verdere koersstijging op korte termijn zonder fatsoenlijke correctie is daarmee per definitie verdacht. Maar als die toch plaatsvindt en de dalende trend al komende maand gebroken wordt, dan is een rally tot aan de laatste grote top op 14.990 goed mogelijk.
De Russell 2000 Index weekbasis (fig. 3)
De bredere Russell 2000 Index laat in feite een veel beter beeld zien. Deze index is teruggevallen tot de top uit begin 2020 en is vanaf die steun nu voor de tweede keer in een paar maanden opgeveerd. Hier is sprake van een proces van bodemvorming op een significant niveau. Deze index is bovendien veel breder dan de Nasdaq 100 Index. Maar ook hier is een volgende korte termijn correctie omlaag tot net boven de onderste steunlijn in de figuur nodig om van een volledig bodempatroon te kunnen spreken. En ook hier is de getekende dalende trendlijn niet gebroken. Beide indices bevestigen elkaar.
Er is op zijn best sprake van een beginnend proces van bodemvorming. Maar van een nieuwe bulltrend kan nog niet gesproken worden. Wel is het goed denkbaar, dat de koers, als de middelste horizontale lijn op korte termijn wordt doorbroken, vanaf het huidige niveau van 1.875 oploopt tot aan de volgende weerstand op ca 2.175, zonder dat daarmee al van een nieuwe bullmarkt gesproken kan worden. En dat betekent net als bij de Nasdaq 100 Index vanaf het huidige punt toch een koersstijging van een slordige 10% in wat dan nog steeds een bearmarket rally genoemd kan worden.
De Nikkei Dow Jones Index (fig. 4)
Het op langere termijn mooiste beeld is dat van de Nikkei Dow Jones Index in figuur 4 (weekbasis). Wij hebben al eerder aan het goede beeld van de Japanse aandelenmarkten gerefereerd. Japan is verhoudingsgewijs oververtegenwoordigd in de “maakindustrie” en dan met name op het gebied van machines, robots en industriële automatisering. En dat is een tak van sport waar, zoals wij al in de inleiding schreven, de grootste investeringen te verwachten zijn in de komende jaren.
Tussen 2018 en medio 2020 heeft zich een belangrijke correctie voorgedaan waarbij de grens van 24.000 punten tot driemaal toe onneembaar bleek en pas bij de vierde poging doorbroken werd. De rally, die daarna volgde, resulteerde in 2021 in een dubbele top, waarna de koers binnen een in de figuur getekend dalend kanaal netjes terugzakte tot vlak boven de rode lijn in de figuur, die nu dus als steun functioneert. Wij hadden liever gezien, dat die lijn ook daadwerkelijk geraakt werd, maar dat is niet gebeurd. In tegendeel, tussen 26.000 en 28.500 punten ontwikkelde zich een zijwaarts patroon, dat samen met de kortstondige piek omlaag naar 24.500 keurig als bodempatroon kan dienen. Een doorbaak omhoog boven 28.500 is een prima koopsignaal, ook voor de lange termijn. En natuurlijk kan de index daarna nog eens dalen en dan alsnog tot rond de steungrens van 24.000-punten, maar dit beeld is per saldo sterk en past prima in het idee, dat de volgende economische groeifase zal worden gedragen door investeringen in defensie, 5G, automatisering van fabricageprocessen en “re-shoring”, waarin Japan zonder twijfel een belangrijke rol als toeleverancier zal spelen.
De 10-jaars rente in € en $ (fig. 5)
De renteverhogingen van afgelopen twee weken ten spijt daalde de lange rente op de kapitaalmarkten in Europa en de VS flink in juli. In de VS is zelfs sprake van een heuse kopschouderbodem, compleet met een uitbraak omhoog afgelopen week. En dat betekent dat de rentedaling aan die kant van het looptijdenspectrum, in weerwil van de berichten die u her en der leest over de plannen van de ECB en de FED, voorlopig nog niet voorbij is. De rente daalt en zal nog wel even verder dalen.
De US$ en de € (fig. 6)
De Amerikaanse $ heeft een volgende weerstand bereikt, een oplopende trendlijn, die getekend kan worden langs de beide toppen uit de periode 2015 – 2017. De koers is daarop even teruggevallen en indicatoren divergeren inmiddels negatief, dus het zou bij deze piek kunnen blijven, althans op de kortere termijn. Het zal daarbij helpen, dat markten beginnen te twijfelen aan de ruimte die de FED heeft om de rente nog veel verder te laten stijgen. Als er een vroegtijdig einde komt aan de cyclus van stijgende rentes in de VS, dan zou dat per saldo ook voor een verzwakking van de $ kunnen zorgen. Maar het beeld in figuur 6 is nog niet zover, dat al van een voor de komende maand waarschijnlijk verwacht kan
duidelijke top gesproken kan worden. Het beste dat worden is een fase van zijwaartse correctie met een beweging tussen 0,96 en 0,99.
Brentolie in US$ per vat (fig. 7)
In figuur 7 hebben wij een klein oplopend steunlijntje getekend onder de koersen van de afgelopen maanden van Brentolie. Begin juli brak de olieprijs omlaag door dit lijntje. Daaronder ligt een veel grotere, langere termijn oplopende trendlijn. Het herstel dat momenteel plaatsvindt terug naar het kleine lijntje is niets anders dan kortstondige terugkeer naar dat lijntje, een pullback, die normaal gesproken zal worden gevolgd door een volgende tik omlaag. Daarbij, zo is onze verwachting, zal de lange termijn oplopende trendlijn misschien even als steun functioneren, maar is de horizontale lijn op US$86 per vat veel belangrijker. De indicatoren onder in de figuur divergeren negatief en wij verwachten daarom dat ook de steun van US$86 op iets langere termijn het niet gaat houden. De energiecrisis is een probleem, zeker, maar de kans wordt groter en groter, dat dit probleem slechts een tijdelijk probleem gaat blijken te zijn geweest.
Goud in US$ per troy ounce (fig. 8)
Tussen US$1.675 en US$ 2.075 ligt een horizontaal kanaal, waarbinnen de koers van een troy ounce goud nu gedurende ruim twee en een half jaar heen en weer beweegt. Op grote lange termijn grafieken geldt dit voorlopig als een correctiepatroon. Het feit echter dat de top van US$2.075 een “all-time-high”-top is, houdt het gevaar in zich, dat er hier sprake is van een dubbele top. Daarom moeten beleggers niet op een uitbraak uit dit patroon vooruitlopen. Op korte termijn moet eerst de dalende trendlijn rechts in de grafiek gebroken worden, tot die tijd moeten beleggers aan de zijlijn staan als ze nog een positie hebben, maar moeten bestaande posities ook gewoon aangehouden worden.
Beleggen en de Today’s Vladeracken-methodiek
Begin juni zag het er al naar uit, dat de lange rente zijn sterkste stijging achter de rug had en uitten wij de verwachting, dat met name groei- en big-tech-aandelen een herstel zouden kunnen gaan inzetten. Wij kozen daarom 1 fonds en drie aandelen om in verschillende modellen van dit herstel te kunnen profiteren te weten Aalberts Industries, Apple in de VS, een tracker op de EuroStoxx 600 Technologie Index en het Franse SoiTec (semi-conductoren).
Aalberts is al een kernwaarde in ons Prijs<Waarde Model, maar dit aandeel hebben wij toen ook in onze defensieve portefeuilles opgenomen. Wij waren uiteindelijk een week te vroeg met onze aankopen, maar die ene week bleek van grote invloed op de resultaten van onze modellen. Want die ene week leverde eerst een fors extra verlies op dat in het herstel, dat in juli volgde, maar ten dele werd goedgemaakt met als gevolg dat wij in sommige gevallen een groot deel van de voorsprong op de AEX Index, die in zes maanden was opgebouwd, weer hebben ingeleverd. Maar de keuzes beginnen zich nu wel uit te betalen. Aalberts en de tracker staan op het aankoopniveau, Apple staat op een mooie winst en alleen SoiTec heeft nog wat te gaan alvorens het verlies geheel is weggewerkt. Of we daarmee de voorsprong, die er per saldo nog altijd in de meeste modellen bestaat, kunnen behouden is nog de vraag, want de AEX Index is wel heel erg eenzijdig op big-tech georiënteerd, maar dat wij van deze rally zullen profiteren staat buiten kijf. Het jaar is nog lang en de oktober maand ligt nog voor ons, maar de kans dat 2022 per saldo een positief jaar gaat worden is afgelopen maand ook in onze portefeuilles beduidend groter geworden. Zelfs de obligatieportefeuilles zijn in juli flink hersteld. Ook hier is nog werk aan de winkel, maar waar de renteopbrengsten gewoon doorlopen zijn veel koersen van de obligaties en obligatiefondsen in de portefeuilles van onze cliënten eveneens keurig hersteld. En zoals u in deze editie heeft kunnen lezen, wij denken dat het nog niet gedaan is met dit herstel.
De volgende uitgave van de Technische Belegger verschijnt op maandag 5 september 2022.
Disclaimer
De auteur is medeverantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van Today’s Group BV, een vermogensbeheerder met vergunning van de AFM. Dit stuk is geen beleggingsadvies. Wie conform bovenstaande ideeën belegt of wenst te beleggen doet dat voor eigen rekening en risico. In dit kader wijzen de auteur en Today’s Group BV alle verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit stuk van de hand. De besproken effecten en strategieën vertegenwoordigen een hoog risico.