De Technische Belegger
Nieuwsbrief voor de Actieve Belegger
Deze publicatie, 31 juli 2023, is op persoonlijke titel en kan mogelijkerwijs niet de mening van het bedrijf (Today’s Group) vertegenwoordigen het is de persoonlijke mening van Gijsbrecht van Dommelen.
De maand juli heeft twee belangrijke gegevens opgeleverd. Zowel de Europese Centrale Bank als de Amerikaanse FED hebben de rente opnieuw verhoogd. Maar beide hebben een net iets mildere toon aangeslagen waardoor analisten de kans, dat het bij deze laatste verhoging zal blijven iets groter zijn gaan inschatten. De inflatie begint af te nemen en Centrale Banken zien signalen van een naderende recessie, precies wat zij wilden, en dus kan de rente voldoende verhoogd zijn.
Daarnaast zijn er een flink aantal kwartaalcijfers van grote beursgenoteerde ondernemingen beschikbaar gekomen. Aan de industriële kant is duidelijk een recessie begonnen. Zelfs op het terrein van de semiconductorbedrijven zoals ASM Lithografie lopen de orders flink terug. Als de economie in de wereld weer snel aantrekt kan dat een tijdelijk fenomeen blijken, maar voorlopig dalen investeringen wereldwijd en daarmee ook het aantal nieuwe orders voor kapitaalgoederen. Het argument is inmiddels genoegzaam bekend, geld lenen is erg duur geworden. Investeringsplannen zijn daarmee minder interessant geworden. Kredietverstrekking van banken aan het bedrijfsleven en in de onroerend goed markt (zowel voor commercieel onroerend goed als voor huizen) is ingezakt. Krediet is de olie van een economie en als die stroom opdroogt komt een economie krakend tot stilstand. Maar uit andere cijfers blijkt dat de consument nog niet zover is. Die gaat nog vrolijk op vakantie en ziet bovendien het leven weer iets goedkoper worden terwijl er ondertussen wel een flinke loongolf langs is geweest. Bovendien is de werkgelegenheid nog hoog. De consument geeft nog geld uit, zij het dat horeca en de reissector hiervan de belangrijkste profiteurs zijn. In de hoek van duurzame consumptiegoederen (witgoed, auto’s) is al wel sprake van zwakkere consumentenbestedingen.
Banken lieten afgelopen weken een meer verdeeld beeld zien. De risico’s op wanbetalingen nemen weer toe hetgeen te zien is aan de flink stijgende voorzieningen hiervoor. Maar aan de andere kant verdienen banken weer meer geld doordat de rentemarges zijn gegroeid. Ook hier gaat het per saldo nog prima.
Alles bij elkaar lijkt de logische conclusie, dat beleggers zich op moeten maken voor een flinke afstraffing op de beurs, zodra meer cijfers zichtbaar worden, dat er inderdaad, precies zoals Centrale Banken dat willen, een recessie aan het ontstaan is, die ook de arbeidsmarkt gaat raken. Maar zoals altijd is er een kink in de kabel gekomen in de voorbije maanden, die het beeld aanzienlijk vertroebeld heeft.
Het beschikbaar komen van programma’s zoals ChatGTP heeft de fantasie van beleggers rond Artifical Intelligence (AI) op hol gebracht. Er wordt nog helemaal niets verdiend aan AI, maar de overtuiging, dat dit de volgende disruptie in de economie gaat opleveren heeft al breed post gevat. De koersstijgingen, die te zien zijn geweest in de voorbije maanden, zitten dan ook overwegend in deze hoek. En dan niet alleen de softwarematige hoek, maar ook die van de hardware (semiconductors bij uitstek). Het probleem is echter, dat de koersstijgingen slechts door een zeer beperkt aantal bedrijven (Nvidia en Microsoft bijvoorbeeld) met harde cijfers worden ondersteund. En, zoals dat telkens weer opnieuw gaat, waarderingen zijn in deze hoek astronomisch geworden. De koerswinstverhouding voor Nvidia voor 2024 is momenteel 73,4 en 53,7 voor 2025 en voor Microsoft zijn deze cijfers respectievelijk 30,9 (2024) en 26,9 (2025). Dat kan gerechtvaardigd zijn, mits deze bedrijven hard blijven groeien.
Het dilemma waar beleggers nu voor staan (zowel voor aandelen als voor obligaties) is eenvoudig. Als de recessie milder wordt of zelfs helemaal niet komt (doordat de consument gewoon geld blijft uitgeven), dan zal de rente nog verder verhoogd worden en is de cyclus van renteverhogingen nog lang niet voorbij. Dalen zal de rente dan in elk geval niet, tot ver in 2025. De rente zal dan beleggingen in onroerend goed en aandelen duur blijven maken. Als de recessie wel komt, dan zijn aandelen veel te duur omdat winsten dan onder druk gaan komen. In beide scenario’s moet voor een flinke correctie op de aandelenmarkten worden gevreesd, die qua timing ergens dit najaar zou moeten plaatsvinden.
De boodschap van deze editie van de Technische Belegger is dan ook, net als vorige maand: verkoop aandelen, ga op vakantie en geniet daarvan. De aandelenmarkten staan aan de vooravond van een roerige periode, waarbij de kans dat zich scherpe negatieve reacties gaan voordoen ook afgelopen maand weer verder is toegenomen.
10-jaars rente in € en $ (fig. 1a en 1b)
Gelet op de inleiding beginnen wij dit keer met een analyse van de rente op 10-jaars termijn. In de maandgrafiek in figuur 1a is een tweede bodem gezet net boven 130 door de Bund Future Index. Dit proces vindt plaats rond de top die in 2010 is gezet, de laatst top voordat de rente in het Westen flink daalde en de
10-jaars rente in Europa negatief werd. Dit kan een “dubbele-bodempatroon” worden (zie de twee groene pijlen in de figuur) en dan is sprake van een omkering. Dat zou betekenen, dat de (lange) rente gaat dalen en dat de koers van de Bund Future Index gaat stijgen. De RSI onder in de figuur divergeert al positief en is duidelijk oversold. Deze indicator ondersteunt daarmee het “bodem”-scenario. Dit scenario past bij het idee, dat de ECB het einde nadert van de cyclus van renteverhogingen en hoort bij het idee, dat de economie bezig is om een recessie in te duiken. Dat staat dan wel haaks op de laatste opmerking van mevrouw Lagarde, president van de ECB, die afgelopen week aangaf, dat er nu misschien een pauze zal worden ingelast, maar dat dit niet betekent dat de renteverhogingen voorbij zijn.
In de VS ziet het rentebeeld er zelfs nog zwakker uit. Hier brak de lange rente (zie figuur 1b, effectief rendement op Amerikaanse staatsleningen met een gemiddelde looptijd van 10 jaar) na de stap van de FED omhoog uit een neerwaarts correctiepatroon. Het koersdoel is een rentepeil van circa 4,9%, waar de 10-jarige $-rente nu net onder 4% zit! 4,9% valt samen met de toppen uit de periode 2007 – 2008. In figuur 1b is die grens getekend middels een licht dalende rode lijn, boven in de figuur. Dit is een teken, van het feit dat beleggers in de VS het recessiescenario minder waarschijnlijk zijn gaan vinden. Voor bedrijfswinsten is dat een goed teken, voor de inflatie en dus de renteverwachtingen niet. Een verdere stijging van de lange rente is ook een probleem voor de kredietmarkten. In de komende maanden gaan meer en meer bedrijven op zoek naar herfinanciering van leningen, waarbij de te betalen rente flink gaat toenemen. Er gaan dus ook meer spraakmakende faillissementen zichtbaar worden.
Nasdaq 100 Index op weekbasis (fig. 2)
De index die het meeste last zou moeten hebben van de almaar stijgende rente in de VS is de Nasdaq 100 Index. In figuur 2 ziet u een weekgrafiek van deze index getekend. Ondanks de uitbraak omhoog van de rente in de VS steeg deze index afgelopen week opnieuw. De trend begint wel wat rustiger te worden (er zijn meer en meer rode candles in de afgelopen weken ontstaan; dat zijn weken waarin de koersen per saldo daalden) en de indicator onderin de figuur is al enige tijd overbought. Het beeld is nog niet zover, dat van een top gesproken kan worden, daartoe zou de zichtbare beweeglijkheid van de index groter moeten zijn, maar de index zit wel dichtbij een top. Deze grafiek zegt vooral dat wij op het punt staan om een grotere beweeglijkheid te gaan zien met een uiteindelijke (stevige) correctie tot gevolg. Wat daarbij niet moet worden vergeten, is dat de huidige rally nog altijd niets anders dan een bear market rally kan zijn. En dan ligt het koersdoel voor de volgende correctie onder de bodem van najaar 2022! Dit is niet het moment om technologie-aandelen te kopen, hier moet echt eerst op een fatsoenlijke correctie gewacht worden.
DAX Index op weekbasis (fig. 3)
In Duitsland werd ook opgetogen gereageerd op de renteverhoging en de begeleidende persconferentie van de ECB. De DAX Index noteerde afgelopen week zelfs een nieuwe “all-time-high”! Dat is voor deze index makkelijker te bereiken dan voor de Nasdaq 100 Index of de AEX Index, want hier is sprake van een index waarvan de koers wordt gecorrigeerd voor uitgekeerde dividenden. Maar de uitbraak is wat ons betreft nog niet definitief. Want zoals u in de figuur kunt zien is er rechtsboven tussen de twee zwarte lijnen sprake van een uit elkaar lopende driehoek. Dit is een patroon dat wij in meer grafieken gezien hebben en dat geldt als uiterst onbetrouwbaar, maar dat wel regelmatig voorkomt als toppatroon. Voeg daarbij de negatieve divergentie in de RSI, onderin de figuur, en de nodige scepsis is begrijpelijk, temeer omdat juist in Duitsland al sprake is van een recessie! Een bear markt rally kan dit niet meer genoemd worden. Maar het zou buitengewoon sterk zijn, als de index nu in sneltreinvaart doorgaat met de achter ons liggende stijgende trend. Gelet op alle onzekerheden, die momenteel kunnen worden aangewezen, is een correctie onder de grens van 16.500 punten niet meer dan logisch.
Amsterdam All-Share Index (ASCX) op weekbasis (fig. 4)
In figuur 4 hebben wij een weekgrafiek opgenomen van de Amsterdam All-Share Small Company Index. Al langer is het zichtbaar, dat de koersstijgingen zich vooral voordoen in de AEX Index, dus bij de grotere aandelen op de beurs, niet bij de kleintjes. De AMX Midkap Index is dit jaar precies 0,74% gestegen. Maar de ASCX Index, in figuur 4, de Nederlandse Small Cap Index, is wel degelijk opgelopen met een nette 11,4%. Dat is duidelijk minder dan de AEX Index, maar toch nog wel een mooi percentage. En het beeld in figuur 4 zier er helemaal niet zo slecht uit. Er is een flinke correctie geweest afgelopen voorjaar waaruit de index afgelopen maand omhoog is uitgebroken. Hij is nu aangekomen bij de top van begin dit jaar, maar er lijkt niet zoveel in de weg te zitten voor een opmars, die de index tot boven deze top laat uitstijgen. En dit is een beetje het beeld dat de meeste indices laten zien. Ja, het beeld is overbought, maar er is nog wat ruimte voor een beperkte verdere koersstijging op de korte termijn. Als daarin dan de volatiliteit toeneemt, dan is dat de aankondiging van een correctie en in figuur 4 is het goed mogelijk, dat die correctie dan een voortzetting van de voorgaande dalende trend betekent. Want in figuur 4 is het beeld wel degelijk in overeenstemming met dat van een bear market rally.
AEX Index op dagbasis (fig. 5)
De grafieken zijn ditmaal iets minder scherp waarvoor onze excuses. Problemen met de Metastock-software, die wij doorgaans gebruiken, hebben ons genoodzaakt om grafieken te leveren via Amibroker, een grafisch voor dit doel iets minder scherp programma.
In figuur 5 ziet u een daggrafiek van de AEX Index. Donderdag jongstleden trad er een versnelling op, met name doordat enkele tech-fondsen in de AEX een flinke sprong maakten (Adyen en ASMI voorop). Voor de AEX betekent dit een volgend koersdoel van 800 tot 810. Boven die zone is in 2021 de top gevormd van waaruit de AEX aan flinke correctie begon, die voorlopig haar einde vond op 611,74 punten in oktober 2022. Ook hier geldt, dat een verdere beweging omhoog op korte termijn nog steeds mogelijk is, maar dat het risico op een stevige correctie toeneemt naarmate deze trend langer duurt. Een stoploss voor de huidige opgang kan op 760 punten gevonden worden, waar in de figuur twee steunlijnen elkaar nu naderen. Adyen gaf zelfs een koopsignaal, veel andere tech-fondsen liepen weliswaar op, maar braken niet omhoog uit (ASML). Deze uitbraak is dus niet breed gedragen en dat is een probleem, dat al langer speelt, getuige ook de zwakke prestaties van kleinere indices zoals de Amsterdam Midkap Index. Het wachten is daarmee op meer economisch nieuws.
US$ en de € op weekbasis (fig. 6)
Doordat het renteverschil op de kapitaalmarkten tussen Europa en de VS weer opliep ten voordele van de $-rente, steeg de koers van de $. Dat is niet meer dan logisch. Maar de $ brak daarbij niet door een weerstandslijn heen. De trend is daarmee nog steeds dalende voor de $. Wel is het zo, dat de $ zo langzaam maar zeker erg oversold oogt ten opzichte van de €. En dat daarbij de steun op 0,90 per saldo nog steeds in leven is doet vermoeden, dat er een periode in aantocht is waarbij de $ terug kan richting 0,96, in een correctiefase waarbij een bandbreedte van 0,90 tot 0,96 als meest waarschijnlijke scenario geldt. Maar men moet de uitspraken van mevrouw Lagarde goed in de gaten houden. Want waar de FED al hintte dat de cyclus van stijgende rentes mogelijk voor langere tijd “on hold” is gesteld, kwam zij enkele dagen later terug op haar eerdere persconferentie met de mededeling, dat een adempauze in september niet betekende, dat de rente daarna niet wederom zou worden verhoogd. En dat zal de € weer aantrekkelijker maken en kan dus tot een hervatting van de dalende trend van de $ ten opzichte van de € leiden. 0,86 is de ondergrens. Daaronder wordt de lange termijn bear markt voor de $ hervat.
Brentolie in US$ per vat (fig. 7)
Misschien wel de belangrijkste gebeurtenis van de afgelopen maand is de uitbraak omhoog van de olieprijzen. In figuur 7 is goed te zien hoe het dalende patroon in de Brentolie Index, dat al bijna anderhalf jaar in ontwikkeling is, met een uitbraak omhoog is beëindigd. Van een echt bodempatroon is hier nog geen sprake, maar de beweging van de laatste week van juli is wel belangrijk. Want wat dit zegt, is in feite dat beleggers meer waarde beginnen te hechten aan een zachte landing en dus een naderend einde aan de economische malaise, terwijl tegelijkertijd de druk op de inflatie vanuit de hoek van de energieprijzen weer gaat toenemen. Deze uitbraak is slecht nieuws voor de obligatiemarkten en betekent op termijn verder uitstel van investeringen. Uiteindelijk kan, nu de uitbraak een feit is, de prijs van een vat olie wel weer behoorlijk oplopen, want de “trading range” verwijdt zich nu naar US$ 62 aan de onderzijde en US$ 100 à US$115 aan de bovenzijde. Een daling naar US$65 is wel flink minder waarschijnlijk geworden.
Goud in US$ per troy ounce (fig. 8)
De goudmarkt reageerde negatief op het rentegeweld en ook dat is niet vreemd. Als vluchthaven in tijden van onrust wordt goud juist weer verkocht wanneer aandelen aantrekkelijker worden. Maar ook hier is geen sprake van een doorbraak van enige importantie getuige figuur 8. U ziet daar de €-versie van een tracker in goud, een fonds dat fysiek goud in bezit houdt en daarmee de goudprijs schaduwt. Zelfs de korte termijn trendlijn (de zwarte lijn rechtsboven in de figuur) is nog niet in gevaar gekomen. En dat is wel belangrijk. Majeure trendveranderingen gaan vaak samen. De omslag in de olieprijzen en de doorbraak in de Amerikaanse rente zijn op dit moment nog de enige twee. Andere grotheden zoals de $, aandelenmarkten en goud moeten hierin volgen om de omslag in de eerste twee te bevestigen. Het is opnieuw een teken van het feit, dat de huidige oplopende trend in de aandelenmarkten weliswaar haar einde nadert, maar per saldo nog niet voorbij hoeft te zijn.
De volgende uitgave van de Technische Belegger verschijnt op maandag 4 september 2023.
Disclaimer
De auteur is medeverantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van Today’s Group BV, een vermogensbeheerder met vergunning van de AFM. Dit stuk is geen beleggingsadvies. Wie conform bovenstaande ideeën belegt of wenst te beleggen doet dat voor eigen rekening en risico. In dit kader wijzen de auteur en Today’s Group BV alle verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit stuk van de hand. De besproken effecten en strategieën vertegenwoordigen een hoog risico.