TA Belegger: Nr. 9 – 5 september 2022

De Technische Belegger 

Nieuwsbrief voor de actieve Belegger

Jaargang 28, Nr. 9 

 

Jackson Hole is de plaats in de Verenigde Staten waar elk jaar, eind augustus, centrale bankiers uit de hele wereld bij elkaar komen om het eigen beleid op elkaar af te stemmen en te overleggen wat er moet gebeuren, om financiële markten niet al te zeer te laten ontsporen. Zo nu en dan wordt er dan een toespraak gehouden, die grote invloed heeft op de ontwikkelingen op financiële markten wereldwijd. Ditmaal hield FED-voorzitter Powell een korte toespraak, die markten in beroering bracht. Hij zei, dat de FED de rente in de VS verder zal verhogen (op zich niet een verbazingwekkende uitspraak), maar ook, dat als de rente eenmaal tot ongeveer 4% zou zijn verhoogd, de FED daarna de rente langdurig op dit niveau zou houden om niet de fout uit de jaren zeventig te herhalen. Markten schrokken en de lange rente liep op met dalende aandelenkoersen als directe gevolg.

  Jackson Hole

Powell refereerde aan een periode in de jaren zeventig waarbij de inflatie eerst opliep, centrale banken daarop de rente verhoogden, waarop de inflatie vervolgens weer daalde. Centrale banken dachten toen de inflatie onder controle te hebben, verlaagden de rente weer en werden toen afgestraft voor deze te vroege renteverlagingen door een nog veel hogere inflatie. De Nederlandse staat moest uiteindelijk in 1978 12 ¾% rente betalen op een obligatielening met een looptijd van 10 jaar! Pas toen de toenmalige FED-voorzitter Paul Volcker de korte rente in de VS tot 20% verhoogde begon de inflatie structureel te dalen. Powell gaf aan bang te zijn om in deze zelfde valkuil te stappen.

 

Maar er zijn een paar hele grote verschillen aan te wijzen tussen de ontwikkelingen in de jaren zeventig van de vorige eeuw en nu. Volcker dwong met de forse renteverhogingen een recessie af, die hij nodig vond om de inflatie omlaag te brengen. Powell hoeft geen recessie af te dwingen, want die is er al. Daarnaast is de inflatie van nu een logistieke inflatie. Er is meer dan genoeg olie en gas, het probleem is alleen, dat de handelsstroom van die olie en dat gas moet worden omgelegd omdat Europa het Russische gas (en de olie) niet meer wil hebben. Als je eerst een aanvoerlijn stopt en dan met man en macht voorraden wil ophogen voor het geval de winter te koud zou worden, dan creëer je een “short supply squeeze” die automatisch tot speculatief hoge prijzen leidt, tot het moment, dat de voorraden vol zijn, de aanvoerlijnen verlegd zijn en de winter voorbij is. Het is in feite een zekerheid, dat de inflatie weer zal dalen volgend jaar en dat die daling al dit najaar gaat beginnen. Want de recessie, die in de VS al een feit is, heeft ook zijn consequenties voor veel andere goederenstromen. Overal dalen prijzen van grondstoffen al enige tijd. Er is minder vraag omdat de economie vertraagt, terwijl het aanbod alleen maar verder toeneemt.

Een ander verschil is dat de Westerse consument op het ogenblik, als gevolg van Covid, een veel betere financiële positie heeft dan in de jaren zeventig. De Westerse consument heeft enorm veel spaargeld opzijgezet in de periode 2020 – 2021. En, nog een groot verschil met de voorgaande periode, de arbeidsmarkt in het Westen ziet er veel florissanter uit dan eind jaren zeventig. Dit laatste is overigens een argument om wel een structureel hogere inflatievoet te verwachten.

DAX

DAX Index op weekbasis (fig. 1)

Deze afweging is wat er afgelopen week kennelijk in de markt is gaan doorsijpelen. Want de rentestijging van de week ervoor begon weer af te nemen. Nog sterker, ondanks alle commotie is er nergens sprake van belangrijke doorbraken, noch in opwaartse zin, noch in neerwaartse zin. Aandelenkoersen zijn gedaald, maar het is te vroeg om te kunnen stellen, dat de bearmarkt is hervat.

Analisten schreven, dat met name de Duitse beurs erg veel last heeft van het recessiescenario en de fors gestegen gasprijzen en dat die daarmee ook tot de zwakste aandelenbeurzen van dit moment hoorde.

Daarom beginnen we in figuur 1 met een weekgrafiek van de Duitse DAX Index. De zwakte is goed zichtbaar, de index is opnieuw teruggezakt tot vlak boven het dieptepunt van maart van dit jaar. De meeste grotere indexen zitten wel dicht bij het dieptepunt van juli van dit jaar, maar niet bij het dieptepunt dat in maart werd gezet (overigens is in de VS het dieptepunt van juni juist weer veel lager dan dat van maart, daar is de echte klap pas deze zomer geweest). De DAX is dus inderdaad een van de zwakkere indices.

Maar tussen 12.450 en 13.470 ligt een belangrijke steun- en weerstandszone, die al in de periode 2017 – 2019 een grote rol heeft gespeeld en die voor heel veel steun zorgt. En de recente daling heeft niet tot een doorbraak omlaag geleid. Wat niet is kan nog komen, maar als het nieuws uit Jackson Hole echt zo baanbrekend zou zijn geweest als wel wordt gesteld, dan zou een doorbraak omlaag tot onder de oplopende rode steunlijn in de figuur logisch geweest zijn. Natuurlijk kan een doorbaak omlaag nog volgen maar wij achten de kans klein, dat die doorbaak komende week al gaat plaatsvinden. Ons scenario van een maand geleden blijft daarmee nog van kracht. De markt is binnen de bearmarkt aan een correctie van grotere orde bezig, een correctie waarin de dalende trendlijn rechtsboven in figuur 1 gebroken zou moeten gaan worden.

Daarmee is de meest recente daling er een binnen een patroon van koersstijgingen en zou dus nu een rally moeten gaan ontstaan, die de laatste top gaat overschrijden (op ongeveer 14.000) en die daarmee ook de dalende trendlijn breekt. Dat gezegd hebbende moeten beleggers wel beseffen, dat het zwakke seizoen voor aandelen aan de gang is. De maand oktober ligt daarbij nog voor ons. Het is goed mogelijk, dat deze tweede rally net boven 14.000 wordt afgebroken en dan tot een hervatting van de bearmarkt leidt met een uiteindelijke bodem onder 12.450 voor de DAX Index.

De Nasdaq 100 Index op dagbasis (fig. 2)

Nasdaq

De meest rentegevoelige grote index van dit moment is de Nasdaq 100 index. In deze index zijn vrijwel alle grote Amerikaanse groei- en tech ondernemingen opgenomen. Als de lange rente daalt, stijgt deze index, als de lange rente stijgt, dan daalt deze index. Dat is niet altijd zo, maar op het ogenblik wel. In figuur 2 ziet u de dagkoersen sinds eind 2021. Deze index verschilt op een aantal fronten met die in figuur 1.

Ten eerste is de dalende trend, die langs de bovenkant van de koersgrafiek loopt hier wel gebroken in augustus. Vervolgens daalde de index terug onder die lijn en inmiddels is ook de korte termijn oplopende steunlijn rechtsonder gebroken. Men zou hier dus kunnen zeggen dat de bearmarkt weer is hervat.

Maar een tweede verschil met figuur 1 is, dat hier de indicatoren allemaal dieper liggen en bovendien positief divergeren. Ondanks de zwakke dag vrijdag, waarbij een goede hogere opening weer ongedaan gemaakt werd, lijkt een kentering ten goede op korte termijn hier vrij logisch.

En een derde verschil met figuur 1 is het feit, dat de koers van de Nasdaq 100 Index nog duidelijk hoger ligt dan de bodem die in juni is neergezet. Er is hier, in technische zin, niet zoveel aan de hand. Als de lange rente weer zou gaan dalen (zie verderop in deze nieuwsbrief), zoals wij dat verwachten, dan is het bij figuur 1 geschetste scenario, waarbij wij nog een volgende rally gaan zien met koersen, die boven de top van begin augustus komen, heel wel denkbaar.

De S&P 500 Index op weekbasis (fig. 3)

Sp500  

Toch mag men niet meteen al te optimistisch worden. In figuur 3 ziet u de weekgrafiek van de S&P500 Index en hier liggen de kansen nog open. Het kan hier nog twee kanten uit. Vrijdag jongstleden is de koers iets opgeveerd net boven de oplopende steunlijn, die getrokken kan worden vanaf de bodem van juni van dit jaar.

Ook hier is dus nog geen sprake van een significante doorbraak omlaag. Maar die kan volgende week al komen en dan zijn de rapen gaar. De indicatoren onder in deze weekgrafiek divergeren niet positief en liggen ook niet bijzonder laag. Wie alleen op deze grafiek afgaat moet vooral nog even geduld hebben en de markt zijn werk laten doen. Het zou een sterk teken zijn, als de index komende week opveert en daarbij de daling van vorige week ongedaan kan maken. Maar deze grafiek geeft hier geen uitsluitsel over. Deze grafiek zegt vooral, heb geduld en wacht nog even af wat de markt zal doen!

De AEX Index op dagbasis (fig. 4)

AEX

De AEX Index op dagbasis laat ook een meer verontrustend beeld zien. Hier is afgelopen woensdag een duidelijke doorbraak omlaag te zien geweest van de oplopende trendlijn, die tot dat moment als steunlijn diende. Vrijdag herstelde de koers enigszins, en dat herstel kan nog wel wat verder gaan, maar pas wanneer de koers boven 691 komt, terug in de correctiezone tussen 691 en 723, is het gevaar even geweken.

De indicatoren zijn oversold, maar er is hier geen sprake van positieve divergentie. Ook hier heeft de index nog even te gaan voordat het dieptepunt van juni bereikt wordt. Ook hier is de dalende trendlijn, die vanaf de top uit december 2021 kan worden getekend, in de laatste rally niet gebroken. De AEX Index heeft deze lijn in een periode van twee weken verschillende keren geraakt, maar van een doorbraak is geen sprake geweest.

Ook hier is het dus maar de vraag, of wij komende week een rally gaan zien die krachtig genoeg is om ons positieve scenario te ondersteunen. En ook hier staat en valt alles dus met de vraag wat de lange rente gaat doen?

De 10-jaars rente in € en $ (fig. 5)

Bund

De obligatiemarkt heeft afgelopen week een merkwaardige beweging gemaakt. Na de 10 minuten durende toespraak van FED-voorzitter Powell stegen de rentes op de kapitaalmarkten wereldwijd, maar nog geen week later stak toch weer het recessiespook de kop op en begon de lange rente weer te dalen. Het gevolg is een typische candle, een Doji, die onderaan een daling te zien is in figuur 5 en die de ommekeer van een trend aankondigt. Natuurlijk, de rente moet maandag wel verder gaan dalen, maar in feite ligt de weg nu open voor een rentedaling, die veel verder gaat dan wat de markt in juli gezien heeft.

Wat in figuur 5 ook nog opvallen moet, is het feit dat de recente rentestijging (in de figuur de recente daling van beide koersindexen) vooralsnog beperkt is gebleven. De rente is niet voorbij het punt gestegen dat in juni bereikt werd. En daarmee is de huidige stijging voorlopig slechts een test van die bodem, een test die komende week waarschijnlijk al voor uitsluitsel zal zorgen. Als komende week economische cijfers vrijkomen, die wijzen op een verdere verdieping van de recessie in de VS, dan zou de markt wel eens voor een positieve verrassing kunnen gaan zorgen.

De US$ en de € (fig. 6)

US rente  

Als de rente in de VS omhooggaat en in Europa niet of minder, dan is het niet onlogisch dat de $ verder oploopt. Maar afgelopen week werd slechts de top van een paar weken geleden geraakt en de candle, die daarbij werd neergezet, een gravestone doji, is een slechte candle. Die kondigt een daling aan. Ook de indicatoren boven in de figuur wijzen hierop. De $-grafiek ondersteunt de gedachte dat de markt een volgende rentedaling te wachten staat. Maar ook hier geldt: de draai omlaag is nog niet ingezet en dat betekent, dat de markt voor hetzelfde geld alsnog voor een doorbraak omhoog van de $ t.o.v. de € kan zorgen. Ook hier geldt dus: wacht de feitelijke richting af, het is te vroeg om nu een keuze te maken.

Brentolie in US$ per vat (fig. 7)

Olie

Figuur 7 verschilt weinig met het beeld dat wij een maand geleden schetsten. Er is sprake van topvorming, maar de neklijn van US$ 89 per vat Brentolie is nog steeds in takt gebleven. Toch verwachten wij dat het een kwestie van tijd is voor die neklijn gaat breken en de koers een flinke smak maakt.

Ondertussen is een kortstondige piek opnieuw richting US$116 mogelijk. Maar waarschijnlijk is dit scenario niet. Er is meer dan genoeg olie in de wereld, OPEC is niet van zins om de productie te beperken en het probleem van de Russische olie is al onder controle. Europa heeft de Russische olie niet meer nodig. Voorraden zijn op orde. De winter kan nu komen, althans waar het olie betreft, dus veel reden om aan te nemen dat de prijzen van een vat olie omhoog moeten is er niet meer. US$ 75 per vat is ons doel in deze grafiek.

Goud in US$ per troy ounce (fig. 8)

Goud  

“Tussen US$1.675 en US$ 2.075 ligt een horizontaal kanaal, waarbinnen de koers van een troy ounce goud nu gedurende ruim twee en een half jaar heen en weer beweegt. Op grote lange termijn grafieken geldt dit voorlopig als een correctiepatroon. Het feit echter dat de top van US$2.075 een “all-time-high”-top is, houdt het gevaar in zich, dat er hier sprake is van een dubbele top.

Daarom moeten beleggers niet op een uitbraak uit dit patroon vooruitlopen. Op korte termijn moet eerst de dalende trendlijn rechts in de grafiek gebroken worden, tot die tijd moeten beleggers aan de zijlijn staan als ze nog een positie hebben.” Wij schreven dit een maand geleden en niets is sindsdien aan het beeld veranderd. Erger is wel, dat een derde poging om de dalende trendlijn te breken wederom mislukt is. Zolang de koers daarbij boven de steun van US$1.675 blijft is er nog niet zoveel aan de hand, maar deze grens krijgt wel meer en meer gewicht. Een doorbraak omlaag kan verstrekkende gevolgen hebben. 

Beleggen en de Today’s Vladerachen-methodiek

In juni hebben wij voorzichtig onze aandelenposities wat uitgebreid. Dat leek uiteindelijk in juli goed uit te pakken, maar begin augustus kenterde de markt weer. Wij verkochten nog op tijd en met winst onze posities in Apple en wij hebben ook tijdig een reeks geschreven put-opties op Unibail Rodamco gesloten. Onze aandelenportefeuilles werden daarmee weer iets veiliger en dat vertaalde zich in een minder grote daling dan die van de AEX Index. Ook onze obligatiebeleggingen hebben zich afgelopen maand verhoudingsgewijs goed gehouden.

Een achtergestelde eeuwigdurende obligatie, oorspronkelijk uitgegeven door Delta Lloyd, werd afgelost door de nieuwe schuldenaar NN. Dat helpt in zoverre, dat er geld door vrijkomt, waar geen risico in de obligatiemarkten mee gelopen wordt. Maar ook andere keuzes helpen momenteel om het risicoprofiel van onze portefeuilles binnen de perken te houden. Daarmee voorkomen wij niet dat er geld verloren wordt bij een dalende aandelenmarkt. Maar het zorgt er wel voor dat er ruimte opgebouwd wordt om van een nieuwe rally gebruik te kunnen maken. Wij blijven dus voorzichtig en koesteren de contante middelen in de portefeuilles van onze klanten.

 

Disclaimer

De auteur is medeverantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van Today’s Group BV, een vermogensbeheerder met vergunning van de AFM. Dit stuk is geen beleggingsadvies. Wie conform bovenstaande ideeën belegt of wenst te beleggen doet dat voor eigen rekening en risico. In dit kader wijzen de auteur en Today’s Group BV alle verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit stuk van de hand. De besproken effecten en strategieën vertegenwoordigen een hoog risico.

Deel dit bericht: